Leerdoelen Voeding
Micronutriënten
1. Onderstaande termen kunnen uitleggen:
a. Nutriënten
Macronutriënten: Vetten, eiwitten, koolhydraten → leveren energie en essentiële voedingsstoffen
Alcohol → levert energie, geen essentiële voedingsstoffen
Vitaminen & mineralen → leveren geen energie, maar wel essentiële voedingsstoffen
b. Voedingsnormen (gemiddelde behoefte, aanbevolen hoeveelheid, aanvaardbare inneming,
adequate inneming)
Gemiddelde behoefte = het niveau van inneming dat bij een normale verdeling van de behoefte toereikend is voor
de helft van de populatie
Aanbevolen hoeveelheid = het niveau van inneming dat toereikend is voor vrijwel de gehele populatie (97,5%) =
gemiddelde behoefte + 2 standaarddeviaties
Aanvaardbare inneming (AI) = niveau van inneming waarboven de kans bestaat dat ongewenste effecten optreden
Adequate inneming = laagste niveau van inneming toereikend voor vrijwel de gehele populatie, als gemiddelde
behoefte niet bekend is
c. Nutriëntendichtheid, biobeschikbaarheid, bioconversie
Nutriëntendichtheid = de concentratie van nutriënten per voedingsmiddel of per calorische bijdrage van het
voedingsmiddel (hoe hoger, hoe meer nutriënten het levert per stuk/per calorische bijdrage)
Biobeschikbaarheid = de fractie van inneming van een voedingsstof die beschikbaar is voor normale fysiologische
functies of voor opslag → beïnvloed door o.a.: efficiëntie vertering, methode voedselbereiding, structuur, chemische
vorm, matrix, andere voedingsmiddelen die tegelijkertijd worden geconsumeerd
Bioconversie = mate waarin precursor wordt omgezet in werkzame voedingsstof
d. Vitaminen, mineralen en spoorelementen
Vitaminen: organische stoffen, essentieel in kleine hoeveelheden
- Vitamine A, D, E & K zijn vetoplosbaar → substantiële opslag in lichaam, trage ontwikkeling deficiënties,
accumulatie en toxiciteit bij hoge inname
- A: gezichtsvermogen en huid (lever, eieren, gefortificeerde margarine, zuivel)
- D: calcium homeostase (vette vis, gefortificeerde margarine)
- E: antioxidant (plantaardige oliën en vetten, volkorenproducten)
- K: bloedstolling, botformatie (groene bladgroenten, volkorenproducten)
- Vitamine B & C zijn wateroplosbaar → overschot veelal verloren met urine, beperkte lichaamsvoorraden,
sommigen toch toxisch bij zeer hoge inneming
- C: wondgenezing, weerstand tegen ziekten, antioxidant (verse groente en fruit)
- Foliumzuur: bloedarmoede en spina bifida voorkomen (groene bladgroenten, zuivel, vlees, eieren)
- B6: weerstand tegen ziekten, eiwitmetabolisme (vlees, zuivel, groente)
- B1 (thiamine), B2 (riboflavine), B3 (niacine), pantotheenzuur, biotine, B12: nodig om energie uit eten
te halen, zenuwstelsel (vlees, ei, graanproducten, noten, vis, zuivel)
Mineralen: anorganische stoffen (niet organisch gemaakt) → calcium, natrium, kalium, magnesium, etc.
Spoorelementen: mineralen waarvan het lichaam weinig nodig heeft, in de orde van microgrammen (1/1000
milligram) per dag → ijzer, zink, koper, jodium, selenium, etc.
2. Enkele functies en voedingsbronnen van belangrijke vitaminen en mineralen kunnen noemen
Vitamines:
• Vitamine A
o Reguleert de expressie van honderden genen, belangrijke rollen zijn: zicht, eiwitsynthese,
celdifferentiatie (vooral van huid en epitheelweefsel), reproductie en regulatie van groei
o Verschillende vormen met verschillende functies: retinol (reproductie, transport en opslag), retinal
(zicht) en retinezuur (hormoon: regulatie van celdifferentiatie, groei en embryonale ontwikkeling)
▪ Retinal kan retinol omzetten in retinezuur
o Beta-caroteen is de precursor van vitamine A
o Deficiëntie: afhankelijk va de opslag in de lever (90%) en eiwitinname (retinol-bindend eiwit werkt
als transporteiwit van vitamine in het lichaam), pas na een half jaar duidelijk: infectieziekten,
nachtblindheid, blindheid, keratinisatie (droge huid, minder slijm (slechte absorptie))
1
, o Toxiciteit: effect op alle lichaamssystemen, symptomen starten wanneer alle bindende eiwitten vol
zitten en vitamine A vrij is om cellen te beschadigen → botdefecten (fracturen en osteoporose
doordat vitamine A botopbouw onderdrukt en de functie van vitamine D van het behouden van
bloedcalcium tegenhoudt), geboortedefecten (abnormale celdood in de ruggengraat, grotere kans
op spina bifida → teratogeen)
▪ De AI is 3000 mcg/d → kinderen hebben sneller een overdosis en hebben minder nodig
o ADH is 700 mcg/d voor vrouwen en 900 mcg/d voor mannen (in retinol activiteit equivalent (RAE) →
1 RAE is gelijk aan 12 mcg beta-caroteen uit het dieet) → vitamine A wordt uit retinoïden en
carotenoïden gehaald
o Voedselbronnen: dierproducten (retinoïden, het zit in de vetten), veel fruit- en groentesoorten
(carotenoïden, precursor (beta-caroteen))
• Vitamine D
o Functies: prohormoon/vitamine, regulatie calciumniveau, immuunsysteem, regulatie celgroei en
celdifferentiatie
o Kan ook uit UV-straling gehaald worden → omzetting van 7-dehydrocholesterol in previtamine D in
de huid (beperkingen: seizoensgebonden, huidtype, zonnebrandcrème)
o Deficiëntie: osteomalacie (volwassenen: beenverweking, demineralisatie door slechte absorptie van
calcium, spierzwakte, botpijn, botverkromming), rachitis (kinderen in de groei: slechte mineralisatie
van de botten door slechte absorptie van calcium)
o Toxiciteit: alleen bij suppletie → bloed calciumconcentratie stijgt, grotere calciumafgifte botten en
nieren → calciumafzetting in zachte weefsel (nieren, hart- en bloedvaten), nierstenen, nierschade
▪ De AI is 100 mcg/d
o RDA 15 mcg/d (19-70 jaar), 20 mcg/d (>70 jaar)
o Voedselbronnen: gefortificeerde producten, vette vis, vlees, volle melkproducten
▪ Vet in voeding is nodig voor absorptie
• Vitamine E
o Een antioxidant (primaire beschermer tegen vrije radicalen), helpt oxidatie van LDL voorkomen
o Deficiëntie (zeldzaam, vooral door malabsorptie): de rode bloedcellen breken en lekken hun inhoud
(erytrocyt hemolyse), aanhoudende deficiëntie: neuromusculaire dysfunctie
o Toxiciteit (zeldzaam, vooral door suppletie): belemmering van bloedstolling door vitamine K en
stimulatie van geneesmiddelen die bloedstolling tegen gaan → bloedingen
▪ AI = 1000 mcg/d
o ADH = 15 mcg/d (belangrijk om samen te nemen met vetzuren)
o Voedselbronnen: voornamelijk plantoliën en producten daaruit
• Vitamine K
o Primaire functie is bloedstolling (essentieel voor de activatie van bepaalde eiwitten (protrombine
bijvoorbeeld)), helpt ook bij het metabolisme van boteiwitten (osteocalcine)
o Deficiëntie (primair (uit voeding) is zeldzaam, maar secundair (slechte vetabsorptie of door
geneesmiddelen) komt vaker voor: excessief bloeden
o Toxiciteit: er is geen aanvaardbare inneming en er zijn geen negatieve effecten gerapporteerd
▪ Hoge dosis kan zorgen voor minder effectiviteit van medicijnen tegen trombose
o ADH voor mannen is mcg/d en voor vrouwen 90 mcg/d
o Voedselbronnen: bladgroenten, fruit zoals avocado en kiwi, sommige oliën
• De B-vitamines zorgen ervoor dat de energie uit macronutriënten door het lichaam gebruikt kan worden
• Thiamine/vitamine B1
o Dit is het vitaminedeel van de co-enzym TPP (thiamin pyrophosphate) die helpt bij
energiemetabolisme. Dit co-enzym helpt bij de conversie van pyruvaat naar acetyl CoA
o Zenuwactiviteit en spieractiviteit in respons op zenuwen hangt sterk af van thiamine, die hebben
een speciale plek op de membranen van zenuwcellen
o De ADH voor mannen is 1,2 mg/d en voor vrouwen 1,1 mg/d → makkelijk te halen uit gezond eten
o Deficiëntie: schade aan de structuur van het brein en verminderde werking ervan, lange deficiëntie
kan leiden tot beriberi (schade aan het zenuwstelsel, spierslapte, schade aan het cardiovasculaire
systeem, verwijde bloedvaten, oedeem)
o Geen AI of toxiciteit effecten
o Voedselbronnen: in kleine hoeveelheden in gezond voedsel (vooral veel in varkensvlees en granen)
2
, • Vitamine B6
o Kan omgezet worden naar de enzym PLP (pyridoxal phosphate) dat actief is in meer dan 100
reacties, waaronder koolhydraat, vetzuur en aminozuur metabolisme
o Omdat PLP aminogroepen (NH2) van een aminozuur kan geven aan een ketozuur, kan het lichaam
niet-essentiële aminozuren maken
o PLP helpt ook bij de synthese van heem (het niet-eiwit gedeelte van hemoglobine) en nucleïnezuren
(DNA en RNA)
o Deficiëntie: minder synthese van neurotransmitters, depressie en verwarring, na lange tijd
abnormale hersengolfpatronen en convulsies
o Toxiciteit: >2 g/d
o ADH is 1,3 mg/d → deze vitamine wordt wel opgeslagen in spierweefsel (ondanks wateroplosbaar)
o Voedselbronnen: vlees, vis, gevogelte, aardappelen en een aantal soorten fruit en groente
• Foliumzuur/folaat/vitamine B11
o In voeding heet het meestal folaat, foliumzuur is meestal het supplement
o In co-enzym vorm maakt dit DNA dat nodig is voor alle snelgroeiende cellen en regenereert de
aminozuren methionine en homocysteïne
o Biobeschikbaarheid: van folaat circa 50-70%, foliumzuur 100%
o Deficiëntie: megaloblastische anemie (bloedarmoede), spina bifida
o Toxiciteit: AI = 1000 mcg/d (geldt alleen voor synthetisch foliumzuur) → maskering vitamine B12
tekort (onherstelbare neurologische schade)
o ADH is 300 mcg/d (vrouwen die zwanger willen worden tot 8 weken na conceptie: 400 mcg/d)
o Voedselbronnen: groente, fruit, graanproducten, supplementen
• Vitamine B12
o Vitamine B12 en folaat zijn afhankelijk van elkaar voor activatie
▪ Vitamine B12 verwijdert een methylgroep die het folaat enzym activeert
▪ Wanneer folaat zijn methylgroep opgeeft wordt vitamine B12 geactiveerd
▪ De regeneratie van methionine en de synthese van DNA en RNA hangt af van zowel folaat als
vitamine B12
o Vitamine B12 onderhoudt de schede die om zenuwvezels ligt en deze beschermt en zorgt voor
normale groei, ook hangen beencelactiviteit en metabolisme af van vitamine B12
o Deficiëntie: bloedarmoede (doordat folaat niet wordt geactiveerd), langzamere DNA-synthese,
neurologische symptomen (schade zenuwstelsel)
▪ Folaat maskeert een B12 deficiëntie → wel schade zenuwstelsel
o De ADH is 2,4 mcg/d, er is geen AI
o Voedselbronnen: dierproducten (hoogste biobeschikbaarheid uit melk en vis)
• Vitamine C
o Antioxidant (elektron geven aan vrije radicalen), cofactor in collageen vorming, cofactor in andere
reacties (zoals het maken van hormonen), nodig bij stress (infecties, verbranding, extreme
temperaturen) en roken
o Deficiëntie: bloedingen, bloeduitstortingen, scheurbuiksymptomen, degeneratie van spieren, droge
huid, botwederopbouw faalt, anemie en infecties, hysterie en depressie
o Toxiciteit: AI van 2000 mg/d → diarree en gastro-intestinale klachten
o >10 mg voor het voorkomen van scheurbuiksymptomen, ADH voor mannen is 90 mg/d en voor
vrouwen 75 mg/d (extra 35 mg/d voor rokers), bij 200 mg/d is de absorptie maximaal
o Voedselbronnen: fruit, groenten, aardappels, orgaanvlees en rauw vlees
Mineralen:
• Natrium
o Natrium is de belangrijkste positieve ion van de extracellulaire vloeistof en de primaire regulator van
het volume. Het helpt ook de zuur-base balans te behouden en is essentieel voor de
impulsoverdracht en spiercontractie.
o Deficiëntie: niet door een dieet, maar door overgeven, diarree of heftig zweten → hyponatriëmie
(hoofdpijn, verwarring, toevallen, coma)
o Toxiciteit: oedeem, hoge bloeddruk → hypertensie (AI = 2300 mg/d)
o De adequate inneming is: 1500 mg/d (19-50 jaar), 1300 mg/d (51-70 jaar) en 1200 mg/d (>70 jaar)
o Voedselbronnen: bewerkte voedingsmiddelen, toegevoegd zout
3