Deze samenvatting is gebaseerd op het boek Beeldtaal van Jos van den Broek. De volgende hoofdstukken zijn opgenomen in deze samenvatting: 1 t/m 15 17. Met dit boek en deze samenvatting heb ik het vak Beeldtaal afgerond met een 9,3.
SAMENVATTING
‘BEELDTAAL’ VAN JOS
VAN DEN BROEK
De verwijzingen naar bladzijden en figuren verwijzen naar het boek Beeldtaal van Jos van den Broek. Deze
verwijzingen zijn voornamelijk handig ter illustratie maar ook zonder deze verwijzingen is de samenvatting
volledig dekkend. Daarbij zijn de definities en afbeeldingen uit deze samenvatting afkomstig uit het boek
Beeldtaal van Jos van den Broek. Aan deze definities en afbeeldingen ontleen ik geen enkel
recht[ CITATION Jos \l 1043 ].
SAMENVATTING BEELDTAAL
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.2 WAT BEDOELEN WE MET BEELD?
Beeld: alle communicatieve middelen die niet primair tekst zijn, door middel van een tweedimensionaal
medium tot ons komen (waaronder we dus bijvoorbeeld wel film kunnen rekenen maar geen
architectuur) en primair een communicatief-retorische functie hebben.
Het gaat dus niet om verbale taal (geschreven en gesproken) maar om beeldtaal. En vormen tussen beeld
en tekst in.
1.3 BEELD EN VORM
Vorm: onderdelen van beelden zijn vormen. Dus bijvoorbeeld een cartoon is opgebouwd uit een
rechthoek, lijn, vierkant etc.
Beeldelement: samengestelde figuren uit vormen. Dus bijvoorbeeld mensen, bomen, huizen die dus
samengesteld zijn uit vormen noemen we beeldelementen. En dus niet vormen zoals men dat soms zegt.
Het totaal van een voorstelling heet vervolgens het beeld. Dus alle beeldelementen bij elkaar vormen
samen een beeld.
1.4 BEELD EN TEKST
Een tweedimensionaal medium is bijvoorbeeld papier, beeldscherm, beamer, billboard etc.
Let op: het gaat dus niet om ruimtelijke figuren. Zoals gebouwen. Maar wel om driedimensionale
voorstellingen die via het platte vlak (2d medium) tot ons komen.
Ook tekst kan in een bepaalde vorm zijn opgebouwd.
1.5 BEELD EN DIMENSIE
Vormen kunnen de suggestie van 3d wekken door schaduwen en glimlichten.
Geonen: 2d of 3d vormen zoals vierkanten, kubussen, balken etc.
,Geon rendering: het op digitale wijze visuele eigenschappen toekennen aan geonen zoals kleur, structuur,
textuur, glans en tint).
1.6 KRACHT VAN BEELD EN TEKST
Beeldtaal gaat niet enkel over beelden soms ook over combinatie van beelden en tekst!
Visuele communicatie volgens Horn: de integratie van beelden, vormen (visuele elementen) en woorden
(verbale elementen) die samen één communicatie-eenheid vormen.
Pastiche: nabootsing van het werk van een bekende auteur. Met mogelijk humoristisch doeleinde.
Parodie: spottende nabootsing van het werk van een ander.
Tekst kan een beeld ene hele andere betekenis geven maar beeld kan ook tekst een andere betekenis
geven. Zie voorbeelden op blz. 16 en 17.
Het hoofd heeft altijd OF aandacht voor tekst OF voor beeld. Maar we kunnen wel snel schakelen.
Communicatief-retorisch: communiceren van wat vanzelfsprekend is.
Hierdoor kun je je bij elk beeld afvragen. Is het duidelijk? En overtuigt het?
Normatief kader: wat wel en niet deugd
1.8 DRIE THEORETISCHE SCHOLEN
Er zijn drie scholen vanuit waar in dit boek gekeken wordt naar beeld en beeldtaal. Die het mogelijk
maken keuzes te onderbouwen, een normatief kader te stellen en een begrippenapparaat biedt om zinnig
te kunnen praten over beeld.
De drie scholen:
Gestalttheorie (verklaart de perceptie van visuele communicatie) -> interpretatie (zien)
Semiotiek (verklaart dat je de betekenis van die visuele communicatie/tekens begrijpt)
(begrijpen)
Moderne retorica (verklaart hoe visuele communicatie je overtuigt) (overtuigd worden)
,SAMENVATTING BEELDTAAL
Hoofdstuk 2 Beeldgeletterdheid
2.1 DEFINITIES GENOEG
Beeldgeletterdheid: mogelijkheid visuele boodschappen te begrijpen en produceren. Vaardigheid om de
structuur en kernmerken van de afbeelding te decoderen, interpreteren, vervaardigen, bevragen en
evalueren.
2.2 TWEE PERSPECTIEVEN
Perspectief maker wat de maker moet kunnen om beeld te maken (technologie)
Perspectief gebruiker wat de gebruiker moet weten om beeld te begrijpen ( in context zetten)
De vaardigheden die beiden nodig hebben overlappen maar zijn niet hetzelfde. Voor extra uitleg zie blz.
22.
2.3 VAARDIGHEDEN EN KENNIS
Het gaat niet enkel om begrijpen maar ook om herkennen en onthouden. Beeld maak minder gebruik van
een vast vocabulaire dan verbale taal. Maar heeft het zeker wel.
Beeldgeletterdheid-lijstje
Het onderwerp van het beeld benoemen
De betekenis van het beeld begrijpen in de culturele context waarin het werd gemaakt en wordt
gebruikt
Grammatica, stijl en compositie ervan analyseren
De gebruikte technieken analyseren
De esthetische kwaliteit ervan evalueren
De kwaliteit ervan in termen van doel en publiek evalueren (bevooroordeeldheid herkennen)
De bevooroordeeldheid herkennen van personen in de afbeelding
2.4 GESTALT, SEMIOTIEK EN RETORICA
Gestalttheorie: Gestalt betekent totaalbeeld. Waarbij het totaalbeeld meer is dan de som van de
samenstellende delen. Het helpt ons bij het beantwoorden van vragen over: wat we precies zien; welke
vorm; hoe het kan dat we sommige zaken als vaste vorm zien en sommige als een warboel val elementen.
Het gaat om hoe we interpreteren wat we zien.
Semiotiek: Gaat vooral over de informativiteit van het beeld. Wat proberen de tekens en tekensystemen,
letters, verkeersborden, morseteken etc. te zeggen. Wat betekent wat we zien? Welke symbolen
herkennen we? Hoe komt het dat we dat weten? Leer van de tekens
Moderne retorica: de vraag naar overtuigingskracht van communicatiemiddelen. Met welke middelen
probeert de maker van het beeld de kijker te overtuigen? Gaat om het effect dat het middel op je heeft.
Dus je kan de verschillende vormen zien en herkennen (Gestalt), je kunt begrijpen wat ermee bedoeld
wordt (Semiotiek) en je kan reflecteren op de gevolgen voor de kijker (retorica).
, 2.5 INTERPRETATIE IS EEN ITERATIEF PROCES
Het is niet zo dat het proces van Gestalt, naar semiotiek naar retorica beweegt. Het kan best zijn dat je
eerst helemaal onder de indruk bent van een foto (retorica), daarna gaat nadenken wat dat betekent en
waardoor je onder de indruk bent (semiotiek) en dan concludeert dat het door de mooie kleuren komt
(Gestalt)
Het gaat dan ook om een iteratief proces.
Iteratief proces: proces dat heen en weer beweegt en waarbij de ene theorie de ander aanvult.
Zie tabel 2.1! Blz. 27
Beeldclichés: als een beeld zo ver voorkomt dat het originele eraf is. Maar omdat iedereen de beelden
herkent kun je ernaar verwijzen, op variëren of zelfs een persiflage (parodie of pastiche) op maken.
René Margritte: dit is geen pijp dit is een voorstelling van een
pijp. Dingen zijn vaak niet wat ze zijn maar zijn een voorstelling
van iets.
Metafoor: beeldspraak gebaseerd op vergelijking, waarbij een woord in een niet-letterlijke betekenis
wordt gebruikt. Dus bijvoorbeeld: onze samenleving is ziek. De samenleving is niet werkelijk ziek maar er
wordt gebruik gemaakt tussen overeenkomsten. Dit geldt ook voor beeld. Zo kun je een enzym complex
schematisch weergeven. Waarbij een geletterde direct de metaforische waarde begrijpt. Oh ze proberen
dit uit te drukken. Terwijl een ongeletterde niet zal begrijpen waar hij naar kijkt. Huh dit ziet er helemaal
niet echt zo uit?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nmavalk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.