BLOK 4.2 GROUPS AT WORK – Probleem/thema 1
Vignet 1
Mathieu, J., Maynard M.T., Rapp, T., & Gilson, L. (2008). Team effectiveness 1997-2007: A review of
recent advancements and a glimpse into the future. Journal of Management, 34(3), 410–476.
Voor de definitie van work teams wordt de definitie van Kozlowski en Bell aangehouden: ‘collectives
who exist to perform organizationally relevant tasks, share one or more common goals, interact
socially, exhibit task interdependencies, maintain and manage boundaries, and are embedded in an
organizational context that sets boundaries, constrains the team, and influences exchanges with
other units in the broader entity.’
Work teams hebben dus een bepaalde mate van onderlinge afhankelijkheid en ze opereren in een
organisationele context die hun functioneren beïnvloedt. Teams delen relevante taken, gezamenlijke
doelen, en ze hebben sociale interactie en onderlinge afhankelijkheid.
Cohen, S. G., & Bailey, D.E. (1997). What makes teams work: Group effectiveness research from the
shop floor to the executive suite. Journal of Management, 23(3), 239–290.
Belangrijke definities
Team
Wat is een team in een organisationele setting? Een team is een verzameling van individuen die
onderling afhankelijk van elkaar zijn in hun taken, die gedeelde verantwoordelijkheid voor de
uitkomsten hebben, die zichzelf zien als een intacte sociale entiteit ingebed in een of meer grotere
sociale systemen, en die hun relaties managen binnen de organisationele grenzen. In dit hoofdstuk
wordt zowel het woord ‘team’ als groep’ gebruikt. Er is geen duidelijk onderscheid tussen de termen
dus ze worden door elkaar gebruikt.
Soorten teams
Er kunnen vier soorten teams bestaan in organisaties:
1. Work teams: werkteams zijn werkunits die verantwoordelijk zijn voor het produceren van
goederen of leveren van diensten. Hun membership is stabiel, vaak full-time en duidelijk
gedefinieerd. Over het algemeen worden werkteams aangestuurd door supervisors die de
meeste beslissingen maken over hoe wat gedaan moet worden en wie dit gaat doen.
Tegenwoordig komen alternatieve vormen van werkteams op: self-managing, autonome
teams hierbij worden werknemers betrokken bij het maken van de beslissingen.
2. Parallel teams: bestaat uit mensen van verschillende werkunits of banen om functies uit te
voeren die de organisatie niet kan uitvoeren. Over het algemeen hebben ze weinig autoriteit
en doen ze alleen maar aanbevelingen aan individuen hoger in de organisatie. Voorbeeld:
kwaliteitsverbetering-teams
3. Project teams: zijn time-limited, ze produceren eenmalige outputs zoals een nieuw product
of dienst, of een nieuw informatiesysteem. Ze zijn non-repetitief van aard en hierbij past
men kennis en expertise toe. Vaak bestaan projectteams uit leden van verschillende
disciplines en afdelingen. Wanneer een project klaar keren de leden weer terug naar hun
eigen unit of gaan ze verder met een nieuw project.
4. Management teams: coördineren en bieden een richting aan de sub-units die onder hun
zitten. Het managementteam is verantwoordelijk voor de algehele prestatie van een
bedrijfsunit. De autoriteit komt door de hiërarchische plaats van de leden: het bestaat uit de
managers die verantwoordelijk zijn voor een sub-unit. Ze passen expertise toe en delen
verantwoordelijkheid voor het succes van het bedrijf.
1
, Kozlowski, S.W.J. & Bell, B.L. (2003). Work groups and teams in organizations. In Handbook of
Psychology: Industrial and Organizational Psychology (pp. 333–375).
Kozlowski en Bell maken ook geen onderscheid tussen werkteams en werkgroepen. Werkteams en
groepen bestaan uit twee of meer individuen die:
Bestaan om organisationeel relevante taken uit te voeren
Een of meerdere gezamenlijke doelen delen
Sociaal interacteren
Onderlinge afhankelijkheid tonen
Grenzen behouden en managen
Ingebed zijn in een organisationele context die grenzen stelt, het team beperkt en
uitwisselingen beïnvloedt met andere units.
Teams bestaan in een open, maar begrensd systeem die bestaat uit meerdere niveaus. Dit bredere
systeem legt top-down beperkingen op aan het teamfunctioneren. Tegelijkertijd zijn teamresponses
complexe bottom-up fenomenen die over de tijd heen ontstaan door individuele cognitie, affect,
gedrag en interacties tussen de leden in het team. Hierdoor zijn er vier conceptuele kwesties van
belang bij het onderzoeken en begrijpen van werkteams:
2