Fifianne Rigter, i6180902
Inleverdatum: 24-10-2018
Takehometoets
In hoeverre was er sprake van een gezonde zwangerschap? Vraag
dit na bij je ouders/opvoeders.
Mijn moeder heeft tijdens haar zwangerschap niet zelf gerookt, zoveel mogelijk rokende mensen
vermeden (dus ook niet passief gerookt), geen drugs gebruikt en geen alcohol gedronken. Dit blijkt
uit het feit dat alle mogelijke, negatieve gevolgen van roken niet op de zwangerschap en mijn
ontwikkeling van toepassing zijn. Als mijn moeder wel had gerookt tijdens haar zwangerschap dan
had dit een ernstige impact op mijn ontwikkeling kunnen hebben. Roken tijdens de zwangerschap
verhoogt de kans op een miskraam. Een miskraam kan veroorzaakt worden doordat stoffen die in
tabak zitten ervoor kunnen zorgen dat de placenta vroegtijdig loslaat waardoor de baby geen
zuurstof meer krijgt en overlijdt. Ook kan het leiden tot aangeboren afwijkingen aan onder meer het
gezicht, bewegingsapparaat, hart, ledematen, spijsverteringskanaal, schedel en de ogen bij de
baby(Abraham et al., 2017; McEvoy & Spindel, 2017; Nicoletti et al., 2014) Roken tijdens de
zwangerschap kan hiernaast de kans verhogen op een minder goede functionaliteit van de longen
van de baby (Palmer et al., 2016), een laag geboorte gewicht, vroeggeboorte, doodgeboorte en
wiegendood. Baby’s die te vroeg geboren worden, zijn nog niet helemaal ontwikkeld en volgroeid.
Dit zorgt ervoor dat ze kwetsbaarder zijn voor infecties en dat ze ontwikkelings- en/of
groeiproblemen kunnen krijgen. Mogelijke negatieve gevolgen van roken tijdens de zwangerschap op
de langere termijn zijn overgewicht, astma (Huang et al., 2018; Rayfield & Plugge, 2017;
Croes & de Josselin - de Jong, 2014), ADHD, leerproblemen, een verminderd cognitief
functioneren (Clifford et al., 2012), verminderd hersenvolume (Marroun et al., 2014),
gedragsproblemen (Palmer et al., 2016) en dat het kind zelf vroeg(er) begint met het gebruiken
van tabak, marihuana en alcohol.
225 woorden (zonder auteurs tussen haakjes)
Roken | Cijfers & Context | Gevolgen | Volksgezondheidenzorg.info. (2018). Van
https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/roken/cijfers-context/gevolgen
Rond de zwangerschap. (z.d.). Van https://www.rokeninfo.nl/professionals/cijfers-gebruik-en-
gevolgen/rond-de-zwangerschap
, In hoeverre was er sprake van een gezonde hechting, welke
opvoedingsstijl werd gehanteerd en welke gevolgen had deze stijl
voor jouw ontwikkeling?
De hechting tussen mij en mijn ouders was een gezonde hechting. In de relatie tussen mijn ouders en
mij hebben altijd veiligheid en vertrouwen centraal gestaan. Mijn ouders waren er tijdens de
hechtingsperiode altijd voor mij en lieten mij nooit in de steek. De hechting tussen mijn ouders en mij
was dus veilige hechting(Karavasilis, L., Doyle, A. B., & Markiewicz, D. , 2003)
en dat was een gezonde hechting.
De opvoedingsstijl die mijn ouders bij mij gehanteerd hebben is de autoritatieve opvoeding. Dit wil
zeggen dat mijn ouders ‘huisregels’ maakte waaraan ik mij moest houden, er was dus gezag in huis.
Ze gaven vervolgens wel de redenen waarom ik mij aan die regels moest houden en controleerden of
ik mij ook aan deze regels hield. Als ik echter ergens het niet mee eens was, respecteerden ze dat. Ze
waren altijd bereid om naar mijn standpunt te luisteren en om die in overweging te nemen. Ook als
er belangrijke beslissingen in het gezin gemaakt moesten worden dan werd ik daarin altijd betrokken.
Deze manier van opvoeden heeft ervoor gezorgd dat ik goed weet wie ik ben, ik blij ben met wie ik
ben, ik zelfstandig ben , ik goed kan samenwerken met anderen, ik goed mijn verantwoordelijkheid
kan nemen en ik gelukkig ben(Tieleman, M.).
201 woorden (zonder auteurs tussen haakjes)
Tieleman, M. (2015). Levensfasen : De psychologische ontwikkeling van de mens. Derde druk. Den
Haag: Boom Lemma uitgevers. Hoofdstuk 2 en 6.
Karavasilis, L., Doyle, A. B., & Markiewicz, D. (2003). Associations between parenting style and
attachment to mother in middle childhood and adolescence. International Journal Of Behavioral
Development, 27(2), 153-164.
Hoe verliep je kindertijd qua ontwikkeling (groei en cognitieve
ontwikkeling) en hoe ging jij om met stressoren? Welke rol speelde
de jeugdgezondheidszorg bij jouw ontwikkeling in je kindertijd?
Vraag dit na bij je ouders/opvoeders.
Mijn groei ontwikkelde zich tijdens mijn kindertijd niet helemaal volgens wat normaal is. Mijn
gewicht was te laag voor mijn lengte. Ik werd geadviseerd om extra te eten, ook werd ik vaak
gemonitord om te kijken of mijn groei langzaam weer de normale kant op ging.
Tijdens mijn kindertijd ontwikkelde ik mij ‘normaal’ op cognitief gebied. Eerst vond er een
ontwikkeling plaats van mijn geheugen, objectpermanentie, het gebruik van mijn zintuigen en van
mijn motoriek. Vervolgens leerde ik te praten en ontwikkelde mijn fijne motoriek zich. Hierna
ontwikkelde ik mijn figuratieve denkvermogen. Tenslotte ontwikkelde ik mijn ruimtelijk inzicht, en
leerde ik abstract en logisch na te denken(Bouwman, 2014).
Ik ging om met stressoren op verschillende manieren. Als ik stress had ging ik lekker sporten om er
van af te komen. Ook hielp sociale steun van vrienden en familie mij om beter om te gaan met stress.
En tenslotte werkte het ook altijd als ik in oplossingen dacht in plaats van in problemen.
De JGZ volgde mijn groei, ontwikkeling en gezondheid en greep in als een van deze variabele
afwijkend was van het ‘normale’. (Mackenbach, J.P. 2016) Mijn groeiverloop werd bijgehouden door
mijn lengte- en gewichtsgegevens in een groeidiagram te stoppen. Mijn ontwikkeling werd
bijgehouden door te kijken naar mijn motorische, communicatieve en andere
sociaalvaardigheden(Mackenbach, J.P. 2016). En mijn gezondheid werd bijgehouden met behulp van