Opleiding Praktijkdiploma Loonadministratie
Samenvatting Loonheffingen 2018/ 2019
Seher Selat
1
,Inhoudsopgave
1. Inleiding ............................................................................................................................................................................ 3
1.1 Instanties sociale zekerheid ............................................................................................................................................. 3
1.2 Basis loonbelasting .......................................................................................................................................................... 4
1.3 Ontstaan van de loonheffingen ....................................................................................................................................... 4
2. Salarisadministratie .......................................................................................................................................................... 5
2.1 Loonheffingen aangeven en afdragen ............................................................................................................................. 7
3. De loonheffingen .............................................................................................................................................................. 9
3.1 De werknemersverzekeringen ....................................................................................................................................... 10
3.2 Loonstaat ....................................................................................................................................................................... 11
3.3 Berekeningen................................................................................................................................................................. 13
3.4 Eigenrisicodrager werknemersverzekeringen ............................................................................................................... 14
4. Werkgever en werknemer .............................................................................................................................................. 15
5. Bijzondere arbeidsrelaties .............................................................................................................................................. 17
5.1 Bijzondere arbeidsverhoudingen ................................................................................................................................... 17
5.2 Directeuren .................................................................................................................................................................... 20
6. Loon ................................................................................................................................................................................ 20
6.1 VCR-methode ................................................................................................................................................................ 24
7. Werkkostenregeling........................................................................................................................................................ 24
7.1 Vergoedingen en verstrekkingen ................................................................................................................................... 25
7.2 Fiscale vrijstellingen ....................................................................................................................................................... 26
8. Vergoedingen en verstrekkingen .................................................................................................................................... 29
9. Tabellen en heffingskortingen ........................................................................................................................................ 37
9.1 Heffingskortingen .......................................................................................................................................................... 38
9.2 Tabellen voor de loonbelasting/ premies volksverzekeringen ...................................................................................... 39
10. Eindheffing, afdrachtverminderingen en WTL ........................................................................................................... 40
10.1 Eindheffing .................................................................................................................................................................. 40
10.2 Afdrachtverminderingen ............................................................................................................................................. 42
10.3 Wet tegemoetkomingen loondomein ......................................................................................................................... 44
11. Als zaken niet in orde zijn .......................................................................................................................................... 46
11.1 Boetestelsel ................................................................................................................................................................. 46
12. Bezwaar ..................................................................................................................................................................... 47
Bijlage 1: Opgaaf gegevens voor de loonheffingen .................................................................................................................. 49
Bijlage 2: Model Jaaropgaaf Belastingdienst ............................................................................................................................ 51
Bijlage 3: Wijziging aangiftetijdvak loonheffingen ................................................................................................................... 52
Bijlage 4: Model loonstaat........................................................................................................................................................ 53
Bijlage 5: Werking Wet DBA ..................................................................................................................................................... 54
Bijlage 5: Overzicht fictief dienstverband ................................................................................................................................. 55
2
, 1. Inleiding
Walvis/ Wet administratieve lastenverlichting in de sociale verzekeringen: de heffing van de premies
werknemersverzekeringen is overgedragen van UWV naar de Belastingdienst. De Belastingdienst valt onder het
ministerie van Financiën en bestaat uit vier organisatieonderdelen:
∙ Fiscaal/ belastingen: heffen en innen van verschillende belastingen en premies, zoals omzetbelasting,
loonbelasting, premies werknemersverzekeringen (kleur: blauw). Taken:
- Heffen van belastingen en premies: toegewezen aan de inspecteur
- Innen van de belastingen: dit gebeurt door de ontvanger
- Controleren van de belastingaangiften van burgers en bedrijven
∙ Douane: voornamelijk invoerrechten en accijnzen, controleren van invoer, uitvoer en doorvoer van goederen,
onder meer op het gebied van veiligheid, gezondheid, economie en milieu (kleur: groen).
∙ Toeslagen: het uitkeren van huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget (kleur:
rood).
∙ FIOD: het tegengaan van fiscale, financiële en economische fraude, het waarborgen van een integer beroeps-
en bedrijfsleven en de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit; de FIOD is de opsporingsorganisatie van
de Belastingdienst.
De belangrijkste organisaties binnen de sociale zekerheid in Nederland zijn: UWV, SVB, zorgverzekeraars, CAK,
Belastingdienst (Toeslagen) en gemeenten.
Het huidige besturingsmodel wordt gekenmerkt door lijndirecties voor de aansturing van de segmenten:
∙ Grote Ondernemingen – GO
∙ Particulieren, Dienstverlening en Bezwaar – PDB
∙ Midden Klein Bedrijf – MKB: onderverdeeld in starters, ZZP’ers en zelfstandigen zonder personeel/ MKB+
∙ Semi-Massaal Proces – SMP: kan iedere onderneming mee in aanmerking komen, bijvoorbeeld in het geval bij
naheffingsaanslagen of bij bezwaarzaken.
∙ Caribisch Nederland
Ondersteunende diensten:
- De Centrale Administratie - De Belastingtelefoon
- Facilitaire dienstverlening
∙ Heffing: de hoogte van de belastingschuld wordt vastgesteld.
∙ Inning: de ontvanger zorgt voor de invordering bij de belastingplichtige. Vrijwel alle premies worden door de
Belastingdienst geïnd. Uitzonderingen:
- UWV int de premie voor de vrijwillige werknemersverzekeringen;
- De SVB int de premie voor de vrijwillige volksverzekeringen;
- De zorgverzekeraars innen de nominale en aanvullende premie voor de Zvw.
Bij de volgende sociale voorziening worden geen premies geïnd, maar worden de kosten en uitkeringen uit de
algemene middelen van het Rijk betaald: de Toeslagenwet, de Wajong, de AKW en de Participatiewet.
∙ Collecterende functie: heffen en innen van premies.
∙ Distribuerende functie: verstrekken van uitkeringen, voorzieningen en toeslagen.
1.1 Instanties sociale zekerheid
Taken UWV:
∙ Premies vrijwillige werknemersverzekeringen
∙ Zorgt voor de uitkeringen ingevolge de werknemersverzekeringen: WW, WAO, WIA en ZW
∙ Verzorgt de uitkeringen conform de Wajong, de Toeslagenwet en de IOW
∙ Re-integreren van arbeidsgehandicapten en werklozen
∙ Verzorgt de Polisadministratie. Het dienstverband en loongegevens hiervoor krijgt UWV van de
Belastingdienst, die hiervoor als bron de periodieke loonaangiften gebruikt.
∙ Arbeidsbemiddeling
3
, De SVB zorgt voor de uitkeringen ingevolge de volksverzekeringen: AKW, Anw en AOW. Ook is de SVB
verantwoordelijk voor de beoordeling van de sociale verzekeringsplicht bij grensoverschrijdende arbeid.
De gemeenten verstrekken, via hun sociale diensten, o.a. voorzieningen in het kader van de Pw, de IOAW, de
IOAZ en de Wmo. Middelgrote en kleine gemeenten hebben vaak een gezamenlijke sociale dienst.
De zorgverzekeraars/ ziektekostenverzekeraars voeren de Zvw uit. Bijzondere ziektekosten worden uit de Wlz
bekostigd, die ook door de zorgverzekeraars wordt uitgevoerd. Per regio wordt voor de gezamenlijke
zorgverzekeraars een Wlz-uitvoerder aangewezen, het zogenaamde zorgkantoor. De nominale en aanvullende
premies voor de Zvw worden rechtstreeks aan de zorgverzekeraar betaald. De zogenoemde
‘inkomensafhankelijke bijdrage’ en de premie voor de Wlz worden door de Belastingdienst geïnd.
Het CAK – Centraal Administratie Kantoor int de bijdrage voor Wmo en Wlz en is verantwoordelijk voor de
financiering van de Wlz-instellingen. Ook voert het CAK de zogenoemde burgerregelingen uit in het kader van
de zorg: regelingen voor wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en onverzekerbare vreemdelingen
(zonder verblijfsvergunning), en de buitenlandregeling.
De Belastingdienst (rood) is verantwoordelijk voor de uitkeringen ingevolge de inkomensafhankelijke regeling:
zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget.
1.2 Basis loonbelasting
Loonheffingen:
- Loonbelasting - Premies werknemersverzekeringen
- Premies volksverzekeringen - Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw
∙ AWR – Algemene wet inzake rijksbelastingen: basisprincipes van alle belastingwetten.
∙ Wet LB – Wet op de loonbelastingen 1964: heffing en inning van de loonbelasting.
∙ Wfsv – Wet financiering sociale verzekeringen: regels voor de inning van premies en volksverzekeringen en
werknemersverzekeringen.
∙ Zvw: nominale premie en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw.
Bovenstaande wetten hebben een langdurig traject doorlopen via de Tweede en Eerste kamer. Regelgeving die
sneller moet worden vastgesteld, kan via een Besluit/ Algemene Maatregel van Bestuur – AmvB, bijvoorbeeld
het wijzigen van een belastingpercentage. Hieraan komt alleen de Ministerraad te pas. In sommige gevallen
kan het via een regeling, die door de Minister kan worden vastgesteld. Samenvattend vinden we de wet- en
regelgeving in:
- Wetten; - Internationale verdragen;
- (Uitvoerings)besluiten; - Jurisprudentie (uitspraken van rechters).
- (Uitvoerings)regelingen;
1.3 Ontstaan van de loonheffingen
Aanleiding is invorderingsproblemen. In oorsprong is de loonbelasting een voorheffing op de
inkomstenbelasting. Dit had ermee te maken dat de inkomstenbelasting een tijdvakbelasting was en achteraf
geheven werd. Voor sommige werknemers is de loonbelasting meteen een eindheffing, zodat er geen
‘eindafrekening’ via de inkomstenbelasting meer volgt. Bij anderen wordt via de inkomstenbelasting alles
‘rechtgetrokken’, bijvoorbeeld als er naast de dienstbetrekking nog andere inkomsten of aftrekposten zijn.
Voordelen:
∙ Heffing komt sneller en voordeliger binnen;
∙ Op moment van uitbetaling vinden de inhoudingen plaats, zodat de belastingplichtige precies weet waar hij
aan toe is.
De loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Dit houdt het volgende in:
∙ De verstrekker van het loon of de uitkering houdt de loonbelasting in. De verstrekker noemen we de
inhoudingsplichtige.
∙ De ontvanger van het loon of de uitkering hoeft door deze inhouding een of minder inkomstenbelasting te
betalen. De ontvanger noemen we de werknemer.
4