100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Diversiteit binnen de GGZ €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Diversiteit binnen de GGZ

3 beoordelingen
 376 keer bekeken  15 keer verkocht

Deze samenvatting bevat alle hoofdstukken en artikelen die geleerd moeten worden voor het tentamen (volgens de studeerwijzer)

Voorbeeld 4 van de 31  pagina's

  • Nee
  • 1,3,4,5,7,9,10,11,
  • 20 oktober 2019
  • 31
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (14)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: liannevanesch • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: nathalievogel • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: heleenvdz46 • 4 jaar geleden

avatar-seller
iris98
H1 ~ de rol van cultuur in de psychologie: centrale begrippen

Wat is cultuur?
Je wordt door cultuur omgeven en zonder kan je niet bestaan, echter je bent je er nauwelijks van bewust. Cultuur
doordrenkt ons denken, ons voelen, onze emoties, ons waarnemen en ons handelen. Pas in contact met mensen
uit andere samenlevingen, met andere gewoonten en met andere zeden, wordt de betrekkelijkheid en daarmee de
culturele context van zijn eigen gedrag beseft. In de psychologie wordt cultuur nog waak gezien als hinderlijke
ruis die het zich op objectieve gedragsverklaringen bemoeilijkt. In de sociologie beschouwt men cultuur dikwijls
als een tamelijk willekeurige verzameling gedeelde waarden en normen die het handelen van de mensen
structureert, en in de antropologie als het weefsel waaruit de maatschappij bestaat.

Cultuur heeft betrekking op gedragingen en ervaringen die het resultaat zijn van een leerproces.
De gebondenheid aan een cultuur is niet alleen een extern, maar ook een intern fenomeen. Pas als iemand wordt
geconfronteerd met een andere cultuur, beseft hij hoezeer zijn gedrag en beleving vorm hebben gekregen in een
specifieke situatie. Dan dringt pas het besef door dat niet alles zo vanzelfsprekend is als voorondersteld werd.
De mens is arm aan gespecialiseerde of specifieke instincten en rijk aan mogelijkheden. Maar louter daarmee
valt geen concreet bestaan op te bouwen. Daarom moet de mens voor zichzelf een passende en stabiele wereld
opbouwen. Hij schept de cultuur. Het leven zou te ingewikkeld worden wanneer ieder individu elke keer
opnieuw beslissingen zou moeten nemen om activiteiten te ontplooien. De cultuur verschaft pasklare antwoorden
op grote en kleine levensproblemen.
Cultuur is een menselijk product, maar tegelijk is ze een macht buiten het individu geworden. Mensen
ontwikkelen een gewoonte of een regel, waarna deze een dwingend karakter krijgt. De cultuur modelleert
gevoelens, gedragingen en denkbeelden, zodat wij handelen, voelen en denken in overeenstemming met de
(ongeschreven) voorschriften van de cultuur en er tegelijk van uitgaan dat deze uitingen uit ons zelf voortkomen.
De cultuur heeft daarmee een supra-individueel en paradoxaal karakter. Zij schept zowel verplichtingen als de
ruimte tot menselijke vrijheid.
Paradox van cultuur  je denkt dat je origineel bent en dat je handelt op basis van eigen inzicht, maar in feite
volg je patronen die ook de andere leden van de gemeenschap kenmerken.

Cultuur heeft betrekking op zaken in meer of mindere mate worden gedeeld door een collectief. Tussen het
gedrag van individuen en cultuur bestaat een wederkerige relatie  cultuur beïnvloedt het gedrag van de leden
van een gemeenschap, maar omgekeerd hebben individuen ook invloed op de cultuur.
Cultuur heeft te maken met voorschriften, regels en symbolen, met betekenisgeving. Groepen van mensen
verschillen immers doordat zij aan persoenen en zaken een verschillende betekenis toekennen. Er bestaan twee
benaderingen van het begrip cultuur:
 Iets zichtbaars  gedragingen of materiële producten
 Iets onzichtbaars  normen en waarden
Bij de analyse van een bepaald verschijnsel in een samenleving zijn beide invalshoeken noodzakelijk.

Cultuur is dus lastig eenduidig te definiëren. Het gaat om gedrag en betekenisgeving die door betrokkenen
meestal als vanzelfsprekend worden ervaren, die een sterk bindend karakter hebben en die daardoor generaties
lang voor kunnen blijven bestaan. Cultuur is het, door aanleren verkregen en van generatie tot generatie
doorgegeven, geheel van gewoonten, technieken, handelingen, waarden en normen van een groep, waardoor het
gedrag van de leden van een groep geregeld wordt. Het is een voor een groep of samenleving kenmerkende kijk
op de werkelijkheid.
Cultuur wordt vaak statisch benaderd. Echter culturen veranderen door aanpassing van bepaalde elementen zoals
rituelen, gewoontes en regels. Dit gebeurt door selectie, acculturatie, imitatie, socialisatie, innovatie en
ontdekking.
Cultuur wordt doorgaans als motief gezien of als excuus voor gedrag aangevoerd, het wordt beschouwd als
oorzaak. Echter, cultuur uit zichzelf doet natuurlijk niets.
Voestermans en Verheggen betogen dat cultuur verklaard moet worden als iets dat zich tussen mensen afspeelt.
’t Is niets en ’t doet niets  non-entity. Mensen krijgen feeling voor wat gepast en gangbaar is binnen de eigen
gemeenschap. Hoe het hoort wordt tamelijk dwingend geijkt in het sociale verkeer van de leden van de
gemeesnchap. Het leren van de geijkte gedragspatronen gebeurt al doende, grotendeels impliciet en
onopgemerkt. Mede daardoor zullen veel mensen het idee hebben dat ze vooral handelen uit eigen overtuiging of
uit geheel eigen beweging.
De moderne psychologie kan niet meer volstaan met het vergelijken van gedragingen hier en elders, de
psycholoog moet cultureel sensitief gemaakt worden.

,Hoe noemen we de dragers van cultuur?
Cultuur en ras zijn geheel verschillende zaken. Ras verwijst, al dan niet gefundeerd, naar fysieke kenmerken.
Wel kan het voorkomen dat een groep met overeenkomstige fysieke kenmerken belangrijke cultuurelementen
deelt.
Cultuur is ook niet hetzelfde als nationaliteit. Nationaliteiten zijn vaak gevormd op basis van een
gemeenschappelijke cultuur. Tegelijkertijd zijn nationaliteiten veelal zo heterogeen dat niet van een cultuur
gesproken kan worden.
Etniciteit is een ander veelgebruikt begrip. In de Nederlandse situatie worden etnische groepen vaak
gelijkgesteld aan nationaliteit.
Ook moet er voor ogen gehouden worden dat cultuur niet door iedereen in een gemeenschap in gelijke mate
wordt gedeeld. Er bestaan grote individuele verschillen in de mate waarin leden van een gemeenschap een
cultuur aanhangen.
Migranten  7bezig zich te verplaatsen’ de term geeft goed de steeds heen en weer gaande beweging weer in het
leven van hen die 7hier’ wonen, werken en leven, maar vaak nog zijn verklinken met 7daar’, hun geboorteland en
die voortdurend een evenwicht zoeken tussen 7hier’ en 7daar’.
Allochtonen  slaat vooral op die etnische groeperingen die zich in overwegende mate in een
achterstandspositie ten opzichte van de autochtone Nederlanders bevinden. Het gaat om mensen uit voormalig
Nederlandse koloniën, om vluchtelingen uit de gehele wereld, om migranten die vooral om economische redenen
naar Nederland zijn getrokken, en om hun kinderen en kleinkinderen.
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen westerse en niet-westerse herkomstlanden omdat er verschillen bestaan
betreffende sociaaleconomische en culturele positie.
Zowel de eerste generatie als de tweede generatie Nederlanders met een migratieachtergrond is in aantal
toegenomen. De eerste generatie door groeiende immigratie, de tweede generatie door geboorte.

(Culturele) diversiteit verwijst naar groepen mensen met een migratieverleden en hun kinderen die als anders
ervaren worden door de dominante meerderheid van de Nederlandse bevolking. Echter dit begrip kan ongewild
bijdragen aan een eenzijdige beeldvorming:
1. Cultuur lijkt zo alleen een zaak van migranten en hun kinderen
2. Er wordt verondersteld dat het land van geboorte of diens ouders bepalend is voor zijn of haar cultuur.
3. Er wordt aangenomen dat cultuur min of meer onveranderd wordt doorgegeven en niet beïnvloed wordt
door het leven daarna in een andere maatschappelijk context.
4. Er wordt verondersteld dat de cultuur van een groep met dezelfde herkomst min of meer homogeen is.
Dit leidt tot generalisering en stereotypering van niet-westerse herkomstgroepen en versterken het wij-zij-
denken. Gevolg is dat ervaren problemen in onderwijs of gezondheidszorg verbonden worden met het anders-zij
van deze groep, met taalbarrière en culturele verschillen.

Cultuur voegt zich naar fysieke en economische omstandigheden. De relatie tussen individu en situatie is
evenmin statisch. Psychologische acculturatie  veranderingen die het gevolg zijn van langdurig contact met
andere culturen. Volgens het acculturatiemodel van Berry zijn er twee onafhankelijke dimensies in de manier
waarop mensen om kunnen gaan met hun positie als culturele minderheid: 1) identificatie met de eigen
oorspronkelijke cultuur; 2) identificatie met de minderheidscultuur. Dit leidt tot vier verschillende identiteiten:
 Integratie  identificatie met beide culturen
 Assimilatie  identificatie met voornamelijk de meerderheidscultuur
 Separatie  identificatie met voornamelijk de minderheidscultuur
 Marginalisatie  het ontbreken van identificatie met beide culturen
Integratie is de meest succesvolle strategie om met culturele verandering om te gaan. Wanneer het individu slaat
in het ontwikkelen van denkbeelden en gedragingen die hem helpen in het hanteren van de stress die ontstaat bij
de confrontatie tussen de culturele codes van afkomst en de behoefte tot aanpassing aan het nieuwe bestaan, kan
er in psychologische zin sprake zijn van een succesvolle integratie. Maar dit is ook afhankelijk van
omstandigheden. Als er serieuze conflicten bestaan, is het voor leden van culturele minderheidsgroepen
moeilijker om een positieve identiteit te ontwikkelen waarin aspecten van beide culturen worden geïntegreerd.

Waarom aandacht voor culturele verschillen?
Een literatuuroverzicht op basis van vergelijkende gegevensbestanden van gedragswetenschappen laat zien dat er
substantiële verschillen bestaan in de wereldbevolking, en dat de proefpersonen uit westerse populaties juist
bijzonder afwijkend zijn vergelijken met de rest van het menselijk soort. Ze blijken het minst representatief
wanneer men generaliseert naar de menselijke soort. Er zijn dus geen valide redenen om aan te nemen dat een
bepaald gedragsfenomeen universeel is als deze aanname slechts gebaseerd is op gegevensverzameling van een

,enkele subpopulatie. Drie belangrijke fenomenen hebben ervoor gezorgd dat het voor psychologen steeds
moeilijker is geworden om de sociaal-culturele factor te negeren:
1. Geringe representativiteit  Nederland heeft als enige land een woord uitgevonden voor de gedachte dat
de inhoud van zorg pas relevant is wanneer rekening gehouden wordt met de leefwijze, denkwijze en
behoeften van andere dan de dominante groepen: interculturalisatie. Dit is een proces waarbij de inhoud
en organisatie van de zorg wordt aangepast aan het multiculturele karakter van de bevolking.
2. Toename migratie  wereldwijd is de omvang van migratie in de afgelopen dertig jaar verdubbeld. Wat
culturele en etnische diversiteit betreft is het vakgebied nog altijd niet representatief voor de moderne
pluriforme samenleving. In de psychologie behoren onderzoekers, docenten, beroepsoefenaars, studenten
en proefpersonen overwegend tot de autochtone culturele meerderheid.
3. Opkomst globalisering  met de globalisering van de wereldeconomie worden in steeds meer landen
universiteiten, klinieken en andere organisaties opgericht, waarin psychologie een rol speelt. Maar al te
vaak wordt hierbij geen aandacht besteed aan de verschillen tussen de sociale context van deze 7nieuwe’
landen en de westerse context waarin de psychologie zich ontwikkeld heeft.

Naast beroep is psychologie ook een discipline waarbinnen men zich minder bewust is van de uitdaging van
culturele diversiteit. Hier bestaan drie opvattingen over:
 Er is geen probleem, want de psychologie gaat over universele verschijnselen. Ondanks dat het
empirisch onderuitgehaald is, hangen veel psychologen impliciet dit standpunt aan.
 Er is wel werk aan de winkel, maar er is niets wat de psychologie niet aankan met behulp van haar
huidige repertoire aan theorieën, methoden en instrumenten.
 Om recht te doen aan diversiteit moet er een paradigmaverschuiving in de psychologie plaatsvinden. Er
zou meer samenwerking moeten komen met andere disciplines.

Hoe onderzoeken we de invloed van cultuur?
Culturele antropologie houdt zich bezig met de cultuur, met de verschillende levenswijze en
samenlevingsvormen in de wereld. Ze richten zich op het gedrag in een specifieke socioculturele context. Hun
doel is het begrijpen van een cultuur en haar bijzondere processen. Wetenschappelijk onderzoek is op het terrein
van cultuur en psychologie niet eenvoudig. Ten eerste ligt er voortduren het gevaar van generalisatie op de loer.
Ten tweede is het niet makkelijk culturele processen te bestuderen en ten derde is het moeilijk om goede en
betrouwbare onderzoeksinstrumenten te ontwerpen. Er dient empirisch te worden nagegaan of de gebruikte
concepten in de verschillende culturen wel dezelfde betekenis hebben. Belangrijk om dus ook kwalitatief,
etnografisch onderzoek te verrichten

, H2 ~ functieleer-psychologische kijk op cultuur: verschilt informatieverwerking over
culturen?
Sensatie versus waarnemen
Functieleerpsychologen maken een onderscheid tussen sensatie en waarnemen. Sensaties worden meestal gezien
als het product van vroege verwerkingsstadia. Er wordt dan in de regel gekeken naar de realiteit tussen de
fysieke eigenschappen en de psychologische ervaring van een prikkel. Hierover proberen psychonomen
wetmatigheden vast te stellen. Waarnemen heeft vooral te maken met de interpretatie van de stimulus en wordt
vaak beschouwd als een 7hoger’ proces. Verschillen binnen een samenleving kunnen terug te voeren zijn op
verschillen in ervaringen en daardoor vooral op verschillen in interpretatie.

Waarnemen een betekenis geven
Hoewel er weinig redenen zijn om aan te nemen dat de initiële verwerking niet gelijk verloopt voor verschillende
mensen, wordt dat anders als interpretatie een rol gaat spelen. De interpretatie is afhankelijk van kennis uit je
geheugen. Gegeven informatie (van een plaatje) activeert bestaande kennis en beperkt daarmee de
interpretatiemogelijkheden van de waarnemer op dat moment.

Functieleerpsychologisch onderzoek
Er wordt bij de informatieverwerking vaak een onderscheid gemaakt tussen de vroege basisprocessen en de
cognitief beïnvloedbare mechanismen. Jerry Fodo heeft hiervoor een kapstok aangereikt. Hij spreekt van
modulen. Modulen zijn informationeel ingekapseld als deze niet beïnvloedbaar zijn door cognitie (kennissen en
ervaringen opgedaan in het leven). Modulen bevinden zich vooral in de eerste stadia van informatieverwerking.
Voor de Müller-lyer-illusie (pijlen) zijn er significante verschillen gevonden tussen culturen. Een verklaring
hiervoor is dat de misperceptie ontstaat als gevolg van het opgroeien in een wereld met veel perspectief. De
illusie is bij leden van niet-westerse culturen minder sterk omdat zij in een meer circulaire cultuur leven.
Ervaringen kunnen leiden tot heel dwingende automatismen. Intercultureel onderzoek naar waarneming heeft
interessante verschillen opgeleverd tussen culturen. Deze verschillen zijn vooral terug te voeren op verschillen in
ervaring en omgeving. Andere belangrijke factoren zijn communicatie en het gebruikte materiaal. Velen stellen
dat het grootste probleem bij het vergelijken van culturen neerkomt op het onderscheiden van verschillen op
basis van waarnemen en miscommunicatie.

Interpreteren van emoties en gezichtsuitdrukkingen
Charles Darwin was er al van overtuigd dat emoties universeel zijn voor alle mensen en culturen, en dat ze
genetisch zijn vastgelegd (blindgeborenen hebben gelijke gezichtsuitdrukkingen). Echter er is geen consensus
over wat basisemoties zijn en hoeveel het er zijn. Vaak worden de volgende zes aangehouden: verrassing, angst,
walging, boosheid, vreugde en verdriet.

Taal
Taal heeft een grote cognitieve component en is onlosmakelijk verbonden met cultuur.
Noam Chomsky gaat ervan uit dat de basisstructuren voor de ontwikkeling van taal al bij de geboorte aanwezig
zijn. Bij de ontwikkeling van taal speelt de omgeving een bepalende rol. Denken en gerag zijn een functie van
taal  linguïstisch relativiteit. Whorf stelde dat wij de wereld indelen op basis van de grenzen die bepaald
worden door onze taal: taal bepaalt ons denken en dat uit zich in onze waarneming van de wereld. Bepaalde
wetenschappers gaan ervan uit dat de basis een biologisch mechanismen is dat voor iedereen hetzelfde is.
Anderen volgen meer de benadering van Whorf en dichten aan taal een grote rol toe.
Als we op perceptuele mechanismen zouden moeten vertrouwen, komen we niet tot categorieën. Met taal kan dat
wel. Een beperkt vocabulaire levert wel problemen op voor het communiceren van de perceptuele verschillen.
Bij rekenen maakt de vorm van de taal een verschil. Maar dit heeft weinig te maken met door cultuur
teweeggebrachte verschillen in de onderliggende breinmechanismen.

Logisch redeneren
Piaget veronderstelde dat het formele en abstracte denken, met name in de vorm van het hypothetisch-deductief
denken, meer tot ontwikkeling zou komen bij kinderen en jogneren uit westerse samenlevingen. Door onderzoek
naar syllogismen is er geconcludeerd dat logisch denken bij iedereen aanwezig is. er zijn geen aanwijzingen voor
het veronderstellen van een primitieve logica, zowel in de betekenis van een andersoortige logica dan die van de
westerse mens, als in de betekenis van een logica op een lager niveau dan dat van de gemiddelde westerling.
Alleen houden mensen in sommige traditionele culturen zich niet altijd aan het gestelde probleem. pas op school
leert men deze bijna kunstmatig aandoende zaken op te lossen. Onderwijs zorgt ervoor dat men binnen de
grenzen van het probleem blijft.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper iris98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 82956 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  15x  verkocht
  • (3)
  Kopen