Samenvatting spelling
Hoofdstuk 1 t/m 14
Hoofdstuk 1 | werkwoordsvormen
Tegenwoordige tijd
Zoek de stam van het werkwoord (eventueel de v f en de z s)
Bij ik: de stam
Bij jij voor het werkwoord: stam + t, achter het werkwoord: alleen de
stam
Bij hij, zij, u: stam + t
Meervoud: het hele werkwoord.
Verleden tijd
Zoek de stam van het (originele) werkwoord, dus voordat de eventuele v
en z worden veranderd in f en s. Staat de laatste letter van de stam in ’t
ex kofschip dan wordt het stam + te voor enkelvoud en + ten voor
meervoud.
Voltooid deelwoord
Zoek de stam van het (originele) werkwoord, dus voordat de eventuele v
en z worden veranderd in een f en s. Staat de laatste letter in ’t ex
kofschip, dan zet je er een t achter. Staat die laatste letter van de
originele stam niet in ’t ex kofschip, dan zet je, nadat je eventueel de v
en een f en de z in een s hebt veranderd, een d erachter.
Persoonsvorm
Het werkwoord dat je in een bepaalde zin in een andere tijd kunt zetten.
Kun je die tijd niet veranderen, dan is er geen sprake van een
persoonsvorm, maar van bijvoorbeeld een voltooid deelwoord of een
bijvoeglijk naamwoord. Uitzondering is de gebiedende wijs.
Stam
In principe het hele werkwoord zonder de laatste -en. De klinkerklank van
de stam en het hele werkwoord is vrijwel altijd dezelfde.
, Hoofdstuk 2 | werkwoordsvormen
Meervoudsvorming
-eren bij beperkte groep het-woorden die zich niet meer uitbreidt
(kind – kinderen).
-s komt meteen achter het zelfstandig naamwoord, tenzij er
uitspraakverwarring ontstaat. Dan zetten we meteen achter de
laatste klinker van het grondwoord een apostrof om de lettergreep
‘open’ te maken. Dat gebeurt bij lang uitgesproken klinkers
a (pinda – pinda’s), e (ave – ave’s), i (heli – heli’s), o (regio – regio’s),
u (accu – accu’s), en y (na medeklinker, pony – pony’s).
-en - als het zelfstandige naamwoord eindigt op:
o ee -ën (idee – ideeën)
o ie -ën als de klemtoon op de ie valt (relekwie – relekwieën)
o ie -n met een trema op de laatste e van het grondwoord als
de klemtoon niet op de ie valt (bacterie – bacteriën)
- als het zelfstandige naamwoord eindigt op onbeklemtoond -ik, -it,
-es, -et of -el. valt de klemtoon wél op de laatste lettergreep of is
de uitgang -as, -is, -os of -us, dan wordt de laatste letter van het
grondwoord verdubbeld.
Latijnse uitgang op -cus -ci (musicus – musici)
Latijnse uitgang op -um -a (datum – data)