BLOK 1.2
PROBLEEM #1
INNER DRIVES
LEERDOELEN
Wat houdt id, ego en superego in?
Wat voor invloed heeft onderbewustzijn op gedrag?
Wat is een freudische slip? › Theorieën van Freud
Welke stadia van bewustzijn zijn er?
Wanneer komt het onbewuste tot uiting? › impulsen
Wat zijn fixaties?
Wat is de relatie tussen coping en fixatie?
In hoeverre is fixatie van invloed op ons gedrag?
Waar komt aantrekking tot taboe vandaan?
Waarom stoppen we onze verlangens weg? › bewust en onbewust gedrag
BRONNEN
Carver, C.S., Scheier, M.F. (2014). Perspectives on personality (7th ed.). Boston,
MA: Allyn and Bacon.
Mischel, W., Shoda, Y., Ayduk, O. (2007). Introduction to personality: toward an
integrative science of the person (8th ed.). New York, NY: Wiley.
Larsen, R.J., Buss, D.M., Wismeijer A., and Song, J. (2017). Personality psychology:
Domains of knowledge about human nature (2nd ed.). Boston, MA: McGraw Hill.
MODEL OF THE MIND
Freud omschrijft onze CONSCIOUS (bewustzijn) naar het gedeelte van onze geest die
vasthoud waar we op dit moment aan
denken/bewust van zijn. Het gedeelte van
onze geest waar onze alledaagse
herinneringen zitten heet onze
PRECONSCIOUS.
Gedachtes in onze pre-conscious kunnen
gemakkelijk naar onze bewustzijn worden
verplaatst.
› bijvoorbeeld als iemand om je
telefoonnummer vraagt.
› Je denkt er niet altijd bewust aan, maar
het kan wel verplaatsen naar je bewustzijn.
Onze UNCONSCIOUS (onderbewustzijn) is
het gedeelte van onze geest die niet direct
toegankelijk is voor ons bewustzijn.
› unconscious is de bron van onze
verlangens, bewaarplaats van onze driften,
gevoelens en ideeën die gelinkt zijn aan angst, conflict of pijn.
Alles in ons onderbewustzijn is niet volledig weg of ontoegankelijk, maar ze hebben
invloed op onze daden en (bewuste) ervaringen.
, THE STRUCTURAL MODEL » ID EGO SUPEREGO
ID (IT, HET)
ID is het originele component van onze persoonlijkheid.
› Al aanwezig bij de geboorte
Het bevat al onze geërfde, instinctieve en primitieve aspecten van onze persoonlijkheid.
› ID functioneert in onze onderbewustzijn.
ID gaat over onze PLEASURE PRINCIPLE; wat inhoudt dat al onze verlangens gelijk
voldaan moeten worden.
› verhoging in honger gevoel zorgt voor een poging tot eten.
ID voldoet aan onze behoeftes door het PRIMARY PROCESS; je vormt een mentale
beeld van een object of situatie die je behoefte kan vervullen.
› Een hongerige baby denkt dan aan een flesje of borstvoeding.
De ervaring van zo’n beeld noemen we WISH FULFILLMENT.
EGO (I, IK)
Het verlagen van een spanning door primary processes heeft een keerzijde, het klopt
namelijk niet altijd met de realiteit. Hierdoor ontwikkeld zich de EGO.
Ego zorgt ervoor dat de impulsen van id effectief geuit worden door de
realiteit/buitenwereld mee te rekenen.
› Ego bevindt zich ons pre-conscious en conscious, maar omdat ego gelinkt is aan id,
functioneert het ook in ons onderbewustzijn.
Ego volgt het REALITY PRINCIPLE; je houdt rekening met de realiteit samen met je
interne behoeftes en driften. Het zorgt ervoor dat je nadenkt voordat je actie onderneemt
en om de risico’s te overwegen.
› Te hoge risico? Dan ga je zoeken/denken aan een andere manier om je behoeftes te
vervullen.
Het doel van de ego is dus om de spanning van id te vertragen, zodat het op de juiste
manier en op de beste tijd tot uiting komt.
Ego gebruikt het SECONDARY PROCESS; je linkt het onbewuste beeld aan een echt
object, totdat zo’n object verschijnt houdt de ego je id in bedwang.
› deze gedachte is de bron van intellectuele processen en probleemoplossing.
REALITY TESTING is het vormen van een plan van aanpak door de ego, om je
behoeftes te vervullen en om te kijken of het plan zal werken.
De ego lijkt positief, maar heeft zelf geen morele sense.
› het is pragmatisch (zakelijk)
Bij ego maakt het niet uit of je vreemdgaat of steelt, zolang er maar geen sprake is van
gevaar. Het morele gevoel zit in het derde deel › superego.
SUPEREGO (OVER-I)
Het SUPEREGO is de uitdrukking van ouderlijke en sociale waarden.
› de waarden in je superego komen grotendeels van je ouders.
Het opnemen/overnemen van deze waarden, noemen we INTROJECTION. Het
superego is daarnaast verdeeld in twee subsystemen: EGO IDEAL en CONSCIENCE.