100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Leren op school - premaster (forensische) orthopedagogiek 1.1 €6,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Leren op school - premaster (forensische) orthopedagogiek 1.1

4 beoordelingen
 206 keer bekeken  8 keer verkocht

Een samenvatting van het vak Leren op school. Dit vak wordt gegeven op de universiteit van Amsterdam zowel aan de premaster studenten als aan de reguliere bachelor studenten. het vak heb ik zelf dankzij deze uitwerking afgerond met een 8.7

Voorbeeld 4 van de 98  pagina's

  • 10 oktober 2019
  • 98
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)

4  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ambervanburk • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: tvhout • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: suzannegips • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: mhpvanbeurden • 4 jaar geleden

avatar-seller
veraolieslagers
Leren op school premaster (forensische) orthopedagogiek semester 1 blok 1


Hoorcollege 1 de school als pedagogische context 2-9-2019

De school als context waar
kinderen specifieke
vaardigheden opdoen, zoals taal,
lezen en spellen, begrijpend
lezen en rekenen.

Daarnaast stilstaan bij
intelligentie en leerpotentie. Dit
heeft immers met elkaar te
maken.

Passend onderwijs: hoe wordt
school vormgegeven. Hoe leren
kinderen en hoe moet onderwijs
vormgegeven worden.

De rol van orthopedagoog: hoe krijg je als orthopedagoog te maken met passend onderwijs, met alle
vaardigheden waar kinderen mee te maken krijgen etc.

Naast de invloed van school zijn er ook de invloeden van buitenaf, de invloeden vanuit de school,
wijk etc. Hoe ouders het leren van de kinderen op school kunnen beïnvloeden. Dit schema komt
ieder college terug. Belangrijk om de verbanden in de gaten te houden.

Vandaag: de school als de context. De rol van de school en leerkracht en hoe de orthopedagoog
verbonden is aan een school en hoe de leerling zich positioneert op een school.

Oefencasussen:
• “Tessa beheerst de stof van groep 6 nog onvoldoende. Ze haalt zwakke tot zeer zwakke
resultaten op alle schooltoetsen. Het is een jonge leerling. Met het eind van de basisschool in
zicht gaan ouders en leerkrachten met elkaar in gesprek om te kijken wat het beste is voor
Tessa. Zij gaan onder andere bespreken of zij wellicht een jaar moet blijven zitten en/of er een
eigen leerweg ingezet moet worden vanaf volgend jaar.”
• “Amara beheerst de stof van groep 6 juist uitstekend. Zij behaalt hoge resultaten op alle
schooltoetsen. Voor de meeste vakken beheerst zij zelfs al het niveau van groep 7 of 8. Amara
is erg gemotiveerd om te leren en is breed geïnteresseerd. De leerkracht vraagt zich af of de
komende twee jaar op de basisschool nog wel uitdagend genoeg zijn voor Amara gaat in
gesprek met haar ouders. Ze bespreken onder andere of Amara misschien een klas moet
overslaan en/of zij wellicht baat heeft bij plaatsing in een plusklas.”

Onderwerpen dit college:
- De school
➢ De taak van de school
- Kerndoelen
- Leerlijnen
- Ontwikkelingsperspectieven
- Enkele ‘middelen’ van de school
- Geboortemaand effect
- Blijven zitten
- Versnellen
- De orthopedagoog (wat is zijn of haar rol?)


1

,Leren op school premaster (forensische) orthopedagogiek semester 1 blok 1



Leren op de basisschool (wat is o.a. van invloed?)
- Cognitieve uitdaging en passende begeleiding (het beschikbare aanbod)
- Plaatsing (in welke groep zit je)
- Klasklimaat
- Relaties met leerkrachten
- Relaties met leeftijdsgenootjes

Hoe maak je een aanbod op school wat voor iedereen passend is? Enerzijds wat betreft het bieden
van uitdaging maar vooral ook voor de leerlingen met moeilijkheden. Hoe kun je die kinderen die het
wat moeilijker hebben het best begeleiden?

De school als pedagogische context.
- Onderwijs heeft drie belangrijke functies.
Het moet zorgen dat kinderen klaargestoomd worden voor deelname in de samenleving:
➢ Op gebied van persoonlijke ontwikkeling van kinderen
➢ Overdracht van maatschappelijke en culturele waarden
➢ Toerusten voor participatie in de samenleving.

Kinderen zijn veel op school, de school heeft dus een belangrijke taak.
- Kerndoelen:
➢ Leerdoelen die landelijk gelden en wettelijk verplicht zijn. Het aanbod op de basisschool
dient erop gericht te zijn om deze doelen te behalen.
➢ Van basis- tot voortgezet onderwijs.
➢ Richtlijnen en minimumeisen niveau van kennis en vaardigheden. (Wat moet een kind
minimaal kunnen aan het eind van de basisschool?)
➢ Tussendoelen en referentieniveaus voor rekenen en Nederlandse taal (8 à 10 niveaus).
Dit zijn de kernvaardigheden in onze samenleving.
➢ Scholen richten zelf het onderwijs verder in. (Hoe bereiken leerlingen op scholen deze
doelen? Dat mogen scholen zelf bepalen. Er moet gedurende de hele basisschool aan
gewerkt worden.)
➢ Er zijn kerndoelen op het gebied van : Nederlands, Engels, (Fries), rekenen/wiskunde,
oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs.

- Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen
➢ 1f (fundamenteel)
Het minimumniveau wat behaald moet zijn aan het eind van de basisschool om deel te
kunnen nemen aan de samenleving.
➢ 1S (streef)
Het streefniveau, het gemiddelde niveau en het niveau wat alle scholen hopen te
bereiken.

- Ontwikkelingsperspectief met passende doelen
Als blijkt dat het fundamentele doel niet behaald gaat worden kan een school kiezen voor
een ontwikkelingsperspectief(plan) met passende doelen. Zodat kinderen op hun eigen
manier nog zoveel mogelijk doelen wel kunnen halen. Een op maat gemaakt leertraject. Over
het algemeen geldt een standaardaanpak voor de klas, er wordt in ieder geval naar beneden
gedifferentieerd als blijkt dat leerlingen behaalde kerndoelen niet kunnen behalen. Er kan
ook naar boven gedifferentieerd worden maar dit is minder in richtlijnen vastgelegd.

- Leerlijnen: Om deze doelen te bereiken wordt er gebruik gemaakt van leerlijnen. Hierin staat
beschreven hoe er gedurende de basisschool toegewerkt wordt naar zo’n kerndoel.

2

,Leren op school premaster (forensische) orthopedagogiek semester 1 blok 1


➢ Gemaakt door de school, scholen bepalen zelf met welke methoden etc. ze aan de slag
gaan.
➢ Geven weer hoe school aan doelen werkt
➢ Van kerndoel naar concrete doelen met tussenstappen per leerjaar. Waar is een kind op
welk moment mee bezig?
Dit moet op papier staan.

- Ontwikkelingsperspectief: het kind wijkt af van de gangbare leerlijn van de school. Er wordt
dan een leerlijn gemaakt voor een individuele leerling.
➢ Eigen leerlijn
➢ Passende doelstellingen
➢ Passende perspectieven
➢ Talenten en mogelijkheden leerling.
Er moet nauwkeurig gekeken worden wat de talenten, mogelijkheden en beperkingen etc. zijn. Hier
speelt een orthopedagoog een rol. Dit speelt zich binnen de school af.

Dus…
- Een kind brengt veel tijd door op school
- School is verantwoordelijk voor cognitieve ontwikkeling van kinderen.
- Volgend college: wie is er op welke manier betrokken bij onderwijs afstemmen op leerling?
- Vandaag: 3 middelen/ kenmerken van school die schoolloopbaan bepalen
➢ Geboortemaand
➢ Blijven zitten
➢ Versnellen

Geboortemaand:
- Kinderen gaan in Nederland naar school vanaf hun 4e verjaardag, kinderen gaan gebruikelijk
meteen na de 4e verjaardag. Kinderen zijn pas verplicht vanaf hun 5e. Kinderen zijn op een
ander moment jarig en stromen dus ook op een ander moment in
- Het schooljaar start altijd rond 1 september.
- Alleen kinderen die in de zomer jarig zijn kunnen precies 8 jaar over de basisschool doen. Alle
andere kinderen zitten korter of langer dan 8 jaar op school. Dit is afhankelijk van wanneer je
instroomt/ wanneer je doorstroomt naar groep 3.
- Kinderen binnen een groep verschillen daardoor ongeveer 1 jaar in leeftijd. De jongste
leerling uit één groep kan dus weinig verschillen qua leeftijd met de oudste leerling uit een
andere groep. Toch zitten ze apart.
- Dit geldt niet alleen op school, ook bij activiteiten in de vrije tijd.
- In Nederland is er geen harde grens (meer) voor plaatsing in een bepaalde groep. Er wordt
per kind bepaald of een kind wel of niet naar groep 3 gaat.
- Voorheen was deze grens 1 oktober (werd je voor 1 oktober 6, dan ging je naar groep 3)
- Later werd dit 1 januari (werd je voor 1 januari 6, dan ging je naar groep 3)
- Beslissing wordt genomen op basis van de ontwikkeling van het kind.
- Dit speelt vooral een rol bij de overgang van kleuters naar groep 3. Wanneer stroom je door
naar groep 3?
- In competitieve onderwijssystemen leeftijdspositie soms bewust bepaald. Kinderen worden
bewust een jaar achter gehouden om later de beste van de klas te kunnen zijn (Amerika).

Binnen een onderwijssysteem is er dus puur op basis van verjaardagen veel verschil in een klas.
Kinderen die zijn geboren tussen oktober en december zijn meestal de jongste leerlingen. (Uitgegaan
van de grens in januari, deze kinderen zijn dan net voor de doorstroomgrens jarig)
Kinderen die zijn geboren tussen januari en maart zijn meestal de oudste leerlingen. (net na de grens
jarig en moeten dus een jaar wachten.)

3

, Leren op school premaster (forensische) orthopedagogiek semester 1 blok 1



Is die variatie in een klas erg? Wat betekent die variatie?
Binnen een klas heb je met grote verschillen te maken, cognitief, sociaal, leerbereidheid etc. Wat ga
je aanbieden? De stof is gebaseerd op de gemiddelde leerling. De stof kan voor kinderen die wat
jonger zijn in verhouding wat moeilijker zijn dan voor kinderen die al wat ouder zijn. Kinderen
verschillen puur op basis van leeftijd al best veel in hun schoolloopbaan.

Verachtert et al. (2010): Belgisch onderzoek
Hebben onderzoek gedaan naar geboortemaand. Hebben gekeken naar de groep waar kinderen
inzitten en of dat passend is. Of zitten de kinderen een groep hoger of lager dan je zou verwachten op
basis van hun leeftijd. In welke maand zijn deze kinderen geboren. Net voor de zomer, na de zomer of
in de winter. Kinderen die versneld zijn zitten hoger dan je verwacht. Bijna al deze kinderen hebben
een geboortedatum in januari tot maart. Zijn in een groep de oudste leerlingen en stromen dus sneller
door naar een hogere groep. Kinderen geboren in oktober tot december zijn jongere kinderen, die zie
je bijna nooit een groep hoger dan je zou verwachten. Kinderen die jonger zijn blijven eerder zitten.
Deze kinderen zijn aan het eind van het kalenderjaar jarig.

Geboortemaand – verachtert et al. (2010)
- Jonge kinderen blijven vaker zitten
- Jonge kinderen presteren gemiddeld minder goed op rekenen
Is logisch, kinderen zijn nog minder ver in hun ontwikkeling, stof is naar verhouding
moeilijker en blijven op basis van leeftijd achter.
- Verschillen nemen in de tweede helft van de basisschool periode af.
In groep 3 is dit verschil het grootst. Doordat kinderen gedurende het basisschool dezelfde
stof krijgen aangeboden nemen deze verschillen ook weer af.
- Er is sociale ongelijkheid binnen het onderwijs door verschillen in geboortemaand. Voor
jonge kinderen is het wat moeilijker.
- Jongste kinderen binnen een groep worden onderschat. De stof zal nog wel te moeilijk zijn,
hoeft niet zo te zijn?
- De standaard is te hoog gegrepen voor jongste kinderen.
Het is lastig om een goede inschatting te maken, kan het kind dit aan ja of nee? Wat kun je
verwachten?

Blijven zitten:
Denkoefening: Binnen de groep kinderen die zijn blijven zitten presteren de jongere kinderen wat
beter dan de oudere kinderen. Hoe kan dit? Wat is het effect van blijven zitten? Als je kijkt naar het
niveau van alle kinderen die zijn blijven zitten. Hoe kan dat?

- De uitkomsten in leeropbrengsten (vaardigheden op school, toetsen) zijn voor kinderen die
zijn blijven zitten ten opzichte van vergelijkbare kinderen die niet zijn blijven zitten meestal
gelijk/ negatief. Het effect van blijven zitten op de leerprestaties is neutraal/ negatief
- De uitkomsten in welbevinden en gedrag (sociaal emotioneel) zijn voor kinderen die zijn
blijven zitten ten opzichte van vergelijkbare kinderen die niet zijn blijven zitten meestal gelijk/
negatief. Het effect van blijven zitten op welbevinden en gedrag is neutraal/ negatief.

Blijven zitten – Jimerson (2001)
- Meta-analyse van 20 studies
- Vergelijking van leerlingen die wel/ niet zijn blijven zitten, maar gelijk zijn in intelligentie,
leerprestaties (voor ze bleven zitten), SES, welbevinden en gender. Kinderen leken heel erg
op elkaar. Wordt met terugwerkende kracht bekeken.
- 95% van de studies vindt gelijke of betere uitkomsten bij controlegroep, zowel wat betreft
leren als wat betreft welbevinden en gedrag. Controlegroep (zijn niet blijven zitten).

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper veraolieslagers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99  8x  verkocht
  • (4)
  Kopen