Visies op de stad
Hoofdstuk 3: De economie van de stad
3.1 Inleiding
De stad is belangrijk voor het functioneren van de economie en de economie is belangrijk
voor het functioneren van de stad
- de nadruk voor economische groei en ontwikkeling ligt op de relatie tussen geld en
kapitaal enerzijds en op de sociaaleconomische en fysiek-ruimtelijke ontwikkeling
van steden anderzijds
- daarbij onderscheiden wij de premoderne, moderne en postmoderne fase
3.2 De lange weg naar de moderne stad
Vanaf de oudheid tot de late middeleeuwen hebben steden zich ontwikkeld door de groei
van sleutelactiviteiten, dit zijn ruimtelijke geconcentreerde activiteiten ondersteund vanuit
een groter gebied, die leiden tot een verdere concentratie van bebouwing, bevolking en
bedrijvigheid
- deze sleutelactiviteiten hebben een ‘stuwende’ rol in de stedelijke economie
- deze ontwikkeling deed zich voor het eerst voor 6000 jaar geleden in de
tempelcomplexen van Mesopotamië
- de basis voor deze ‘tempel economie’ vormde de verplichte afdragen van de
bevolking aan religieuze en politieke machthebbers
- hoewel dit vaak gebeurde in natura (landbouw- en ambachtsproducten) was
er wel sprake van omrekeninge in geldeenheden, gedekt door zilver
- de tempels waren ook opdrachtgevers voor grotere diversiteit en bedrijvigheid
- ze vormde het middelpunt van een brede toeleverende en verzorgende
sector, inclusief ambachtelijke bedrijven, markten, restaurants, logies,
taverns, uitgaansgelegenheden en bordelen
In het verlengde van de religieuze activiteiten ontwikkelden zich twee andere
sleutelactiviteiten, namelijk bestuur en handel
- de ontwikkeling van de geldeconomie maakte belastinginning mogelijk evenals
handel over steeds grotere afstanden
- hierdoor kreeg het bestuurlijke apparaat een steeds belangrijke rol
- op handelsgebied ontwikkelde steden zich als knooppunten in in netwerken die zich
over meerdere continenten uitstrekten
- veel steden kwamen tot ontwikkeling bij infrastructurele knooppunten, zoals
riviermondingen en -oversteekplaatsen
Van de drie stedelijke sleutelactiviteiten van de premoderne stad - religie, bestuur en handel
- is tegenwoordig alleen de bestuurlijke activiteit nog prominent aanwezig
- voor handel is een andere vorm van stedelijke economie in plaats gekomen,
die basis vormt voor de op kapitalistische (post)moderne metropool
, 3.3 De moderne stad en de industriële economie
De opkomst van de kapitalistische economie en de industriële revolutie in de zeventiende
en achttiende eeuw waren een revolutionaire verandering
- onder het kapitalisme veranderde geld, wat eerder alleen gebruikt werd als een
buffer tijdens het handelen, in kapitaal
- het doel van kapitaal was door middel van investeringen in
productiemiddelen, fabrieken, schepen en infrastructuur winst te maken
- voor het moderne banksysteem was een belangrijke innovatie: de
ontwikkeling van aandelen, waardoor bedrijven niet één maar meerdere
eigenaars had
- door deze vorm van crowdfunding kon het kapitaal soepel worden
uitgebreid
De toename van investeringskapitaal maakte een enorme schaalsprong in de productie en
het transport mogelijk
- de behoefte om continu winst te maken stimuleerde professionalisering in de
bedrijfsvoering
- het doel was een systematische verhoging van de productiviteit en totale
productievolume
- schaalvergroting ging gepaard met een sterke groei van de bedrijfsomvang
en een vermindering van het aantal bedrijven per marktsector
- bedrijven werden merken en gingen op steeds grotere ruimtelijke
schaal opereren: regionaal, nationaal en mondiaal
- de klasse van kapitalisten die uit deze winstgevende bedrijven
ontstond, bepaalde niet alleen het lot van de arbeidersklasse, maar
drukte ook een bepaalde stempel op de ontwikkeling van de stad
Manchester is een goed voorbeeld van de manifestatie van de relatie tussen kapitaal,
technologische innovatie en bedrijvigheid in de opkomst van de industriestad
- deze middeleeuwse handel- en kloosterplaats veranderde in rap tempo in een zee
van rokende schoorstenen en fabrieken gespecialiseerd in textielproductie
- niet alleen explodeerde de industrie, maar ook de bevolking
- op het platteland was er sprake van toenemende bevolkingsdruk,
versterkt door zeer ongelijke eigendomsverhoudingen
- het gevolg was een permanente trek van arbeiders naar de
stad
- deze toenemende bevolkingsomvang drukte de prijs van
arbeid wat leiden tot armoede en slechte woon- en
leefomgevingen