100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Beginselen van het Nederlands Staatsrecht €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Beginselen van het Nederlands Staatsrecht

2 beoordelingen
 158 keer bekeken  9 keer verkocht

Een handige en leerzame samenvatting van het boek Beginselen van het Nederlands staatsrecht geschreven door A. D. Belinfante en J. L. de Reede. De informatie van de hoorcolleges en werkgroepen zijn er ook in verwerkt. Deze samenvatting heb ik geschreven voor het vak Staatsrecht dat wordt gegeven in...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 38  pagina's

  • Nee
  • H1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 14, 15, 16, 17 en 18
  • 18 oktober 2019
  • 38
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (43)
Alle documenten voor dit vak (39)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: mayurkey • 4 jaar geleden

Persoonlijke mening: niet aanschaffen. Ikzelf was misleid door het aantal verkochte exemplaren maar dit heeft totaal geen verhouding met het exemplaar zelf. Meerdere typefouten evenals informatie opbouw zeer slecht naar mijn mening, kon veel beter. Tenslotte ervoor gekozen om elders mijn samenvatting te bemachtigen en deze verlies geaccepteerd.

reply-writer-avatar

Door: rue2015 • 4 jaar geleden

Beste Mayurky, wat vervelend dat je het zo hebt ervaren. Ik hoop wel dat je begrijpt dat dit een samenvatting van een medestudent is. Als je een professionele samenvattingen wilt, raad ik je aan om deze niet via mijn Stuvia pagina te kopen. Ik zal mijn best doen zodat andere studenten “dit” verlies niet zullen ervaren.

review-writer-avatar

Door: luukplessius • 5 jaar geleden

avatar-seller
rue2015
Samenvatting beginselen van het Nederlands staatsrecht
Week 1
§Hoofdstuk 1
Een staat is een organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent
over een gemeenschap van mensen binnen bepaald grondgebied. De mogelijkheid van toepassing
van dwang ter handhaving van de gemeenschapsnormen is kenmerkend voor de staat. Binnen een
staat zijn een of meer organen bevoegd tot het uitoefenen van dwang. Men zegt dat die organen met
gezag zijn bekleed.

Rousseau poogt met zijn theorie van het contrat social het (overheids-)gezag en de (individuele)
vrijheid samen te brengen, waarbij Rousseau ervan uitgaat dat gezag uit de vrijheid is afgeleid.
Individuen aanvaarden de beperkingen, door het gezag aan de vrijheid gesteld, te aanvaarden,
omdat het beperkingen zijn die de individuen bij het contrat social aan zichzelf hebben opgelegd. Het
gaat dus over de legitimatie van overheidsgezag.

Elke burger is gelijkwaardig en heeft recht op gelijke invloed op het staatsbestuur. Het bestuur, het
gezag, de uitoefening van dwang, berusten bij de door de burger gekozen vertegenwoordigers.

Om het risico van een dictatuur te ontgaan, heeft men een het stelsel checks and balances
gevonden: dat is de verdeling van het gezag over verschillende organen en dus over verschillende
(groepen) mensen. Doordat ieder orgaan slechts een deel van het gezag kan uitoefenen, heeft het de
andere organen nodig. De centrale overheid bestaat dus uit een samenstelsel van organen, die ieder
slechts een deel van de overheidstaak uitoefenen en die elkaar dus nodig hebben om te regeren. Zo
houden die organen elkaar in evenwicht en controleren zij elkaar, organen kunnen dus controle op
elkaar uitoefenen om zo elkaar in evenwicht houden met als doel van machtsmisbruik te voorkomen.

Kenmerkend aan de scheiding der machten bedacht door Montesquieu is dat er 3 organen in de
staat bestaan: de koning, het parlement en de rechterlijke macht, die ieder een eigen functie
uitoefenen en onafhankelijk van elkaar zijn. Het parlement maakt de wetten en is dus de wetgevende
macht, de koning voert de wetten uit en is de uitvoerende macht. De rechters constateren of de
uitvoerende macht de wet wel in acht genomen heeft en vernietigen, als dat niet het geval is, de
besluiten van de uitvoerende macht. De essentie van de gedacht van de machtenscheiding van
Montesquieu is dat de staatsmacht gespreid wordt over verschillende organen, die ieder een deel
van die macht uitoefenen en elkaar wederzijds controleren en in evenwicht houden met als doel
machtsmisbruik te voorkomen.

Wanneer wij als grondslag voor een democratisch bestel aannemen, dat ieder orgaan voor de
uitoefening van bevoegdheden de medewerking van een ander orgaan nodig heeft, dan volgen
daaruit een aantal grondregels voor een democratisch bestuur:
 Grondregel 1  legaliteitsbeginsel: geen bevoegdheid zonder grondslag in de wet. Het
bestuur heeft door bevelen en de rechterlijke macht door vonnissen zeggenschap over het
dwangapparaat van de staat: leger en politie. Om machtsmisbruik te voorkomen is in de
eerste grondregel neergelegd, dat rechter en bestuur beide die bevoegdheid slechts mogen
gebruiken, voor zover de grondwet of de wet dat uitdrukkelijk toestaat. De wetgevende
macht bepaalt zo de grenzen waarbinnen bevoegdheden mogen worden uitgeoefend,
doordat zij de wetten maken.
 Grondregel 2  Controle/ verantwoordingsplicht: Niemand kan een bevoegdheid
uitoefenen zonder verantwoording schuldig te zijn of zonder dat op die uitoefening controle
bestaat. Er zijn verschillende vormen van de verantwoordingsplicht op controle:

, - Politieke verantwoordingsplicht: van bestuurlijke organen tegenover
vertegenwoordigende organen. De verantwoordingsplicht heeft betrekking op het eigen
handelen of nalaten, maar strekt zich ook uit tot het functioneren van ambtelijke
diensten die aan het bestuursorgaan ondergeschikt zijn.
- Ambtelijke ondergeschiktheid: ambtenaren die bepaalde bevoegdheden hebben, zijn
verantwoording schuldig aan hun chefs.
- Bestuurlijk toezicht: een bestuursorgaan kan gecontroleerd worden door een hoger
orgaan.
- Strafrechtelijke verantwoordelijk: een gezagdrager kan strafrechtelijk verantwoordelijk
zijn voor zijn daden. Zoals bij art. 355 Sr ambtsmisdrijf contraseign.
- Beroep: de meeste besluiten van bestuursorganen zijn vatbaar voor beroep.
- Burgerlijke rechter: wanneer er geen speciale beroepsmogelijkheid aanwezig is, is de
burgerlijke rechter bereid ambtshandelingen te toetsen aan art. 6:162 BW.
- Rechterlijke toetsing van wetgeving: er is ook een controle van de rechter op zekere
wetgevende organen. De rechter mag niet beoordelen of een formele wet in strijd is met
de grondwet volgens art. 120 GW. Dit is omdat men van mening was dat de vraag naar
de grondwettigheid van een wet veelal een meer politiek dan technisch-juridisch
karakter heeft. De rechter mag wel lagere regelingen aan hogere, incl. De grondwet,
toetsen.
Een staat waarvan de organisatie erop gericht is dat burgers beschermd zijn tegen machtsmisbruik
door de staat, heet een rechtsstaat. Kenmerkend voor een rechtsstaat is dat de staatsorganen
afhankelijk zijn aan het recht.
1. Grondrechten moeten gerespecteerd worden.
2. Legaliteitsbeginsel: optreden van het bestuur dat voor de burger bezwarend is dient te
berusten op een algemene regel die bevoegdheid van het desbetreffende orgaan omschrijft.
3. Scheiding machten: de regels waarin de bevoegdheden van het staatsorgaan zijn
omschreven moeten zijn vastgesteld door een ander orgaan.
4. Onafhankelijke rechterlijke macht: geschillen tussen de burger en de staat moeten worden
besliste door een onafhankelijke rechter.
Het woord democratie impliceert dat het volk het oppergezag bezit. Burgers hebben namelijk het
recht de leden van de volksvertegenwoordiging te kiezen en tot lid gekozen te worden. Als
besluitvorming in een staat volgens democratische regels verloopt heb je niet meteen te maken met
een rechtsstaat. Het feit dat de meerderheid beslist, zegt nog niets over de inhoud van de beslissing.
Referendum is, een vorm van directe democratie, een volksstemming over een door de overheid te
nemen/ genomen besluit. Een burgerinitiatief is een voorstel dat een kiesgerechtigde kan indienen,
met 40.000 steunbetuigingen, om een onderwerp op de politieke agenda te plaatsen volgens art.
132a RvO TK.

§Hoofdstuk 2
Ongeschreven constitutioneel recht betekent dat grondwet op bepaalde punten, zoals de
kabinetsformatie, onvolledig is. De grondwet wordt een rigid consitition genoemd, d.w.z. dat de
grondwet moeilijker te wijzigen is dat een gewone wet. Het is hierdoor moeilijker de grondwet aan te
passen aan nieuwe maatschappelijk ontwikkelingen. In de Grondwet staan geen wetten in formele
zin maar wordt verwezen naar wetten in formele zin, het verwijst dus de wetgever om wetten in
formele zin te maken. Het verwijst dus alleen maar naar wetten in formele zin. De grondwetgever
geeft duidelijk aan dat alleen de formele wetgever regels kan maken en wie deze nadere regelstelling
aan lagere wetgevers mag delegeren. Het Britse conditionele recht is niet vastgelegd in een
grondwet. Het is nodig om naast de geschreven grondwettelijke regels ook regels van ongeschreven

,staatsrecht aan te nemen. Zonder deze ongeschreven regels die grotendeels betrekking hebben op
de verhouding van parlement, bewindslieden en koning, zou de werkelijke functionering van ons
staatsstelsel buiten het staatrecht om gaan.

Het staatsrecht omvat de rechtsregels die de samenstelling en de functionering van de organen van
de staat, hun bevoegdheden en onderlinge verhouding regelen, en het omvat bepaalde
fundamentele normen over de verhouding van de burgers tot de overheid. Organieke wetten zijn
wetten die betrekking hebben op de organisatie van de staat en waarvan de basis in de Grondwet is
geregeld, zoals de kieswet.

Nederland, waartoe het gebied in Europa en de Caribische eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba
behoren, maakt deel uit van een groter verband. Het vormt samen met Aruba, Curaçao en Sint-
Maarten het uit vier landen bestaande Koninkrijk der Nederlanden. De verhouding tussen de 4
landen wordt geregeld in het Statuut voor het Koninkrijk de Nederlanden. Bonaire, Sint-Eustatius en
Saba worden openbare lichamen (soort van gemeentes) van Nederland genoemd volgens art. 132a
GW. Hun regelgeving staat niet in het Statuut maar gewoon in de Nationale wetten. Aruba, Curaçao
en Sint-Maarten hebben allemaal een eigen Grondwet, regering en staatsbestuur, maar samen met
de BES-eilanden vallen ze onder de Staten-Generaal van Nederland.

De Verenigde Naties heeft als doelstelling de internationale vrede en veiligheid te handhaven. In de
Veiligheidsraad hebben 15 lidstaten zitting, waaronder 5 permanente leden. Een deel van het
Europese recht, vanuit de Europese Unie, wordt rechtstreeks toegepast in Nederland met voorrang
boven de wet incl. De grondwet. Namens de Raad van Europa treedt het comité van ministers op.
Tussen de landen van de Europese Unie is er vrij verkeer van personen en goederen.

§Hoofdstuk 3
De staat wordt territoriaal bepaald door zijn grenzen. Binnen dat gebied oefent de staat gezag uit ten
opzichte van alle menselijk handelen dat aan dat gezag onderhevig is. De vrijheid van de staat om
eigen organisatie en de eigen verhouding van gezagdragers te onderdanen te regelen, wordt door
andere staten erkend. De staat heeft de vrijheid om op zijn grondgebied te bepalen welke organen
bevoegdheden hebben en hoever die strekken ook wel soevereiniteit. Naast deze soevereiniteit op
zijn grondgebied is er veelal een psychologische band, zoals taal, tussen de staat en de bewoners van
dat grondgebied, maar dit is niet noodzakelijk dus geen kenmerk van een staat. Een omschrijving van
het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden is te vinden in art. 1 van het Statuut. Hierin
staat dat het Koninkrijk der Nederlanden, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten omvat. Het grondgebied
wordt bepaald door grenzen.

Nederlanders hebben bepaalde rechten die vreemdelingen in Nederland missen. Zo hebben alleen
Nederlanders het recht leden van de 2 e kamer, en van provinciale te kiezen (actief kiesrecht). Ook
hebben zij recht in deze vertegenwoordigende lichamen gekozen te worden (passief kiesrecht) art. 4
GW. Een aantal van de sociale grondrechten geldt uitsluitend voor Nederlanders.

Toegang tot Nederland is voor de vreemdeling aan een aantal voorwaarden gebonden: de
vreemdeling moet over de nodige identiteitspapieren en middelen voor verblijf en terugreis
beschikken; tevens zal hij een visum moeten tonen, bv wanneer je op vakantie gaat.

Voor een verblijf van langer dan 3 maanden moet de vreemdeling aan de staatssecretaris van
Veiligheid en Justitie om een verblijfsvergunning vragen. De wet onderscheidt de verblijfsvergunning
regulier en de verblijfsvergunning asiel. Beide typen vergunningen worden eerst voor bepaalde tijd
afgegeven; deze termijn bedraagt voor beide typen ten hoogste 5 achtereenvolgende jaren. Pas na
deze 5 jaar bestaat er in beginsel recht op een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. De
verblijfsvergunning asiel is bedoeld voor ‘verdragsvluchtelingen’. Dat is iemand die zich buiten zijn

, land bevindt uit vrees voor vervolging wegens ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een
bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging.
De vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft dient Nederland uit eigen beweging te verlaten en
kan worden uitgezet. Bij uitlevering gaat het om terbeschikkingstelling van de vreemdeling aan
buitenlandse justitiële instanties ten behoeve van strafvervolging, terwijl het bij uitzetting alleen gaat
om verwijdering uit Nederland.

Verkrijging van het Nederlandsschap staat geregeld in art. 3 tot 13 Rijkswet. Het verlies van het
Nederlanderschap staat geregeld in art. 14 tot 16A Rijkswet.
De regeling van de nationaliteit geldt niet alleen voor Nederland, maar ook voor Aruba, Curaçao en
Sint-Maarten.

Leerdoelen:
1. hebt u inzicht in de verschillende kenmerken van een staat;
Een staat is een entiteit dat: (cumulatieve voorwaarden)
- Effectief gezag uitoefent (incl. Geweldsmonopolie)
- Over een gemeenschap van mensen
- Binnen een bepaald grondgebied

2. weet u wat de verschillende bronnen van staatsrecht zijn in Nederland en kunt u deze vinden in de
wettenbundel;
- Statuut
- Ongeschreven staatsrecht
- Jurisprudentie
- Regelementen van orde
- Algemene maatregelen van bestuur (AMVB’s) zoals het kiesbesluit

3. kent u de hoofdstukindeling van de Grondwet en kunt u deze hanteren bij de beantwoording van
vragen;
Hoofdstuk 1 grondrechten
Hoofdstuk 2 regering
Hoofdstuk 3 Staten-Generaal
Hoofdstuk4 Rvs, Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman
Hoofdstuk 5 Wetgeving en bestuur
Hoofdstuk 6 Rechtspraak
Hoofdstuk 7 Provincies, gemeenten etc.
Hoofdstuk 8 herziening van de Grondwet.

4. heeft u kennis van het ontstaan en de structuur van het Koninkrijk der Nederlanden en de
verhouding tussen het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden en de Nederlandse Grondwet;
- De onderlinge positie van de landen van het Koninkrijk wordt beheerst door het Statuut. Art.
1 statuut het koninkrijk bestaat uit 4 landen: NL, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Art132a
GW Caribische openbare lichamen hier gelden dezelfde bepalingen als voor provincies en
gemeente.
- Art. 5 lid 2 statuut de grondwet neemt de bepalingen van het statuut erin op dit betekent
dat de bepalingen in het statuut in overeenstemming moet zijn met de Grondwet. Het
statuut staat hoger in de normen hiërarchie dan de Grondwet.
5. bent u bekend met de betekenis van de trias politica en kunt u beoordelen in hoeverre Nederland
daaraan voldoet;

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rue2015. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52355 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  9x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd