Inleiding in de
gezondheidspsychologie
PB0522 – Sarafino, E. P., & Smith, T. W. (2022). An overview of psychology and health. In E. P.
Sarafino, & T. W. Smith (Eds.), Health psychology: biopsychosocial interactions (10th ed.)
1. Inleiding en achtergrond
1.1 Psychologie en gezondheid – een overzicht
Verschillende visies op het begrip gezondheid beschrijven;
Hoe de begrippen ‘gezondheid’ en ‘ziekte’ doorheen de geschiedenis werden opgevat;
De belangrijkste ziektematen beschrijven en gebruiken;
Het belang van de discipline psychologie in de problematiek rond ziekte en gezondheid
uitleggen;
Aangeven welke wetenschappen verwant zijn en wat het verschil is;
Beschrijven wat gezondheidspsychologie inhoudt, wat haar aandachtsgebieden zijn en
wat de achterliggende visie is.
Pg 1-18
Wat is gezondheid? –Ziekte vandaag en in het verleden
Als we gezondheid definiëren denken we vaak in termen van (a) objectieve symptomen bv. lage
bloeddruk en (b) subjectieve symptomen bv. pijn, misselijk. Maar gezond zijn en ziek zijn, zijn geen
volledig losstaande concepten. Er is een overlap tussen de twee.
Aaron Antonovsky suggereerde dat we ze moeten zien als twee eindpunten van een continuüm.
Met dood aan de éne kant van het continuüm en optimale gezondheid aan de andere kant. Een
vernieuwend aspect aan dit continuüm is dat er ook aandacht wordt besteed aan wat mensen
kunnen doen om gezond te blijven. “We zijn allemaal terminaal, maar zolang we nog adem hebben
zijn we enigszins gezond.” Mensen moeten focussen op hoe ze gezond kunnen blijven en minder op
hoe ze ziek en ongezond worden.
Met gezondheid bedoelen we een positieve staat van fysiek, mentaal en sociaal welzijn, dat kan
variëren over een periode van tijd. (definitie WHO)
1
,Mensen die leven in geïndustrialiseerde landen leven gemiddeld langer dan voorheen. De ziektes
zijn veranderd doorheen de tijd. Gedurende de 17de 18de en 19de eeuw waren de dodelijke ziektes
voedingsgerelateerd (bv. ondervoeding) of aan een infectie (bv. bacterieel of viraal). Infectieziektes
blijven de grootste doodsoorzaak ter wereld.
In de 18de eeuw waren de kolonisten in Amerika vaak blootgesteld aan periodes van epidemieën van
verschillende infectieziektes zoals pokken, difterie, gele koorts, mazelen en griep. Vooral kinderen
stierven hieraan. Hoewel de infectieziektes niet per definitie dodelijk waren, verzwakten ze wel de
mensen waardoor men stierf aan een andere aandoening. Er was een beperkte immuniteit door
minder genetische variatie.
In de 19de eeuw waren infectieziektes nog steeds de grootste dreiging met betrekking tot de
gezondheid van de Amerikanen, maar er verschenen nieuwe ziektes zoals tuberculose. De daling van
de andere ziektes kwam door verbeterde preventieve maatregelen zoals een betere persoonlijke
hygiëne en vernieuwingen in de publieke gezondheidszorg zoals waterzuivering.
In de 20ste eeuw waren infectieziektes minder levensbedreigend en de gemiddelde levensduur steeg
aanzienlijk. De overlevingskans voor baby’s en kinderen steeg ook.
Vandaag zijn chronische ziekten de grootste oorzaak voor gezondheidsproblemen. Degeneratieve
ziektes zoals kanker of hart -en vaatziektes die zich ontwikkelen over een langere periode. Meer dan
de helft van alle stergevallen zijn te wijten aan chronische ziektes. Doordat we gemiddeld ouder
worden, zijn oudere mensen vatbaarder voor een chronische ziekte. De industrialisatie zorgt voor
een verhoogde stress en zorgt ervoor dat we meer zijn blootgesteld aan gevaarlijke chemische
stoffen.
Ook in midden -en lage inkomenslanden merkt men een stijging in chronische ziektes. Kinderen en
adolescenten sterven voornamelijk door accidenten (vaak met auto’s), zelfdoding, kanker of
cardiovasculaire aandoeningen.
Historische perspectieven: fysiologie, ziekteproces en de geest
Wetenschappers speculeren dat men in de vroegere culturen, duizenden jaren geleden, dacht dat
ziekte veroorzaakt werd door kwade geesten. Bij opgravingen vonden ze gaten in de schedels die
niet door middel van geweld zijn toegebracht. Wellicht maakte men gaten in de schedel omwille van
bijgeloof, zodat de kwade geesten het lichaam konden verlaten. Dit heet trephination.
De eerste geschreven bronnen met betrekking tot fysiologie, ziekteproces en de geest zijn te
herleiden tot het Oude Griekenland tussen 500 v.Chr. en 300 v. Chr.
Hippocrates had een theorie (humoral theory of illness) waarbij hij stelde dat het menselijk lichaam
bestond uit vier verschillende sappen. Wanneer deze in balans waren, was men gezond.
Omgekeerd werden mensen ziek als de sappen niet in harmonie waren. Volgens Hippocrates was
een goed dieet en matigheid noodzakelijk om de sappen in balans te houden.
Plato behoorde tot de eerste filosofen die stelde dat het lichaam en de geest twee afzonderlijke
zaken waren. Volgens hem had de geest geen invloed op de gezondheid van het lichaam. Deze visie
bleef dominant gedurende meer dan duizend jaar.
2
,Vandaag benaderen we lichaam en geest als twee aparte concepten. Waarbij lichaam refereert naar
onze fysieke staat en geest doelt op het abstracte proces zoals gedachten, gevoelens en percepties.
Echter de vraag is: in hoeverre zijn dit twee aparte concepten. Dit wordt het lichaam-geest
probleem genoemd.
Galen was een geneeskundige uit het Oude Griekenland gedurende de 2 de eeuw n.Chr. hij was een
aanhanger van de theorie van Hippocrates en geloofde zoals Plato in de scheiding tussen lichaam en
geest. Doordat hij dissecties uitvoerde met dieren, ontdekte hij het brein, bloedsomloop en nieren.
Door zijn werk werd hij zich ervan bewust dat ziektes gelokaliseerd kunnen worden in het lichaam
met een bepaalde pathologie in dat specifieke lichaamsdeel en dat verschillende ziektes
verschillende symptomen kunnen teweegbrengen.
Tijdens de middeleeuwen werd de oorzaak van een ziekte vaak toegeschreven aan de aanwezigheid
van demonen. Ziekte was een straf van god. De kerk nam controle over de medische wereld en
priesters traden op als genezers. Vanaf de 13 de eeuw kwam het lichaam-geest probleem weer boven
toen Thomas Aquinas het idee van twee aparte concepten verwierp. Dit beïnvloedde latere
filosofen.
Tijdens de Renaissance keerde men terug naar een ‘human centered’ approach in plaats van een
mensbeeld waarin god centraal staat. De Franse filosoof Rene Descartes zag -net als de Grieken- het
lichaam en de geest als twee aparte entiteiten maar introduceerde drie belangrijke innovaties (1) hij
zag het lichaam als een machine en beschreef de mechanismen van hoe beweging en sensaties zich
voltrokken (2) hij stelde dat -hoewel het twee aparte entiteiten waren- lichaam en geest met elkaar
konden communiceren en (3) hij geloofde dat dat dieren -i.t.t. mensen- geen ziel hadden waardoor
dissectie een acceptabele studiemethode was.
Tijdens de 18de en 19de eeuw groeide de wetenschappelijke kennis in geneeskunde exponentieel. Er
werden nieuwe instrumenten uitgevonden. Wetenschappers leerden de basis van hoe het lichaam
functioneert en hoe micro-organismen bepaalde ziektes veroorzaken. De theorie van Hippocrates
werd verworpen en er ontstonden nieuwe theorieën. Door innovaties op vlak van anesthesie
groeide ook de kennis met betrekking tot chirurgie.
Waar voorheen ziekenhuizen werden beschouwd als broeihaarden van ziektes, begon het
vertrouwen te groeien in de dokters en hun competenties. Er ontstond een nieuw model om naar
ziekte en gezondheid te kijken: het biomedisch model.
Het biomedisch model stelt dat alle ziektes of fysieke klachten kunnen worden verklaard door
verstoorde fysiologische processen bv. door een wonde, verstoring in hormonen, bacteriële of virale
infectie etc. Ziekte is een gevolg van een verstoring van de fysiek en werd niet gelieerd aan
psychologische of sociale processen van de geest. Dit is nog steeds een dominant paradigma binnen
de medische wereld.
Echter de idee dat de geest het lichaam kan beïnvloeden begon ook aan een opmars.
3
, De rol van psychologie in gezondheidszorg
Hoewel het biomedische model voor enorme vooruitgang heeft gezorgd bv. door de ontwikkeling
van vaccins en dergelijke is er nood aan vernieuwing.
- De medische kosten blijven stijgen dus wordt het noodzakelijk op door een nieuwe bril te
kijken naar gezondheidszorg. Als we naar de chronische ziekte kanker kijken merken we dat
er curatief weinig is ontdekt om de ziekte te bestrijden, echter door verbeterde technieken
kan men de ziekte eerder ontdekken. Boven zijn de mensen veranderd. Door bewustwording
van symptomen, een betere zorg voor de individuele gezondheid. Het individu is niet
opgenomen in het biomedisch model.
- Psychologische en sociale factoren spelen ook een rol in het ziekteproces. Risicofactoren
kunnen enerzijds biologisch zijn maar ook gerelateerd aan gedrag. Denk maar aan roken of
een ongezond eetpatroon. Een risicofactor is gecorreleerd aan een ziekte maar hoeft niet
per sé de oorzaak van een ziekte te zijn. Veel risicofactoren zijn te herleiden tot de
levensstijl van een individu:
o Hartziektes: roken, hoge cholesterol, obesitas, weinig beweging
o Kanker: roken, alcohol, dieet
o Hartinfarct: roken, hoge cholesterol, weinig beweging
o Chronische longaandoening: roken
o Accidenten: alcohol en drugs gebruik of niet gebruiken van veiligheidsgordel
De reden waarom medische kosten per individu blijven stijgen is te herleiden tot de manier hoe
mensen leven. Steeds meer onderzoek toont aan dat gezonde keuzes het risico op ziekte en
vroegtijdige dood verkleinen.
- Onderzoek heeft aangetoond dat er een verband is tussen persoonlijkheid en ziekte.
o Laag niveau van consciëntieusheid (zorgvuldigheid) in de kindertijd grotere kans op
cardiovasculaire aandoening
o Hoog niveau van positieve emoties is hogere kans op langer leven
o Hogere niveaus van angst, stress, pessimisme hogere kans op vroegtijdig sterven of
hartziektes
De beïnvloeding kan echter in twee richtingen. Een ziekte kan ook iemands emotionele toestand
beïnvloeden.
Psychologie maakte al zijn intrede in het Oude Griekenland met betrekking tot de medische
gezondheidszorg. Het was Sigmund Freud die als arts opmerkte dat sommige patiënten fysieke
klachten vertoonden zonder dat er een fysieke oorzaak werd gevonden. Zijn theorie van psycho-
analyse suggereerde dat de symptomen afkomstig waren van innerlijke conflicten (conversion
hysteria). Dit leidde tot de ontwikkeling het psychosomatische wetenschapsgebied. Het eerste
gebied dat zich toespitste op de invloed van het emotionele op het lichamelijke en omgekeerd.
Psychosomatische Rond 1930 ontwikkelde zich de psychosomatische strekking. De
4