Extra informatie schriftelijke toets Stem Blok B
Anamnesevragen
1. Wat brengt u hier?
Met deze vraag informeer je naar de klacht en hulpvraag van de cliënt. Je wilt dus weten wat er
precies aan de hand is en waarvoor de cliënt hulp komt vragen. Vraag goed door naar de
belangrijkste klacht; heesheid, schorheid, keelschrapen, stemvermoeidheid, pijn in de keel,
problemen met de luidheid of toonhoogte, etc.
2. Geschiedenis van deze klacht:
a. Hoe is uw klacht ontstaan?
b. Wanneer hebt u voor het eerst gemerkt dat er iets was met uw stem?
c. Hoe lang heeft uw stemprobleem geduurd?
d. Hoe vaak komt uw stemprobleem voor?
e. Wat veroorzaakt meestal het stemprobleem?
f. Wat helpt u uw stemklacht te overwinnen of ermee om te gaan?
g. Is de stem in de ochtend beter dan in de avond of juist andersom?
h. Is uw stem wel eens helemaal weg geweest?
i. Op welke momenten heeft u er het meeste last van? (en het minste?)
j. Doet u iets of heeft u al eens iets gedaan om de klacht te verhelpen? (zelf al eens
oefeningen bedacht en gedaan?)
3. Zoeken naar etiologische factoren:
Geassocieerde factoren
a. Heeft u het gevoel dat uw keel droog / brandend / pijnlijk / tikkend of dik voelt?
Heeft u wel eens het gevoel alsof er iets in de keel zit dat u niet kunt wegslikken?
Heeft u last van brandend maagzuur?
b. Schraapt u de keel vaak? Hoest u veel? Roept of schreeuwt u regelmatig?
c. Heeft u wel eens last van uw ademhaling? Bent u vaak verkouden? Bent u allergisch?
d. Heeft u wel eens moeilijkheden met slikken? Verslikt u zich regelmatig of heeft u het
gevoel dat u voedsel/drank moeilijk wegslikt?
e. Dames: Is de stem “aangetast” tijdens de menstruatie/zwangerschap/menopauze?
Heren: Hoe was de mutatie van de stem tijdens de puberteit?
Ouderen: In welke zin is uw stem veranderd nu u ouder bent geworden?
Medische aspecten
a. Heeft u in het verleden operaties en/of ziekenhuisopnames meegemaakt? Heeft u de in de
afgelopen jaren andere therapeuten/medisch specialisten bezocht? Gebruikt u medicijnen?
b. Rookt u? Drinkt u? Gebruikt u drugs? Zelfmedicatie?
c. Komen stemklachten voor in de familie?
d. Heeft u wel eens rug-/nek-/schouder-/kaakklachten?
Stemgebruik
a. Kunt u uw stem verheffen en bijvoorbeeld boven omgevingslawaai uitkomen of roepen naar
iemand als u dat wilt?
b. Hoeveel spreekt u voor uw werk/school? Hoeveel gebruikt u uw stem in sociale situaties?
Stembelastende hobby’s?
c. Kunt u iets vertellen over de omgeving waarin u werkt / naar school gaat? (droge en/of
verontreinigde lucht, stof, chemicaliën, veel omgevingslawaai, etc.)
d. Is uw stem “aangetast” tijdens bepaalde emoties zoals bijvoorbeeld boosheid? Wat gebeurt
er met u en uw stem in stressvolle situaties? Spelen er op dit moment stressvolle situaties?
Wanneer er spanningen zijn of het niet lekker loopt op het werk/school of thuis, wie zorgt er
dan voor u?
Pagina 1 van 16
,Extra informatie schriftelijke toets Stem Blok B
4. Bepalen van de impact en mogelijkheid zelf iets bij te dragen aan de oplossing van het
stemprobleem:
a. In welke mate heeft u last van uw stemprobleem? Kunt u iets vertellen over hoe uw
stemklacht problemen veroorzaakt thuis of op uw werk? Riskeert u inkomstenverlies
/ verlies van uw baan door uw stemprobleem?
b. Wat zou er veranderen in uw leven als u morgen zou wakker worden met een goede
stem?
c. Wat is uw verwachting van de logopedische behandeling? Ziet u het zitten om thuis
oefeningen te doen?
5. De onderzoeker vat de volgende informatie, ter correctie, kort samen:
a. Klacht, begin en verloop
b. Oorzaak volgens cliënt (en in stand houdende factoren)
c. Stemgerelateerde medische informatie
d. Impact van het probleem
e. Therapieverwachting en –doel
Vragen gericht op:
1. Locus of control
a. Wat denkt u zelf te kunnen doen aan de stemklachten?
2. Stijl van attribueren
a. Wat is de oorzaak van uw stemprobleem?
b. Wat denkt u zelf te kunnen doen om de stem beter te maken?
3. Coping
a. Hoe gaat u om met de problemen die u heeft?
b. Doet u dingen anders sinds u last heeft van uw stem?
c. Heeft u dingen late liggen of dingen geprobeerd?
Stemstoornissen
Reinke’s oedeem
Kenmerken
• Oedeem in de oppervlakkige (superficieel) laag van de Lamina Propria (SLLP). In vroege stadia
is het oedeem heel soepel. Als het langer bestaat wordt het steeds taaier en wordt het
moeilijker in trilling gebracht en komt schorheid tot stand.
• Meestal diffuse dubbelzijdige zwellingen
Etiologie
• Meest frequente oorzaak is roken
• Stemmisbruik, Laryngopharyngeal Reflux (LPR).
• Als de prikkeling in stand wordt gehouden dan is kans op recidief zeer groot.
Perceptueel / akoestische onderzoekskenmerken
• Lage toonhoogte (F0)
• Ruwe / schorre stem
• Soms inspiratoire stridor (obstrueert de ademweg). Het feit dat je ademgeruis gaat horen bij
de inademing, is gewoon omdat er iets in de weg zit.
Verdere onderzoekskenmerken
• Meestal bij vrouwen in “the middle-age”
• Goedaardige laesie, geen sprake van kanker. Het is geen kwaadaardige gezwel, maar een
beschermingslaag van de larynx tegen de irriterende stoffen.
Pagina 2 van 16
, Extra informatie schriftelijke toets Stem Blok B
Waar zit de ruimte van Reinke? (A, B, C of D?)
A. Plaveiselcelepitheel van de stemplooirand (ongeveer 8-10
collageen).
B. Oppervlakkige laag van de lamina propria (vaak Ruimte van Reinke
genoemd);met collagene en elastische vezels.
C. Tussenlaag van de lamina propria; dichter met collagene en
elastische vezels.
D. Diepe laag van de lamina propria; dicht met … hoofdzakelijk
collagene vezels.
Therapie
1. Indirecte logopedische therapie
- Stemhygiëne (rookstop, schrapen, stembelasting, leefregels
reflux, etc.)
- Je begint met logopedie door informatie te geven en een
voorwaarde te creëren om na de ingreep goed en efficiënt
stemgebruik te houden.
2. Fonochirurgie
3. Directe logopedische therapie
- Gericht op voorkomen van terugval (gedragsmodificatie)
- Efficiënte fonatie (met vaste steminzet), bijvoorbeeld met Lax Vox. Want het geeft een
grotere weerstand van de supraglottische druk, boven de glottis.
- Draagkracht op niveau van het aanzetstuk (resonans). Als je in het filter de draagkracht
vergoot, dan heeft dat effect op hoe de stemplooien gaan trillen. Het source en filter
werken samen.
Chronische laryngitis
Definitie
• Langer bestaande niet-specifieke afwijkingen van het larynx slijmvlies (mucosa oedeem +
hypervasculariteit)
➔ Histiologische veranderingen: op het niveau van de celstructuur treden
veranderingen op. Het komt om dat er meerdere factoren samenspelen
die de irritatie op niveau van de cellen in standhouden. Bijvoorbeeld
stemmisbruik i.c.m. reflux of droogte.
• Premaligne slijmvliesafwijking (soms leukoplakie, waarbij histopathologisch onderzoek
nodig is)
- Maligne betekent kwaadaardig. Premaligne is dus het voorstadium van kwaadaardigheid.
Het zou een voorstadium van kanker kunnen zijn. we zien vaak witte plekjes
(leukoplakie) op de stemplooien, dat zijn verhardingen. Het diagnosticeren van de witte
plekjes kan nog best lastig zijn, want het kan ook met het licht te maken hebben. Bij
chronische laryngitis zijn de witte plekjes waarschijnlijk wel premaligne.
Multifactoriële etiologie (er zijn meerdere factoren die chronische laryngitis veroorzaken) & variabele
presentatie en beloop (op het moment dat jij nog maar even die chronische laryngitis hebt, kan jij als
je rust neemt, geen reflux meer hebt, niet meer rookt, etc. dan kan je er nog van herstellen).
• Vroege fase – reversibel (herstellen): zere keel. Te maken met een griep die heerst, een
verkoudheid, etc.
• Latere fase – irreversibel: minimaal ongemak. Je ervaart minder pijn, omdat dat eelt
eroverheen komt te zitten.
Pagina 3 van 16