! Nederlandse aantekeningen van de hoorcolleges van European Governance (EG), een Bestuurskunde vak aan de Radboud Universiteit. Vak wordt gegeven door dr. Zwaan.
Jaartal doelen: \"Oprichting NATO Council of Europe\"
Antwoord: 1949. Beiden intergouvernementeel. Council of Europe focust op mensenrechten. Truman Doctrine leidde tot de NATO.
2.
Jaartal doelen: \"Schuman Declaratie\"
Antwoord: 1950. Doel: gemeenschappelijke markt voor kolen en staal. Supranationale-elementen: hoge autoriteit, common assembly en court.
3.
Jaartal doelen: Verdrag van Parijs
Antwoord: 1951. Oprichting van ESCS n.a.v. Schuman declaratie, de productie en prijzen van kolen en staal worden supranationaal geregeld.
4.
Jaartal doelen: European Defense Community
Antwoord: 1954. N.a.v. het Pleven plan. Het idee was een Europees leger onder controle van een Europese institutie. De defense community is er nooit van gekomen, doordat het niet werd geratificeerd.
5.
Jaartal doelen: Verdrag van Rome
Antwoord: 1957. Oprichting EEC en Euratom. Doelen: Creëren binnenlandse markt binnen 12 jaar, Common Agricultural Policy, QMV voor de Raad van Ministers
6.
Jaartal & doelen: Van gend & loos
Antwoord: 1963. Het EU-recht heeft direct effect, zodra het is aangenomen.
7.
Jaartal & doelen: Costa v. Enel
Antwoord: 1964. Europees recht werkt door boven nationaal recht.
Voorbeeld van de inhoud
HOORCOLLEGE 1 (3-7-2019)
Europa:
Belangrijk voor de lidstaten:
● Beleid:
○ In lidstaten wordt europees beleid geïmplementeerd. Veel wetten worden door
Europa vastgesteld en moeten vervolgens ook gehandhaafd worden in de lidstaten.
○ Ongeveer 20% tot 70% van de wetten komt vanuit Europa.
○ Sommige beleidsgebieden zijn ‘ Europeanized’. Dit houdt in dat alle wetgeving en al
het beleid vanuit Europa komt. Lidstaten mogen dan niet of nauwelijks eigen beleid
maken (exclusive competence).
● Budgettaire/fiscaal:
○ Stabiliteits- en groeipact in de eurozone. In dit pact staat dat er niet meer dan 3%
tekort mag zijn.
● Publiek management:
○ Meer dan 30% van de nationale ambtenaren is betrokken bij zaken met betrekking
tot de EU. EU wetgeving is bijvoorbeeld van toepassing op hun werkzaamheden.
Verschillende jurisdicties binnen Europa:
Europa is ingewikkeld omdat:
● Het is anders dan de typische politieke instituties. Dit is ook afhankelijk vanuit welke lidstaat
je komt. Iedere lidstaat heeft zijn eigen politieke systeem en die van Europa lijkt hier vaak
niet op.
● Europa is nog steeds in ontwikkeling. Het evolueert en verandert nog steeds.
● Het is moeilijk te begrijpen hoe Europa is georganiseerd. Verschillende Europese instituties
zijn betrokken bij het proces van wet- en beleidsontwikkeling, bijvoorbeeld het Europese
parlement.
● Er hebben zich veel informele zaken en gewoontes ontwikkeld. Europa is ook afhankelijk van
het karakter en de zienswijzen van de leider.
, ● Er is minder aandacht vanuit de media voor Europa. Het neemt inmiddels wel toe maar dit
gebeurd vooral in tijden van verkiezingen en crises. Anders is er vaak weinig aandacht in de
lidstaten voor Europa. Bovendien wordt Europa vaak als saai gezien dus is het niet erg
interessant voor de media om er veel aandacht aan te besteden.
● Ook voor studenten is Europa ingewikkeld. Vragen zijn bijvoorbeeld:
○ Hoe is Europa geëvolueerd?
○ Hoe moeten we Europa kwalificeren? Hoe moeten we het noemen?
○ Hoe werkt Europa op ‘day-to-day basis’?
○ Is Europa iets goeds of iets slechts?
Wat is de Europese Unie:
International Relations:
Volgens studenten International Relations heeft de EU een zienswijze gecentreerd op de staat. De
staat is de politieke institutie die jurisdictie vaststelt binnen de territoriale grenzen volgens hen.
Bovendien denken ze dat de staat de hoogste autoriteit is en daarom samenwerking tussen staten
erg moeilijk is, al dan niet onmogelijk. Dit blijkt niet het geval te zijn aangezien staten regelmatig met
elkaar samenwerken op een goede manier.
Samenwerking tussen staten kan op twee manieren worden beschreven:
1. Intergovernmentalisme:
● Assumptie: staten zijn ‘self-interested’.
● Het is de som van zijn nationale delen. Nationale overheden blijven soeverein en
hebben veto.
● Een dergelijke samenwerking ziet eruit als een secretariat/administration, Alleen
een formele samenwerking dus.
2. Supranationalisme:
● Lidstaten staan soevereiniteit af aan de hogere autoriteit.
● Een dergelijke samenwerking is bijvoorbeeld een internationale organisatie die deels
autonoom is maar wel handelt in het algemene belang.
Supranationale besluitvorming is besluitvorming waarbij lidstaten hun macht
hebben afgestaan aan Europese organen. Deze organen staan dus boven
nationale organen. Bij intergouvernementalisme behouden de lidstaten hun
eigen macht. Het gaat hierbij om besluiten die door de lidstaten samen
genomen worden op basis van unanimiteit.
Is de EU intergouvernementeel of supranationaal? Beide. Er wordt permanent een afweging
gemaakt tussen het belang van autonomie van de lidstaten tegenover effectiviteit van de EU.
Samenwerking in de EU is veel breder dan in andere internationale organisaties. De EU heeft meer
supranationale kwaliteiten dan andere internationale organisaties. Supranationaal → meerderheid.
Intergouvernementeel → unaniem
,De struggle uit zich in een aantal gebieden:
● Instituties
● Competenties
● Implementatie van EU beleid
Comparative Politics:
Volgens studenten Comparative Politics is de EU is uniek: unidentified political object. De EU kan
volgens hen gezien worden als federalistisch. Dit houdt in dat de soevereiniteit gedeeld worden
tussen centrale en decentrale units.
Karakteristieken van federalisme:
● Verschillende overheidslagen (nationaal en subnationaal) bestaan naast elkaar. De lagen
kunnen elkaar opheffen.
● Een geschreven grondwet geeft de taken van de lagen weer en een rechter lost geschillen
op.
● Er is onderscheid tussen de lagen. De centrale laag heeft verantwoordelijkheid voor
defensie, buitenlandse politiek en belasting. De decentrale lagen hebben
verantwoordelijkheid voor industrie, regionale ontwikkeling, cultuur, gezondheid. De lagen
werken samen met elkaar.
Is de EU een federatie?
1. Verschillende lagen die naast elkaar bestaan?
Ja, lidstaten en een centrale Europese laag.
2. Kunnen de lagen elkaar opheffen?
Nee, de lidstaten hebben gezamenlijk besloten dat er een centraal niveau komt en als ze dat
niet meer willen dan heffen ze het op, maar ze kunnen elkaar niet opheffen.
3. Is er een geschreven (grond)wet die de taken van de lagen weergeeft?
Ja, het wordt geen grondwet genoemd maar er is wel vastgesteld wat taken van de EU zijn
en wat taken van de lidstaten zijn.
4. Is er een rechter om geschillen op te lossen?
Ja, de EU heeft een rechtbank.
5. Is er scheiding tussen centraal en decentraal niveau? Denk aan defensie/cultuur etc.
Deels, sommige zaken worden overgelaten aan de lidstaten en sommige zaken worden door
de EU geregeld. Echter, er is geen centraal leger om.i.d.
Kortom, de EU kan gezien worden als quasi-federatie/confederatie, met meer gewicht op decentraal
niveau, dus op het niveau van de lidstaten.
, Hoorcollege 2 (4-09-19):
De geschiedenis van de Europese integratie “van Parijs naar Amsterdam”
… - 1945: verdeelde staten:
● Europa was verdeeld:
○ verschillende politieke ideeën/instituties
○ veel verschil in de economieën → sommige waren geïndustrialiseerd, anderen nog
agricultuur
● Een beetje samenwerking tussen staten → Erg fluid, staten wisselden makkelijk met wie ze
samenwerkten. Vaak op basis van gedeelde belangen. Veel bilaterale samenwerkingen
(twee landen). Bv: Italië en Duitsland.
75 years later:
● European Union (28/27) → Brexit gebeurt misschien toch niet. Veel landen werken op
reguliere basis samen.
● Beleid (policy) ontwikkeling → Steeds meer beleid binnen de Europese Unie, het wordt
steeds groter en steeds meer beleidssectoren.
Wat verklaart dit:
>> Hoe kan het dat de staten ineens zijn gaan samenwerken? Er is geen enkele verklaring, 3
categorieën.
1943-1952: Richting een nieuw Europa:
1. Tegengaan van nationalisme na de tweede wereldoorlog
● Natiestaten leiden vaak tot oorlog
● Voor WOII al ideeën voor Europese integratie/federalisme:
○ Altiero Spinell: Blueprint voor een federaal Europa
○ 1943: Jean Monnet → Als we vrede willen moeten we af van de natiestaten.
De staten zijn te klein om te zorgen voor rijkdom en sociale ontwikkeling.
● Council of Europe (1949)
○ Bestaat nog steeds. Ze focussen nu vooral op mensenrechten.
○ In het begin waren ze meer ambitieus, ze richtten zich ook op economisch
beleid.
○ Intergouvernementeel / vrijwillig → Alle staten moesten een nieuw idee
goedkeuren.
2. De Koude Oorlog
● Angst voor communisme → Strijd tussen VS en Rusland, Europa zou daarbij een
soort battle ground worden. Als er een oorlog zou komen, is het handiger om als
Europa zichzelf ook te organiseren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elinemeuleman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.