SPSS en statistieken kennistoets
Les 1
Kwalitatief onderzoek Kwantitatief onderzoek
Indicatief Representatief
Kleinschalig Grootschalig
Beschrijvende data Numerieke data
Open vragen Gesloten vragen
Subjectieve wijze van onderzoek Objectieve wijze van onderzoek
Kwalitatieve methoden
Diepte-interviews, groepsdiscussies, participerende observaties
Kwantitatieve methoden
Enquêtes, gestructureerde observaties
Statistiek: Definitie
Statistiek = wetenschap van het verzamelen, organiseren en interpreteren van
NUMERIEKE feiten
Voorbeelden van ‘statistische’ vragen in het werkveld:
• Is de klant tevreden met het product, de service, de faciliteiten van ons
bedrijf?
• Wat zijn de meest winstgevende bestemmingen voor een touroperator?
• Wat voor mensen bezoeken ons evenement? (Welke leeftijd, geslacht, enz.?)
• Welke promotiecampagne is het meest effectief?
• Wat zijn de relevante trends in onze sector?
Een goede kwantitatieve analyse is vaak de basis voor een verantwoorde
conclusie!
Beschrijvend vs. Toetsend
Het gebied van de statistiek bestaat uit twee takken:
1. Beschrijvende statistiek: focust op het verzamelen, samenvatten, presenteren
en analyseren van een set gegevens (m.b.v. tabellen, grafieken, modus,
mediaan, gemiddelde)
weken 1 - 3
2. Toetsende (of inductieve) statistiek: gebruikt gegevens die bij een kleine
groep verzameld zijn (STEEKPROEF) om conclusies te trekken over een
grotere groep (POPULATIE)
weken 4 - 7
, relevante statistische methoden voor allerlei typen steekproefonderzoek:
klanttevredenheid, imago enz.
Populatie v.s. steekproef
Populatie, steekproef en individuele elementen
Project (deze periode)
• In het project zit flink wat kwantitatief onderzoek
Kennistoets (einde van deze periode)
• 50% van de MC-vragen gaan over Statistiek & SPSS
Stage (3e jaar)
• Sommige studenten zullen een enquêteonderzoek moeten uitvoeren en voor
de analyse SPSS gebruiken…
Afstudeerscriptie (4e jaar)
• De meeste studenten hebben SPSS nodig bij hun eindscriptie
Kwantitatief onderzoek in je professionele toekomst
• Sommigen zullen in de toekomst zelf kwantitatief onderzoek uitvoeren
• Sommigen zullen voorstellen voor kwantitatief onderzoek gaan schrijven
• Iedereen zal kwantitatieve onderzoeksresultaten moeten kunnen
interpreteren
Twee belangrijke doelen:
1. Basale statistische bewerkingen kunnen uitvoeren en de daarbij behorende
interpretaties kunnen geven, om een betekenisvolle, kwantitatieve data-
analyse uit te voeren
2. Inzicht verkrijgen in het gebruik van SPSS voor statistische analyse van
(grote) databestanden en relevante SPSS-outputs kunnen genereren en
interpreteren
• SPSS stond oorspronkelijk voor
‘Statistical Package for the Social Sciences’
• SPSS is heel handig, omdat SPSS het rekenwerk allemaal voor je doet!
,• SPSS is makkelijker en beter in staat om statistische bewerkingen uit te
voeren in vergelijking met Excel. Daarom is het handiger om de data uit
enquêtes in te voeren in SPSS in plaats van Excel.
Les 2 statistieken
INTRODUCTIE / HERHALING
(meetniveaus: nominaal, ordinaal, interval, ratio; discreet vs. continue
variabelen)
FREQUENTIEVERDELINGEN
(van gegevensmatrix naar frequentieverdeling, absoluut/relatief, cumulatief,
frequentiedichtheid, grafische weergave)
MAATSTAVEN VAN CENTRALE TENDENTIE
(modus, mediaan, gemiddelde)
Numerieke variabelen kunnen ook worden verdeeld in discreet of
continu
Discrete variabele:
• Kan een aftelbaar aantal numerieke waarden op een schaal aannemen
, • Geen waarde tussen twee successieve waarden,
bijv. aantal televisies in een huishouden etc.
Continue variabele:
• Kan in theorie elke waarde aannemen (soms binnen een beperkt gebied)
er zit een einde aan
• Altijd waarden mogelijk tussen twee successieve waarden (hangt af van
nauwkeurigheid meetinstrument) bijv. leeftijd. gewicht etc.
Verschillen kennen voor toets!
Relatieve frequenties
Frequenties als een proportie of percentage van het totaalaantal geldige
antwoorden (N)
Voorbeeld 1: Geslacht
• Absolute frequenties: 42 mannen, 38 vrouwen, 1 missing (N = 80)
• Relatieve frequenties:
Proportie Percentage
mannen: 42/80 = 0,525 42/80 x 100%= 52,5%
vrouwen: 38/80 = 0,475 38/80 x 100%= 47,5%
(deel : geheel x 100%)
• OPMERKING: Missing values moeten worden uitgesloten!
Cumulatieve frequencies
“Cumuleren” betekent ‘opstapelen’ of ‘combineren’!
De cumulatieve frequentie van de waarde X is gelijk aan de som van de
frequenties van de waarden tot en met X
Gegevens groeperen
Soms zijn er te veel verschillende waarden om een inzichtelijk overzicht te geven,
in het bijzonder bij metrische gegevens (‘scale’)
Oplossing:
Groeperen van een range waarden in klassen (of categorieën)
Opmerking: Pas op met het
gebruik van “< “ of “<=”
Hoe kies je de klassen?
Klassenbreedte =
Bovengrens − Ondergrens
Klasse middenpunt =
(Ondergrens + Bovengrens) / 2
Grafische weergave
Je kunt frequentietabellen grafisch weergeven, namelijk:
• Pie Charts: Gewoonlijk het best met een beperkt aantal categorieën
• Bar Charts: Categoriale (kwalitatieve) variabelen
• Histograms: Metrische (kwantitatieve) variabelen