Leerdoelen burgerlijk procesrecht K3
Week 1
naar aanleiding van een casus uitleggen met welk processtuk een procedure start, en welke
procedureregels moeten worden gevolgd;
In het burgerlijk procesrecht zijn er twee procedures, ieder met z’n eigen regels. De twee procedures
zijn:
1. Dagvaardingsprocedure
2. Verzoekschriftprocedure
Wanneer weet je nu precies voor welke procedure je moet kiezen? Om te bepalen of je start met een
dagvaardings- of verzoekschrift procedure geldt er een hoofdregel.
Hoofdregel: in beginsel wordt de dagvaardingsprocedure gevolgd, tenzij de wet aangeeft dat de
verzoekschriftprocedure gevolgd moet worden (art. 78 jo. 261 Rv). De materiële wet geeft dit aan met
van ‘verzoeken’ afgeleide woorden.
Twee soorten inleidende processtukken:
1. Dagvaarding
2. Verzoekschrift
Welke van de twee?
1. Vordering dagvaardingsprocedure dagvaarding
2. Verzoek verzoekschriftprocedure verzoekschrift
Vordering
Absolute competentie
1. Rechtbank, tenzij….. o.g.v. art. 42 Wet RO
2. Team civiel, tenzij kanton o.g.v. art. 93 Rv
Relatieve competentie
3. Woonplaats gedaagde o.g.v. 99 Rv, tenzij……
4. …uitzondering ingevolge art. 100 t/m 110 Rv
Verzoek
Absolute competentie
1. Rechtbank, tenzij….. o.g.v. art. 42 Wet RO
2. Team civiel, tenzij kanton of andere rechter o.g.v. toepasselijke materiële wetsartikel
Relatieve competentie
3. Woonplaats verzoeker/ belanghebbende(n), o.g.v. art. 262 aanhef en sub a Rv, tenzij……
4. …uitzondering ingevolge art. 263 t/m 270 Rv óf het materiële wetsartikel zelf!
Stappenplan dagvaardingsprocedure
1. Art. 42 Wet RO rechtbank, tenzij……………. (ac)
2. Art. 78 jo. 261 Rv, vordering tenzij verzoek
3. Vordering (Tweede titel)
4. Civiel, tenzij kanton art. 93 Rv (ac)
5. Art. 99 t/m 110 Rv (rc)
6. Alle rechtbanken
7. Dagvaarding
Extra:
Een dagvaardingsprocedure wordt opgestart met het opstellen, laten betekenen en aanbrengen van
een dagvaarding. Een dagvaarding wordt door een deurwaarder overhandigd aan de persoon die
wordt gedagvaard.
, Stappenplan verzoekschriftprocedure
1. Art. 42 Wet RO rechtbank, tenzij…………….. (ac)
2. Art. 78 jo. 261 Rv, vordering tenzij verzoek
3. Verzoek (Derde titel)
4. Civiel, tenzij wet aangeeft kanton (ac)
5. Art. 262 e.v. Rv. Let op: (materiële) wet (rc)
6. Alle andere rechtbanken
7. Verzoekschrift
Extra:
Een verzoekschrift procedure wordt opgestart met het opstellen van een verzoekschrift, dat
rechtstreeks door de verzoekende partij bij de rechtbank wordt ingediend.
aangeven wat gefinancierde rechtsbijstand is, naar aanleiding van een casus of stelling
bepalen of iemand in aanmerking komt voor een toevoeging en zo ja, bepalen wat de hoogte
is van de eigen bijdrage;
Gefinancierde rechtsbijstand
Gesubsidieerde rechtsbijstand ziet op het geval waarin een rechtzoekende zelf zijn
rechtsbijstandverlener moet betalen, maar hij daartoe te weinig financiële middelen heeft. Het systeem
van door de Staat gesubsidieerde rechtsbijstand waarborgt dat ook de minder draagkrachtige
rechtzoekende zijn rechten en plichten kan effectueren en waar nodig kan procederen.
Toevoeging
De hoofdregel van een toevoeging staat in art. 34 Wrb:
Artikel 34
1. Rechtsbijstand overeenkomstig de bepalingen van deze wet wordt verleend aan hen wier inkomen
per jaar € 27.300 of minder bedraagt, indien zij alleenstaand zijn, dan wel, indien zij met één of meer
anderen een gemeenschappelijke huishouding voeren, ten hoogste € 38.600.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt geen rechtsbijstand verleend, indien de
rechtzoekende beschikt over een vermogen dat meer bedraagt dan het heffingvrij vermogen.
3. Bij de vaststelling van het inkomen en vermogen van de rechtzoekende worden, behoudens het
geval van onderling tegenstrijdige belangen, mede in aanmerking genomen het inkomen en vermogen
van:
a) de echtgenoot of geregistreerde partner van de rechtzoekende, tenzij deze op het moment
van de aanvraag duurzaam van hem gescheiden leeft;
b) de persoon van verschillend of gelijk geslacht met wie de rechtzoekende duurzaam een
gezamenlijke huishouding voert, tenzij tussen deze en de rechtzoekende op het moment van
de aanvraag een bloedverwantschap in de eerste of tweede graad bestaat.
4. De inkomensgrenzen, bedoeld in het eerste lid, worden jaarlijks per 1 januari aangepast met het
percentage waarmee het indexcijfer van de lonen op 31 oktober van het voorgaande jaar afwijkt van
het overeenkomstige indexcijfer op 31 oktober in het daaraan voorafgaande jaar, met dien verstande
dat afronding plaatsvindt op het naastliggende veelvoud van EUR 100,-. Onze Minister maakt jaarlijks
de geïndexeerde bedragen bekend door publicatie in de Staatscourant. Bij algemene maatregel van
bestuur wordt bepaald wat onder het indexcijfer van de lonen, bedoeld in de eerste volzin, wordt
verstaan.
Het peiljaar = de belastingdienst gaat bij de gegevensverstrekking uit van de fiscale gegevens van
twee jaar eerder.
Art. 34 lid 1 WRB noemt de inkomensnormen die gelden bij het in aanmerking komen voor
gesubsidieerde rechtsbijstand. Ook deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. Lid 3 van art. 34
WRB bepaalt dat bij de berekening van het inkomen en het vermogen mede rekening wordt gehouden
met het inkomen en vermogen van de echtgenoot of g.p. van de rechtzoekende of van degene met
wie de rechtzoekende een gezamenlijke huishouding voert.