Samenvatting swk5 filosofie
Hoorcollege 1
1. Je kan omschrijven wat filosofie is.
2. Je kan de zin van filosofie voor een pedagoog uitleggen. Waarom heb je als
pedagoog filosofie nodig?
3. Je kan filosofische vragen stellen.
4. Je kan uitleggen hoe jouw mensbeeld een rol speelt in jouw opvatting van
pedagogische professionaliteit.
5. Je kan filosofische scepcis toepassen in de praktijk en uitleggen waar dit toe dient
Doel 1: Wat is filosofie?
Filos = affiniteit hebben met, verlangen naar, vriendschap hebben met, begeren van. (bv
bibliofiel heeft affiniteit met boeken).
- Vriendschap/affiniteit hebben met is mooier dan verlangen naar en begeren van,
want bij begeren van lijkt het alsof je iets kan bezitten. Maar een bibliofiel kan nooit
alle boeken van de wereld bezitten. Hij kan er wel van houden.
- Wanneer je een vriendin in een hokje stopt om haar bij je te houden, dan is de
vriendschap klaar. Je kan dus nooit iets bezitten, alleen er naar verlangen.
- Dat is ook met filosofie (wijsheid). Je kan er wel naar verlangen, maar het nooit
bezitten. Als je het wel zou bezitten, is het weg. Net als een vriendschap weg is als je
het bezit. Jouw vrienden blijven altijd anderen dan dat jij bent. Ze zijn nooit compleet
van jou. Als dat wel zo zou zijn, zouden het geen vrienden meer zijn. Dat is net zo bij
filosofie: je kan verlangen naar de wijsheid, maar op het moment dat je denkt: ik heb
het, heb je het zeker niet. Wanneer een filosoof zegt wijsheid te hebben, is het geen
echte filosoof.
Sofie (Sofia) = verwijst naar oude verhalen van de oude Grieken, en dan is ze de godin van
de wijsheid. Ze komt ook voor op andere manieren en dan is ze de vrouwen wijsheid (bijbel).
Ze is vrouwelijk, omdat ze niet puur beredeneer baar is. Emoties zijn vrouwelijk. Vrouwen
wijsheid is heel rationeel, maar niet alleen maar. Het heeft ook iets te maken met wat jij
werkelijk belangrijk vind, de liefde. En dat wordt vrouwelijk gezien.
Je kan de wijsheid niet in pacht hebben, Sofia is een bepaald soort type wijsheid. Soms stel
je jezelf de vraag: wat is wijsheid? Die vraag stel je wanneer je een dilemma hebt die bv met
gevoelens te maken heeft. Wat is het meest waardevol om te doen? Waar moet ik naar
handelen? Wijsheid gaat over verstandig handelen. Je keuze heeft met waarde te maken.
De meest waardevolle keuze maken. Dus niet de slimste keuze, want dat heeft niet met
waarde en gevoel te maken. Wat is echt waardevol?
Je smartphone is bv slimmer dan jou, maar niet wijzer. Want je smartphone weet niet wat
waardevol is. Wijsheid heeft te maken met het kunnen beredeneren en voelen waarom het
ene belangrijker is dan het andere. En daardoor een keuze te kunnen maken tussen goed en
slecht plat gezegd. Heeft met intuïtie te maken.
(vb dilemma’s: je hebt belofte gedaan die je niet waar kan maken, je wilt een voldoende voor
je toets maar hebt te weinig tijd om te leren, je moet kinderen ophalen maar komt te laat, etc)
1
,Voorbeeld tentamenvragen:
Wat zegt Savater over wat filosofie is?
Wat staat er in Verandering door Verbinding over normatieve professionaliteit?
Doel 2: De zin van filosofie voor een pedagoog uitleggen
Pedagoog = een opvoeddeskundige. Waarom krijgt een opvoedkundige les over het
verlangen naar verstandig handelen?
Pedagogen zijn continu bezig met handelen op een specifieke manier. Je moet dus
weten wat verstandig handelen is en je moet dat ook kunnen afzetten tegen andere
ideeën over verstandig handelen. Je moet het kunnen beredeneren. Zodat als het
noodzakelijk is je het bespreekbaar kan maken.
BV: ik zie dat u uw kind slaat met alle goede bedoelingen, maar ik denk dat het
verstandiger is om dat niet te doen. Het gesprek aangaan is ook verstandig handelen.
Als je geen filosofische bagage zou hebben, zou je zeggen: slaan mag niet. Als
pedagoog moet je bewust zijn dat het een opvatting is dat slaan niet mag. Wij
geloven in nl dat slaan niet verstandig is, maar daar kunnen anderen anders over
denken. Daarom probeer je de dialoog aan te gaan.
Opvoeden heeft alles te maken met filosofische vragen. Opvoeden is op zichzelf
normatief. Pedagogiek is voortgevloeid uit de filosofie. Je kunt alleen opvoeden als je
antwoord hebt op de volgende vragen:
o Wat is de mens?
o Wat zou de mens moeten zijn?
o Is de mens maakbaar?
o Wat zijn de juiste normen en waarden?
o Hoe moeten we samenleven?
Pedagogiek gaat over aanleren van goed gedrag. Daarmee zeg je eigenlijk: dit
gedrag is goed en dit niet. Maar daar moet je wel onderbouwing voor hebben, ipv
alleen zeggen: bijten is slecht en praten is goed. Pedagogen zijn constant bezig met
normen en waarden.
Bij de vraag: wat heeft filosofie met pedagogiek te maken? leg je eerst uit wat filosofie
is dan wat pedagogiek is, en dan wat het verband is tussen die twee. Wat is er in de
pedagogiek zo belangrijk om wijsheid bij te gebruiken? Een antwoord kan zijn: er
staan bij pedagogiek altijd normen en waarden op het spel: normativiteit van de
opvoeding: je kan niet opvoeden zonder dat je een idee hebt over wat je waardevol
vind in de mens. Want dan voedt je nergens toe op. Je bent als pedagoog constant
aan het beslissen over wat jij waardevol vind. En die beslissing maakt dat pedagogiek
een filosofisch vak is.
Je doet normatieve uitspraken: je zegt wat je van dingen vind volgens jouw normen.
Het is een mening, maar je onderbouwd hem wel. Dat maakt het filosofie.
Taak van filosoof/pedagoog: meningen van anderen kritisch bevragen. Die vragen
stellen zorgen ervoor dat jij later je mening beter kan formuleren later. Dat jij de
maatschappij maakt. Want anders worden de beslissingen voor je genomen. Als je
het ergens niet mee eens bent, moet je het zeggen en er voor vechten. Vechten voor
je normen en waarden. Daar gaat filosofie over.
Filosoof voert geen discussie, maar een dialoog.
2
, Tentamenvraag: wat zegt Savater over de zin van filosofie voor een pedagoog? En wat zegt
Verandering door Verbinding?
Doel 3: filosofische vragen stellen en daarmee filosofische scepcis toepassen in de praktijk.
Je kan ook uitleggen waar dit toe dient.
Filosofische vraag staat op zichzelf, filosofische scepcis is een houding waarbij je steeds
filosofische vragen stelt met de bedoeling dat er beter nagedacht wordt. Dat je tot een
dieper, beter antwoord komt op de vraag: hoe moeten we handelen?
Wat is een filosofische vraag?
Het is niet feitelijk of methodisch of beantwoordbaar door onderzoek. Bijna alle hoe-
vragen zijn niet filosofisch. Maar als je de hoe weghaalt is het al snel filosofisch. Bv:
hoe denken de leidsters van het kinderdagverblijf dat ze dmv gebarentaal taal kunnen
stimuleren kan ik mbv gebarentaal taal stimuleren? Dat is meer een filosofische
vraag. Je kan het bijna niet onderzoeken. De vraag: wat eten we vanavond is wel
feitelijk. Ook psychologische vragen zijn vaak feitelijk: ben jij zo bang voor mannen
omdat je ooit iets naars hebt meegemaakt met mannen?
Begin met mag ik/moet ik! (hoeft niet, is wel handig)
Er zijn twee basis filosofische vragen: conceptueel en normatief.
o Conceptueel: Ze onderzoeken de begrippen: ‘wat is een pedagoog’ ‘wat is
druk’ ‘wat is armoede’. Gaat over een vraag op zichzelf waar je de definitie
van vraagt. Bv: wat is eten? De een kan het zien als eten en de ander ziet
alleen voedingsstoffen als eten. Je bevraagt de definitie. Bv: ik leer dit kind dat
het niet mag slaan. Je zou dan kunnen vragen: wat is slaan precies? Bv: ik sla
je niet, ik aai je een beetje hard. Iedereen kan dingen anders zien. Zo zien
mensen die een misdaad hebben gepleegd ook niet altijd dat ze wat fout
hebben gedaan.
o Normatief: ze onderzoeken de moraal: alle vragen gaan over mogen en
moeten: hoe moet ik handelen? ‘waartoe moeten we opvoeden?’ ‘moeten we
drukke kinderen de klas uitzetten?’ ‘moeten we armoede bestrijden?’.
o Alle vragen die gaan over ´bestaat het?’ zijn ook filosofische vragen.
o Feitelijke vragen kunnen wel leiden tot filosofische vragen. Bv: hoe oud ben
je? Kan je beantwoorden is leeftijden dan is het feitelijk, of in levenservaring
etc en dan is het filosofisch.
o Of: waar kom je vandaan? Lijkt een feitelijke vraag, maar is het niet.
o Een filosofische vraag is bijzonder relevant. Een vraag is pas echt goed
filosofisch als het iets aansnijdt waar je van schrikt. Vaak rare vragen ‘waarom
schieten we zwervers niet dood’. Is relevant, omdat je dan kan uitleggen wat
voor waarde mensen hebben en waarom je ze met rechten moet behandelen.
Daarover nadenken gaat filosofie over.
Vragen omzetten in filosofische vragen:
1. Hoeveel kinderen hebben ADHD? ‘moeten we kinderen met ADHD hetzelfde
behandelen als kinderen zonder ADHD?’ Of ‘wanneer is een kind te druk?’ ‘Wat is
ADHD?’ sommige vragen kan je opzoeken in de DSM, maar dat betekend niet dat het
geen filosofische vraag is. Je kan het ook anders beantwoorden. Ligt eraan hoe je het
leest.
3