100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Verdieping Strafprocesrecht (Compleet: literatuur leerdoelen jurisprudentie) €6,48   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Verdieping Strafprocesrecht (Compleet: literatuur leerdoelen jurisprudentie)

1 beoordeling
 184 keer bekeken  14 keer verkocht

Samenvatting van de literatuur en jurisprudentie van het vak Verdieping Strafprocesrecht, op basis van de leerdoelen. De samenvatting is aangevuld met informatie uit de onderwijsgroepen.

Laatste update van het document: 5 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 31  pagina's

  • Nee
  • De delen die relevant zijn voor het vak verdieping strafprocesrecht
  • 19 oktober 2019
  • 20 oktober 2019
  • 31
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (10)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: saliha83 • 4 jaar geleden

avatar-seller
student_law
VERDIEPING STRAFPROCESRECHT
MASTER FORENSICA, CRIMINOLOGIE EN RECHTSPLEGING | MAASTRICHT UNIVERSITY | BLOK 1

, WEEK 1
Karakter van het Nederlands strafproces




WAT BETEKENT HET DAT ONS STRAFRECHTSSTELSEL GEMATIGD INQUISITOIR VAN AARD IS EN WAAR BLIJKT DAT UIT ?
CORSTENS | HET NEDERLANDS STRAFPROCESRECHT
Accusatoir proces  twee gelijkwaardige partijen strijden tegen elkaar ten overstaan v/e lijdelijke, passieve rechter die een
scheidsrechtersfunctie heeft (hij zorgt alleen d/d regels v/e behoorlijk proces worden nageleefd). De rechter beslist pas als partijen daarom
vragen.
Inquisitoir proces  justitie is actief op zoek naar de waarheid: een vervolger en beschuldigde verschijnen tegenover elkaar. De beschuldigde
is geen gelijkwaardige partij, maar object van onderzoek. Justitie heeft allerlei bevoegdheden die inbreuk maken op rechten v/d verdachte, en
verdachte moet lijdzaam toezien en meewerken a/h onderzoek.
In Nederland: getemperd inquisitoir/gematigd accusatoir  ons strafproces is niet accusatoir, omdat de overheid o/d burger
dwangmiddelen kan toepassen en hem kan beschuldigen waarna de rechter een straf op kan leggen, terwijl de verdachte dit
andersom niet kan. Verdachte is in het begin vooral object van onderzoek, maar hij heeft tijdens het ott wel meer dezelfde
bevoegdheden als het OM (‘’equality of arms’’). Er is echter geen sprake van gelijkwaardige partijen, omdat de overheid bepaalde
bevoegdheden heeft die de verdachte nooit krijgt.

De wezenlijke ongelijkheid van partijen zorgt ervoor dat het belangrijk is d/d positie v/d verdachte met rechten wordt omkleed. De
onschuldpresumptie is in dit kader ook belangrijk (6(2) EVRM + 14(2) IVBPR).

Het gematigd accusatoir karakter zorgt ervoor dat waarheidsvinding gemakkelijker wordt: niet alleen omdat overheid dwangmiddelen kan
gebruiken (wat een inquisitoir element is), maar ook omdat procespartijen tegenover elkaar hun standpunten uiteenzetten.

Het gematigd accusatoir/getemperd inquisitoir karakter zorgt ervoor dat de positie v/d verdachte steeds wordt afgewogen tegen de
bevoegdheden v/d overheid: zijn deze nieuwe bevoegdheden echt noodzakelijk en passend in het licht v/d rechten van de verdachte? Met
welke waarborgen moeten de bevoegdheden worden omkleed om de rechten v/d verdachte niet onrechtmatig te schenden?

WAAROM HEBBEN WE GEEN JURYRECHTSPRAAK IN NEDERLAND EN MOET DAT NIET ANDERS?
CORJO JANSEN | OVER DE DEELNAME VAN LEKEN AAN DE STRAFRECHTSSPRAAK (1945-NU)
Toen NL deel was v/h Franse Keizerrijk, waren er 2 vormen van lekendeelname i/h sr: 1) juryrechtspraak in strafzaken en 2) rechtspraak door
leken in rechtbanken van koophandel. Deze varianten zijn nu afgeschaft.
Vandaag de dag is er slechts nog gemengde rechtspraak, waarin leken samen met beroepsrechters rechtspreken (116(3) Gw).

Regelmatig is er discussie over lekenrechtspraak. Hoe intens die discussie is, hangt af v/h vertrouwen v/d burger i/d rechtsstaat.

Tribunaalrechtspraak na WOII  bestraffing van landverraders en de zuivering v/d overheidsdiensten werd gedaan dmv lekenrechtspraak.
Recht en beginselen overheersten, maar toch werd het gezien als een ‘primitief sanctierecht’, waardoor het veel kritiek kreeg. Het grootste
deel v/d betrokkenen bij deze tribunaalrechtspraak, vond de proef geslaagd.
- Het idee: 1 jurist + 2 lekenrechters die NL’se burgers berechtten die i/d oorlog in hun functie hadden gehandeld in strijd met NL’se
belangen. De rechtbank kon 3 maatrelen opleggen: internering, ontzetting van bepaalde rechten + verbeurdverklaring van
vermogen.
- Belangrijkste kritiek: samenstelling v/d tribunalen, omdat men bang was d/d leken zich door haat, nijd en wraakzucht zouden laten
leiden. Er waren wel waarborgen i/h benoemingsproces (BV: aanbeveling d/e kantonrechter). Ook zou het niet goed zijn voor de
rechtszekerheid en objectiviteit van vonnissen.

Deelname van leken in de jaren ‘60/’70  er was een roep om verandering: meer openheid v/d overheid, meer publieke controle en meer
democratisering. Er was minder vertrouwen i/d rechtspraak. In een rapport over verbeteren v/h vertrouwen i/d rechtspraak werd
juryrechtspraak aangevoerd. Er werd nauwelijks iets mee gedaan en daarna verslapte de aandacht voor juryrechtspraak.

Deelname van leken in het eerste decennium v/d 21 e eeuw  er is een doorgaand debat over de deelname van leken a/d rechtspraak.

Belangrijkste argumenten vóór lekendeelname:
- Lekendeelname is een democratisch recht – volk krijgt meer invloed o/h handelen v/d overheid
- Lekendeelname i/d rechtspraak bevordert vertrouwen – wantrouwen jegens afstandelijke en formele beroepsrechters wordt
weggenomen
Deze 2 argumenten hangen samen: door deelname van leken, verandert het handelen v/d overheid, waardoor het vertrouwen toeneemt.
Maar: burgers willen betere rechtspraak, door goede bewijsvoering en een begrijpelijk vonnis. Hier gaat lekendeelname niet bij helpen, omdat
bewijsvoering en motivering enkel door beroepsrechters kunnen worden gedaan. Leken hebben hiervan geen kennis.

Belangrijkste argumenten tegen lekendeelname: Gebrek aan kennis en ervaring + neiging tot irrationele besluitvorming, waardoor altijd een
beroepsrechter naast de leek moet zitten. Deze neemt dan echter weer de overhand. Wellicht zijn leken op specialistische gebieden wel een
toevoeging (BV: pachtrecht of ondernemingsrecht).

,WAT IS DE ROL VAN HET STRAFRECHT IN DE HUIDIGE SAMENLEVING ? WELKE VISIE VOLGT UIT DE NOTA VAN DE REGERING
OVER DE ROL VAN HET STRAFRECHT IN DE SAMENLEVING ?
MEMORIE VAN TOELICHTING
De doelstellingen van het strafprocesrecht zijn verbreed. De oorspronkelijke doelstelling v/h strafprocesrecht is ‘’bevorderen dat de strafwet
op de werkelijke schuldige wordt toegepast, en zo veel mogelijk voorkomen dat een onschuldige wordt vervolgd of veroordeeld’’. Dit is nog
steeds de belangrijkste doelstelling v/h strafproces, maar nevendoelstellingen zijn een steeds belangrijkere plaats gaan innemen, vooral:
- Eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte en andere procesdeelnemers  rechten v/d verdachte zijn vooral van
groter belang geworden door het EVRM (in het bijzonder 6 EVRM), waarin veel waarborgen v/d verdachte. Ook is er een steeds
grotere rol weggelegd voor het slachtoffer.
- Voorkomen van eigenrichting door burgers en/of slachtoffers
- Genoegdoening van het slachtoffer en/of maatschappij
- Generale en speciale preventie  steeds belangrijkere functie in het strafprocesrecht tegenwoordig.

BLIJKENS DE NOTA VAN DE REGERING MOET EEN GOED FUNCTIONEREND STRAFVORDERLIJK STELSEL ZOWEL ‘’LEIDEN TOT
ADEQUATE RECHTSHANDHAVING ’’ ALS ‘’ DAADWERKELIJKE BESCHERMING ’’ ( P. 7-8). N OEM TWEE VOORBEELDEN UIT DE NOTA
DIE (VOORAL ) BIJDRAGEN AAN ADEQUATE RECHTSHANDHAVING EN TWEE VOORBEELDEN DIE BIJDRAGEN AAN DE
BESCHERMING VAN DE VERDACHTE .
MEMORIE VAN TOELICHTING
Aan een goed functionerend strafvorderlijk stelsel moet de eis worden gesteld dat het zowel effectief als behoorlijk moet zijn: het moet leiden
tot adequate rechtshandhaving én daadwerkelijke bescherming. Aan beide doelstellingen moet worden voldaan.
Voorbeelden van daadwerkelijke bescherming:
 Het recht van de verdachte op toegang tot een raadsman  sinds 2008 (Salduz) was het recht op consultatiebijstand al
gewaarborgd, maar sinds 2017 geeft de wet de verdachte ook het recht op bijstand d/e advocaat tijdens het verhoor.
 Legaliteitsbeginsel  strafvordering mag alleen op wijze bij wet voorzien. Dit zorgt dat de burger (en daarmee ook de
verdachte) wordt beschermd tegen willekeur van de overheid. De overheid kan niet bepaalde opsporingsbevoegdheden
toepassen zonder dat aan de wettelijke voorwaarden daarvoor is voldaan.
Voorbeelden van adequate rechtshandhaving:
 Herziening ten nadele  de onaantastbaarheid van rechterlijke vonnissen wordt hierdoor doorbroken, waardoor de
mogelijkheid ontstaat een onterecht vrijgesproken verdachte alsnog te veroordelen.
 Strafbeschikking  de OvJ kan bepaalde zaken buitengerechtelijk afdoen om de doorstroming van die zaken effectiever te
laten verlopen. Hierbij kan hij o.a. geldboetes en rij-ontzeggingen opleggen.

WAT IS PUNITIEF POPULISME ? WELKE VOORBEELDEN ZIJN ER VAN (RECENTE) WETSWIJZIGINGEN DIE ONDER DE NOEMER
PUNITIEF POPULISME KUNNEN WORDEN GECLASSIFICEERD ? WELKE SPANNINGEN MET STRAFVORDERLIJKE BEGINSELEN BRENGT
DIT POPULISME MET ZICH ? WELKE PROBLEMEN SIGNALEERT KLIP?
NOYON | PUNITIEF POPULISME EN DE ROL VAN DE STRAFRECHTSWETENSCHAP
Belangrijke vraag: ‘’wat is de taak van de strafrechtswetenschap in tijden van politisering van het strafrecht?’’. De politiek neigt nu naar
punitieve sancties en kijkt o/d korte termijn, terwijl Modernisering Sv gericht is op de lange termijn.
Volgens Groenhuijsen is er sprake van ‘’substantiële inhoudelijke bemoeienis v/d politiek met inhoudelijke details v/h sr, dat leidt tot
ontwrichting v/d coherentie en systematische samenhang binnen de strafrechtsbedeling’’.
Deze bemoeienis is terug te zien in het aanpassen van de strafwet wegens incidenten ( BV: terrorismewetgeving, hervormingenv/h
tbs-verlofstelsel na onregelmatigheden bij verlof).

Wat is punitief populisme?
Hoe kan die bemoeienis v/d politiek m/h sr verklaard worden?  politieke houding is veranderd: meer sprake van punitief populisme.
- Populisme = politiek waarin 1) een felle tegenstelling wordt voorgespiegeld tussen 2) een homogeen volk en 3) een slechte elite.
- Punitief populisme = populisme voor zover dit inhoudelijk betrekking heeft op misdaad en straf.
 Er wordt een felle tegenstelling voorgesteld doordat de elite (politici, academici, rechters, etc) de
legitieme belangen v/h homogene volk (m.n. veiligheid) systematisch opoffert ten gunste v/d belangen
van verdachten en veroordeelden.

Kenmerken v/h punitief populisme:
- Volk wordt als homogeen gezien: ze hebben dezelfde morele ideeën die vanzelfsprekend belangrijker zijn d/d mening v/d elite;
- Onbewezen aannames: rechters straffen te licht, trekken zich te veel aan v/d belangen van verdachten, geven te weinig om
slachtoffers en maatschappelijke veiligheid
- Oorzaak v/d felle tegenstelling: geïsoleerde elite mag op onrechtvaardige gronden beslissen over het hoe en wat v/h sr
- Archetypisch beeld v/h so: dat komt niet m/d werkelijkheid overeen, maar het volk identificeert zich hier wel mee
- Fouten i/h systeem worden moedwillig gezocht en uitvergroot

Beloop van punitief populisme
Pun pop begon in Engeland en is nu in NL. Voorbeelden van pun pop-regelingen: minimumstraffen – three strikes out – uitsluiting voor
taakstraffen (22b Sr). Kenmerkend is d/d discretionaire bevoegdheid v/d rechter wordt ingeperkt.

, Pun pop is gericht op: fixatie op lange + automatische vrijheidsstraffen – meer controle- en beheersingsmaatregelen na straf –
bestuurs- en civielrechtelijke (pseudo)punitieve maatregelen – correctiemechanismen voor maatschappelijk betwiste vrijspraken.

Evidence based + value based onderzoek
‘’Welke rol heeft de strafrechtswetenschap in relatie t/d politiek?’’  de strafrechtwetgever is in de greep geraakt v/h pun pop, en dat zal niet
snel veranderen.
 Hoe kunnen we dan toch een zinvolle dialoog tussen strafrechtspolitiek en strafrechtswetenschap mogelijk maken?  er is vooral
veel aandacht voor alles wat zich i/d publieke arena afspeelt, maar omdat wetgevingsoperaties (dus ook Modernisering) o/d
achtergrond spelen, kunnen die relatief ongestoord gebeuren
 Wat moet de inbreng v/d strafrechtswetenschap i/d dialoog zijn?  evidence-based wetenschappelijk onderzoek (zodat de
aannames v/h pun pop worden ontkracht), maar ook value-based argumentatie is van belang (bepaalde waarden v/h recht uitleggen
+ benadrukken).

KLIP | TOTAALSTRAFRECHT
Er is een roep om meer en strenger strafrecht, waardoor de reikwijdte v/h sr veel groter wordt. Er zijn scherpere maatregelen ingevoerd en
voorgesteld mbt alle fasen v/h strafproces, waaronder:
- Vervallen + uitbreiden van verjaringstermijnen – 71 Sr: verlenging verjaringstermijn van o.a. zedendelicten. 70(2) Sr: vervallen van
alle verjaartermijnen voor delicten m/e levenslange straf.
- Rechtsmacht over feiten buiten NL grondgebied – 4 Sr wordt jaarlijks aangevuld. Ook in 2-8 Sr staan nieuwe rechtsmachtbeginselen
- Voorlopige hechtenis – termijnen zijn verlengd (90 dagen)
- Minimumstraffen – (nog) niet ingevoerd, maar wel discussie erover. Ook worden straffen van bestaande delicten verhoogd.
- Herziening ten nadele – nieuw ingevoerd, doet afbreuk a/d onaantastbaarheid v/e vrijsprekende beslissing
- Rol van de burger i/d strafrechtspleging – discussie over lekenrechtspraak, spreekrecht van slachtoffers.

Wat zijn de gevolgen van deze ontwikkelingen?
- Meer delicten kunnen vervolgd worden, maar de capaciteit blijft gelijk: er wordt daarom een kleiner percentage delicten
gehandhaafd. Ook zorgen de uitbreidingen v/d verjaringstermijnen voor moeilijk op te sporen delicten (BV: zedenzaak uit 1984).
- Heilige huisjes v/h sr staan ter discussie (o.a. legaliteitsbeginsel, ne bis in idem, onafhankelijkheid v/d rechter). De NL’se burger staat
blijkbaar ver v/h sr af, wat opvallend is nu de crim afneemt. Aanvallen van belangrijke beginselen is zorgwekkend.
- Politieke discussie: er is vooral oog v/d ernst v/h feit. Iemand die aangeeft niet voor uitbreiding v/h sr te zijn, wordt verweten dat hij
het feit niet erg genoeg vindt. Hierdoor kan geen redelijke discussie plaatsvinden. Er is alleen oog voor straffen.

Alle ontwikkelingen geven de indruk v/e totaalstrafrecht: niet alleen meer gericht op straffen, maar ook op waarborgen van veiligheid en
preventie (maw: van schuldstrafrecht terug naar daadstrafrecht). De burger krijgt hierdoor het idee dat risico’s en gevaar gemeden kunnen
worden, maar dat is niet. Dit wordt niet transparant gecommuniceerd, waardoor sommige beslissingen voor burgers onbegrijpelijk
overkomen.

ARRESTEN
ARREST: OPLEGGING TAAKSTRAF ICM ONVOORWAARDELIJKGE GEVANGENISSTRAF VAN 1 DAG?
Feiten  Verdachte is tenlastegelegd dat hij ontucht heeft gepleegd met een minderjarige (ouder dan 16). Er werden in deze zaak een boel
mannen opgepakt die met minderjarigen seksuele handelingen hadden verricht, terwijl zij dachten (en werd geadverteerd) dat het ging om
meerderjarigen. In de onderhavige zaak is niet aannemelijk geworden d/d verdachte bewust op zoek was n/e afspraak m/e minderjarige
prostituee. Dat bleek pas achteraf. Ook heeft verdachte geen dwang toegepast. Het OM heeft cassatie ingesteld, omdat het Hof één dag
gevangenisstraf heeft opgelegd en 210 uur taakstraf. Volgens het OM is dit in strijd met het taakstrafverbod van 22b Sr, omdat voor seksueel
misbruik volgens 22b Sr niet alleen een taakstraf mag worden opgelegd. Eén dag gevangenisstraf opleggen is niet voldoende om onder die
regeling uit te komen
Rechtsvraag  is oplegging v/e gevangenisstraf van 1 dag icm een taakstraf in strijd met 22b Sr?
Rechtsregel  Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet volgens 10(2) Sr minimaal één dag bedragen. 22b Sr schrijft niet voor dat een
gevangenisstraf van ‘’substantiële’’ duur moet worden opgelegd (volgt niet uit de wet of wetsgeschiedenis). Oplegging van een
gevangenisstraf van 1 dag icm een taakstraf is daarom niet in strijd met 22b Sr.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper student_law. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75759 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,48  14x  verkocht
  • (1)
  Kopen