Hoorcollege 1 Ontwikkeling en psychopathologie Inleiding in
de ontwikkelingspsychopathologie
_____________________________________________________________________
_
Ontwikkeling van het kind wijkt af, dit gaan we vanuit biologische/gezins/sociale en culturele context
invalshoeken bekijken.
ook individuele verschillen spelen hierbij een rol. Gender, emotieverwerking, seksualiteit, hechting.
Er wordt gekeken naar wat normaal gevonden kan worden gezien het ontwikkelingsniveau van het
kind, wordt ook wel het ontwikkelingsreferentiekader genoemd.
Pubers laten een bepaalde maten van omstandig gedrag zien.
Bij Psychopathologie gaan wij ervan uit dat er iets is misgelopen in de normale ontwikkeling.
Hiervoor kunnen wij verschillende modellen gebruiken, om de oorzaak in kaart te brengen.
Is het gedrag uitzonderlijk? Dit kan je zien door te kijken naar de prevalentie van een aandoening, dit
is het percentage van de bevolking met een stoornis.
Veel kinderen in Nederland leven met ouder met GGZ-problemen, pyschische of
verslavingsproblemen (KOPP). Kinderen kunnen schuldgevoelens/schaamte hebben en kunnen
daardoor het probleem bij hen zelf leggen.
Problemen die zich voordoen bij de ontwikkeling kunnen levenslange negatieve consequenties
hebben. De consequenties zijn het grootst wanneer de klachten lange tijd onbehandeld blijven.
Ongeveer 20% van deze kinderen zullen levenslang moeilijkheden ervaren; hebben minder kans om
school af te ronden; en hebben vaker sociale problemen.
De ontwikkeling van mentaal gezonde kinderen en adolescenten: wat is normaal?
- Ervaren een goede kwaliteit van leven;
- Functioneren goed: thuis, op school en in samenleving;
- Hebben geen symptomen van psychopathologie die hun ontwikkeling hinderen.
Het algemene ontwikkelingsreferentiekader houdt zich bezig met de:
- biologische factoren: afwijkend gedrag begrijpen. Biochemica, hersenstructuur, neurologisch en
neurpsychologisch functioneren. Maar ook naar het temperament. Psychologische factoren
beïnvloeden het lichaam (eetstoornissen) en biologische processen kunnen de kans op
psychologische problemen vergroten (hersenschade).
- individuele factoren: persoonlijkheidstrekken, gedachteprocessen, emoties en geïnternaliseerde
verwachtingen.
- familiegerelateerde factoren: de familie waarin een kind opgroeit. Hechting en opvoedstijl van de
ouders spelen een belangrijke rol bij het begrijpen van het gedrag van kinderen.
- sociale factoren: relaties met leeftijdsgenoten (peer-relations) en de relatie met buiten-familiaire
volwassenen, zoals docenten die voor kinderen rolmodellen kunnen zijn
- culturele factoren: sociale klasse, armoede, immigratie en acculturatie.
Deze factoren hebben interactie met elkaar en moeten dus niet gezien worden als losstaand.
4 D’s model opgesteld dat de soorten gedrag omschrijft dat kan duiden op psychopathologie
Afwijkend the four D’s:
Dysfunction: gedragen/gedachten/gevoelens die dysfunctioneel zijn om dat ze interfereren met
,iemands vermogen om te functioneren in het dagelijks leven een baan te hebben of een hechte
relatie aan te gaan
Distress: gedragingen of gevoelens die leed oproepen bij een persoon of anderen om hem heen die
als niet normaal wordt beschouwd
Deviance: afwijkend gedrag, zoals het horen van stemmen
Danger: gevaarlijke gedragingen/gevoelens.
Stigmatisering is het proces waarbij bepaalde kenmerken aan een bepaalde persoon of groep
worden toegekend. Deze kenmerken worden om deze reden ook wel stigma’s genoemd.
Stigmatisering kan leiden tot vooroordelen en een vertekend zelfbeeld.
Stigmatisering ontstaat al op zeer jonge leeftijd. Kinderen met psychische problemen voelen zich al
op jonge leeftijd buitengesloten, waardoor angst of onzekerheid ontstaat om problemen
bespreekbaar te maken. Dat maakt het vragen om hulp moeilijker en kunnen de problemen
verergeren.
Ouders: meestal schaamte, angst- en/of schuldgevoel
Kinderen: vaak ervaring met geheimhouding van de problemen en afwijzing.
Veel onwetendheid en intolerantie:
- Volwassenen denken vaak dat kinderen te vaak een diagnose krijgen, te veel medicatie nemen en
dat de ouders van dit soort kinderen slechte opvoeders zijn.
- Kinderen volgen de opvattingen van volwassenen.
Aandacht hebben voor de signalering van problematiek en de risico’s van stigmatisering:
- door de juiste behandelingen kunnen de kinderen grote achterstanden in halen.
- Als het kind al enige tijd heeft te maken gehad met moeilijkheden, kan het zich alsnog goed
herstellen.
- Daarom is het belangrijk om veel aandacht te hebben voor preventie (wanneer je al risicogedrag
ziet) en interventie.
- Daarvoor is kennis over de ontwikkeling van psychopathologie noodzakelijk.
Interventies worden thuis of in de eigen omgeving van ouders/kind uitgevoerd. Soms is een tijdelijke
uit huis plaatsing nodig. (Tijd voor Toontje – schildpad handpop, wordt gebruikt in de
vrouwenopvang om geweld in huis bij kinderen bespreekbaar te maken).
Definitie van de ontwikkelingspsychopathologie, normale ontwikkeling, de
ontwikkelingspsychopathologie houdt rekening met:
- het patroon van afwijkend gedrag: problemen tijdens de ontwikkeling horen erbij, significante
afwijking is van belang.
- Het patroon van normale ontwikkeling
- Omgevingsinvloeden
- Het patroon van afwijkend gedrag
- Het patroon van normale ontwikkeling (developmental tasks and pathways)
,Stage Salient Issues is een term die verwijst naar de belangrijkste ontwikkelingsopdracht waaraan
een kind moet voldoen om succesvol vooruit te kunnen in de ontwikkeling en door te kunnen naar de
volgende stap. Een kind dat onzeker is heeft een minder grote kans om in de toekomst op een
succesvolle manier met de volgende ontwikkelingstaken om te kunnen gaan. Het gaat hierbij om
kansen of mogelijke routes.
Ontwikkelingspsychopathologie is gebaseerd op drie assumpties, die lijdend zijn in het onderzoek,
theorievorming en prakijk:
- Afwijkend gedrag heeft altijd meerdere oorzaken (multiply determined), je kijkt verder dan de
huidige symptomen.
- Psychopathologie ontstaat door interactie tussen kind en omgeving, je kan het niet los zien.
- Afwijkend gedrag wordt gekenmerkt door continue en discontinue processen, continue zijn
geleidelijk en worden gekenmerkt door kwantitatieve toename – de symptomen die een kind laat
zien nemen toe met leeftijd. Discontinue verloopt stapsgewijs, problemen lijken dan ineens te
ontstaan.
Ontwikkelingspaden: op welke momenten in de ontwikkeling en vanwege welke redenen ontstaan
afwijkingen van de normale ontwikkeling. Bijvoorbeeld overleiden van moeder.
Het is ook mogelijk dat kinderen uit een stoornis kunnen groeien.
Multifinality - Dezelfde beginsituaties kunnen leiden tot verschillende uitkomsten.
Equifinality - Verschillende beginsituaties kunnen leiden tot overeenkomstige uitkomsten.
Risico en Beschermende factoren
- Interactie tussen factoren in meerdere contexten
- Individuele kwetsbaarheid/veerkracht (resilience) bepaalt de mate van invloed
Kinderen die ondanks allerlei risicofactoren ‘gezond’ blijven noemen we veerkrachtig.
- Aandacht voor mechanismen of ontwikkelingsprocessen die de werking van factoren versterken
Risico is elke voorwaarde of omstandigheid die de kans op psychopathologie verhoogt. Een
kwetsbaar persoon, maakt dat kind gevoeliger is voor een risicofactor.
Biologische context: aangeboren afwijkingen, neurobiologische verschillen of inadequate
, voeding
individuele context: cognitieve problemen, lage zelfcontrole
familie context: verwaarlozing
interpersoonlijke context: anti sociale leeftijdsgenoten.
Je kunt gepest worden, maar je kunt ook sensitieve responsieve ouders hebben die je beschermfactor
zijn, waardoor zij het kind kunnen begeleiden. Wanneer ouders afwezig zijn, kan dit wel zorgen voor
problemen voor het kind
Intelligentie en het hebben van een makkelijk temperament kunnen ervoor zorgen dat je makkelijker
met teleurstellingen om kunt gaan.
Kinderen met twee ouders die alcoholist zijn hebben grotere kans op psychopathologie dan kinderen
met één alcoholistische ouder. Toch is dit ook weer kind afhankelijk.
In de psychopathologie wordt gebruik gemaakt van het transactioneel model:
Er wordt gekeken naar de interactie naar het kind en de omgeving over tijd.
- Serie van dynamische interacties tussen het kind, gezin en de bredere sociale context die elkaar
wederzijds beïnvloeden
- Kind en omgeving veranderen als gevolg van de interacties (hebben beide een actieve invloed)
- Voorbeeld van developmental cascade – ene probleem stapelt zich op wat zorgt voor meer
invloeden:
Kindje is te vroeg geboren – moeder is onzeker over haar opvoed vaardigheden, omdat er twijfels zijn
over zijn gezondheid – kindje ontwikkeld moeilijkheden met slapen en eten – ouders moeten extra
moeite doen om kind tevreden te houden – moeder trekt zich terug door stress – hierdoor minder
interacties tussen moeder en kind – er ontstaat een taalachterstand, dit is direct te zien in de
kleuterklas – dit heeft gevolgen voor academische prestaties en relaties met leeftijdsgenoten.
Mediator verklaart (een deel) van de relatie