PGO+: PGO+ streeft naar een verregaande integratie tussen theoretisch en vaardigheidsonderwijs.
Door context gebonden leren kunnen studenten het geleerde adequaat toepassen. In een leerproces
waarbij de beroepspraktijk centraal staat wordt het onderwijs vanuit problemen en niet vanuit
vakken gegeven. Dit didactisch concept legt een grote nadruk op zelfwerkzaamheid. Zo wordt een
beroepsattitude ontwikkeld die is gebaseerd op het evidence based handelen. Binnen PGO+ wordt
gewerkt met de zevensprong.
SMART: Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden
Een doelstelling is te formuleren a.d.h.v. SMART
FMH: FMH = fysiotherapeutisch methodisch handelen. Het FMH bestaan uit een achttal stappen.
1. Aanmelding, oriëntatie op de hulpvraag, screening
2. Anamnesegesprek
3. Fysiotherapeutisch onderzoek
4. Formulering van fysiotherapeutische diagnose en indicatiestelling
5. Behandelplan
6. Uitvoering van behandeling
7. Evaluatie
8. afsluiting
KNGF: het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) is dé overkoepelende
vereniging van en voor fysiotherapeuten in Nederland. Het KNGF heeft 19.000 leden, bestaat uit 13
beroepsinhoudelijke verenigingen en beheert het Centraal Kwaliteitsregister (CKR). Het KNGF
behartigt belangen, borgt kwaliteit, bevordert deskundigheid en biedt service aan onze leden.
BIG: het BIG-register geeft duidelijkheid over de bevoegdheid van een zorgverlener. Er staan meer
dan 350.000 zorgverleners geregistreerd in het BIG-register.
,Wat zijn de anatomische vlakken/assen?
Lichaamsvlakken:
➔ Een frontaal vlak deelt het lichaam in het voorste
en het achterste deel
➔ Een sagittaal vlak deelt het lichaam in het rechter
en het linker deel. Wanneer dit vlak precies op de
helft is, is het een mediaan vlak.
➔ Een transversaal vlak deelt het lichaam in het
onderste en het bovenste deel.
Lichaamsassen:
➔ Een frontale/transversale as is een horizontale as die van links naar rechts loopt.
➔ Een sagittale as is een horizontale as die van voor naar achter loopt.
➔ Een longitudinale as is een verticale as.
Om deze assen vinden bewegingen plaats. Aan elke as zitten dan ook bepaalde bewegingen
gekoppeld.
Combinatie vlakken en assen:
Bij ieder lichaamsvlak hoort een bepaalde lichaamsas namelijk:
➔ Frontaal vlak en sagittale as.
➔ Sagittaal vlak en frontale/transversale as.
➔ Transversaal vlak en longitudinale as.
Wat zijn de verschillende anatomische bewegingen?
De richtingsaanduidingen impliceren een beweging in een bepaalde richting, en vinden meestal in
een specifiek lichaamsvlak plaats. (afgezonderd van bewegingen in de schouder en heup waar
combinaties van bewegingen en richtingsaanduidingen mogelijk zijn). Elke beweging heeft ook een
contrabeweging, waardoor ze net als plaatsaanduidingen paarsgewijs voorkomen.
Abductie en adductie:
De abductie en adductie bewegingen zijn bewegingen die om
een sagittale as plaatsvinden in het frontale vlak. Ab- en
adductie bewegingen vinden plaats bij de armen en benen.
Adductie vindt plaats wanneer er vanuit de neutrale
uitgangshouding een beweging wordt uitgevoerd waarbij een
ledemaat in het frontale vlak naar het lichaam toe wordt
bewogen. Adductie kan plaatsvinden in het schoudergewricht en
het heupgewricht. Het tegenovergestelde van adductie is
abductie.
,Anteflexie, retroflexie, flexie en extensie:
Flexie is buigen en extensie is strekken. Een
voorbeeld hiervan is het buigen en strekken van de
arm. Bij de schouder is er geen sprake van buigen en
strekken, maar van naar voren en naar achteren
bewegen. Dit noemen we respectievelijk anteflexie e
retroflexie. Deze beweging vindt plaats om een
frontale as. Flexie en extensie zijn bewegingen die
voorkomen in het heupgewricht, het kniegewricht,
bij de tenen, het schoudergewricht, het
ellebooggewricht en bij de vingers. Bij de schouder
en bij de heup noem je het anteflexie en retroflexie.
Endorotatie en exorotatie:
Deze bewegingen vinden plaats rond de longitudinale as in het transversale vlak. Bij exorotatie wordt
er een beweging gemaakt waarbij een ledemaat om de longitudinale as naar buiten beweegt. Bij
endorotatie wordt er een beweging gemaakt waarbij een ledemaat om de longitudinale as naar
binnen beweegt.
Exo- en endorotatie zijn bewegingen die plaatsvinden in het schoudergewricht, het heupgewricht en
het kniegewricht (bij een gebogen knie).
Supinatie en pronatie:
Supinatie en pronatie zijn bewegingen waarbij het gaat om
draaiingen van de voet of hand. Beide bewegingen vinden plaats in
het transversaal vlak. Bij pronatie van de hand wijst de handpalm in
eerste instantie naar beneden en door de hand te poneren komt de
handpalm omhoog. Pronatie van de voet gebeurt door vanuit een
neutrale rechte positie de binnenkant van de voet naar binnen te
bewegen. Supinatie is het tegenovergestelde van pronatie.
, Dorsaalflexie en plantairflexie:
Het op- en neerwaarts bewegen va de hand en de voet krijgt een
aparte aanduiding. Dorsaalflexie is de beweging van de hand en
vingers en de voet en de tenen in opwaartse richting. Dus met de
bovenzijde van de voet richting het scheenbeen of met de
bovenzijde van de hand richting de voorarm. Dorsaalflexie wordt
ook wel dorsiflexie genoemd.
Het tegenovergestelde van dorsaalflexie is plantairflexie waarbij
de voet in de richting van de voetzool (neerwaarts) beweegt.
Palmairflexie is de neerwaartse beweging waarbij de hand in de
richting van de handpalm beweegt.
Lateroflexie: lateroflexie betekent letterlijk "buiging (flexio) naar de zijkant (latus)". De term wordt
voornamelijk gebruikt om bewegingen van de schedel en het bovenlichaam aan te duiden, als vanuit
de neutrale uitgangshouding (de anatomische houding), naar de zijkant wordt bewogen. Deze
bewegingen komen voort uit de bewegingsmogelijkheden die de wervelkolom biedt.
Radiale en ulnaire abductie: radiaalabductie staat voor de beweging van de pols of van een vinger in
de richting van het spaakbeen (radius), dus in de richting van de duim. Omdat anatomisch gezien,
wanneer de armen langs het lichaam gehouden worden, de radius aan laterale zijde van het lichaam
is gelegen, wordt de betreffende beweging in de pols soms ook wel kortweg abductie genoemd.
Ulnairabductie staat voor de beweging van de pols of van een vinger in de richting van
de ellepijp (ulna). Omdat anatomisch gezien, wanneer de armen langs het lichaam gehouden
worden, de ulna aan mediale zijde van het lichaam is gelegen, wordt de betreffende beweging in de
pols soms ook wel adductie genoemd.
Inversie en eversie: inversie is de beweging die plaatsvindt
in het onderste spronggewricht, waarbij supinatie
gecombineerd wordt met adductie van de voorvoet.
Inversie kan het best omschreven worden als de rotatie
van de voet naar binnen (de voet kantelt naar binnen). De
mediale (binnenste) kant van de voet wordt opgetild.
Eversie is de tegenovergestelde beweging van inversie en is
de rotatiebeweging van de voet naar buiten (van het
mediale naar het laterale vlak). De laterale (buitenste) kant
van de voet wordt hierbij opgetild.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anneverzijl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.