Huwelijk van algehele gemeenschap van goederen: Dit houdt in dat de vermogens van beide
echtgenoten samensmelten. Zowel de goederen die zij voor het huwelijk bezaten als de goederen die
zij tijdens het huwelijk zullen verkrijgen, vallen (in beginsel) in deze gemeenschap.
Beperkte gemeenschap van goederen: Alleen de bezittingen en schulden die zijn verkregen tijdens
het huwelijk vallen in de gemeenschap van goederen. Bestaande bezittingen en schulden die zijn
verkregen voor het huwelijk vallen dus in principe in de privévermogens van de partners. Een
uitzondering op het laatste is als de bezittingen en/of schulden gezamenlijk zijn aangegaan door de
partners.
Erfenissen en schenkingen die door een partner zijn ontvangen tijdens het huwelijk vallen in het
nieuwe huwelijksvermogensrecht in het privévermogen van de ontvangende partner, tenzij een
insluitingsclausule van toepassing is op de erfenis of schenking. In die gevallen valt de erfenis of
schenking alsnog in de (beperkte) gemeenschap.
Als een erfenis of schenking tot het privévermogen behoort en deze schenking of erfenis wordt
gebruikt voor de investering in bijvoorbeeld een woning, dan ontstaat bij scheiding een vordering
(vergoedingsrecht) op de gemeenschap. Het rekening houden met de waardeverandering met
betrekking tot de vordering wordt de beleggingsleer genoemd. De formule voor de beleggingsleer is
als volgt: (Waarde woning op moment van scheiden/Waarde woning op moment van investeren) x
investering = vordering gemeenschap (zie blz. 5).
Beide echtgenoten zijn (ieder voor het geheel) aansprakelijk voor schulden die zijn aangegaan ten
behoeve van de gewone gang van de huishouding. Een privéschuld die is aangegaan door één van de
echtgenoten blijft een privéschuld, waarvoor slechts hij of zij aansprakelijk is.
Gemeenschapsschulden kunnen nog steeds worden verhaald op zowel de goederen van de
gemeenschap als op de privégoederen van de echtgenoten. Privéschulden moeten worden verhaald
op de privégoederen van de schuldenaar. Als er onvoldoende privégoederen zijn, dan is volgens art.
1:96 lid 3 BW het verhaal van een privéschuld op goederen van de gemeenschap beperkt tot de helft
van de opbrengst van deze gemeenschapsgoederen. De andere helft van de opbrengst van het
gemeenschapsgoed komt toe aan de andere echtgenoot en valt vanaf dat moment buiten de
gemeenschap. Als goederen niet zijn verdeeld na de ontbinding van het huwelijk, dan mogen
schuldeisers ook na de ontbinding van het huwelijk de helft van de waarde van een nog niet verdeeld
goed opeisen.
Wanneer bij de ontbinding van de gemeenschap blijkt dat de gemeenschap niet toereikend is om alle
schulden van de gemeenschap te voldoen, geldt voortaan dat die schulden gelijkelijk door beide
echtgenoten gedragen worden, tenzij op grond van de redelijkheid en billijkheid een andere
verdeling nodig is.
Als één van de partners voor het huwelijk een eigen onderneming had, dan valt deze onderneming
(volgens het nieuwe huwelijksvermogensrecht) in zijn privévermogen. Er moet een redelijke
vergoeding aan de (beperkte) gemeenschap worden betaald voor de in de privéonderneming
gewerkte uren door de echtgenoot, voor zover deze vergoeding niet al op een andere wijze ten
gunste van de andere echtgenoot is gekomen.
Iedere echtgenoot heeft de volledige eigendom van het gehele gemeenschapsvermogen bij algehele
gemeenschap, onder respectering van het gelijke recht van de andere echtgenoot. De aanspraak op
de helft van die gemeenschap ontstaat pas op het moment dat de gemeenschap wordt beëindigd. Op
, het gegeven dat het gehele vermogen gemeenschappelijk wordt, bestaan enkele uitzonderingen: -
verknochte goederen;
- goederen verkregen onder een uitsluitingsclausule.
Verknochte goederen zijn goederen waarmee een echtgenoot een bijzondere verbondenheid heeft.
In beginsel vallen deze goederen in de huwelijksgemeenschap, tenzij de bijzondere verbondenheid
zich daartegen verzet. Goederen kunnen naar hun aard verknocht zijn, of in economische of
juridische zin sterk aan een bepaalde echtgenoot verbonden zijn, maar ook kan verknochtheid
bestaan met betrekking tot immateriële goederen.
Het kan zijn dat een goed zélf niet in de gemeenschap valt, maar de gemeenschap wel recht heeft op
verrekening van de waarde van dat goed. De gemeenschap heeft dan bij ontbinding recht op
verrekening van de waarde van het verknochte goed (bijv. bij firma-aandeel).
Een uitsluitingsclausule is een clausule, die een erflater of schenker in het testament of bij de
schenking kan opnemen. Hierin wordt bepaald dat hetgeen verkregen is, en eventueel de
toekomstige opbrengsten hiervan, buiten de gemeenschap vallen waarin de verkrijger is gehuwd of
zal huwen. Als deze clausule aan een verkrijging is toegevoegd, behoort het verkregene tot het
privévermogen van de echtgenoot. De verkrijger zelf kan de uitsluitingsclausule niet buiten werking
stellen. Ook treedt zaaksvervanging op. Dat betekent dat wanneer de onder de uitsluitingsclausule
vallende goederen worden vervreemd, hetgeen ervoor in de plaats komt ook onder de
uitsluitingsclausule valt.
Met een uitsluitingsclausule beoogt men te voorkomen dat de partner van de verkrijger, bij een
eventuele echtscheiding, er vandoor gaat met de goederen van de familie. De onder de
uitsluitingsclausule verkregen goederen vallen niet in de gemeenschap van goederen maar wel in de
nalatenschap. Via deze nalatenschap kan het goed toch bij de partner terechtkomen als deze
erfgenaam is.
Echtgenoten (of aanstaande echtgenoten) mogen alle mogelijke regelingen in de
huwelijksvoorwaarden opnemen mits niet in strijd met de wet, de openbare orde en de goede
zeden. De huwelijksvoorwaarden welke zijn opgemaakt vóór het huwelijk krijgen pas werking nadat
het huwelijk is voltrokken. Hiervan kan niet worden afgeweken. De huwelijksvoorwaarden welke
tijdens huwelijk zijn opgemaakt beginnen te werken op de dag nadat de notariële akte is getekend of
op een ander in de huwelijksvoorwaarden aangegeven tijdstip.
Soorten huwelijkse voorwaarden:
- Koude uitsluiting
Koude uitsluiting betekent dat elke gemeenschap van goederen is uitgesloten en ook geen enkele
verrekening van bespaarde inkomsten of vermogensvermeerderingen plaatsvindt. Bij deze vorm van
huwelijksvoorwaarden behoudt ieder van de echtgenoten de goederen die hij vóór het huwelijk
bezat en de goederen die hij tijdens het huwelijk verkrijgt. De vermogens, de inkomens en de
schulden die één van de echtgenoten heeft verworven blijven hierbij gescheiden. Er wordt in de
huwelijksvoorwaarden wel een regeling opgenomen over wie hoeveel bijdraagt in de kosten van de
huishouding.
- Beperkte gemeenschappen
Een beperkte gemeenschap is een tussenvorm tussen de algehele gemeenschap van goederen en
koude uitsluiting. Een voorbeeld van een beperkte gemeenschap is een gemeenschap van inboedel,
waarbij alleen de inboedel gemeenschappelijk is.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ManonCremers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.