blok 4 – probleem 3 – perceptie en decision making
Psychofysica
Psychofysica: de studie naar de relatie tussen fysieke stimuli en de sensaties die we ervaren. Fechner
wilde het mind-body probleem oplossen, maar ontdekte hier 3 problemen bij:
1. Detectie: de minimale intensiteit meten van een waarneembare stimulus
2. Discriminatie: het minimale verschil meten dat waargenomen kan worden tussen 2 stimuli
3. Scaling: de relatie tussen de intensiteit van een stimulus en de intensiteit van een sensatie
beschrijven
Detectie
Het probleem van detectie is het ontdekken van de hoeveelheid energieverandering die nodig is
voordat het sensorisch systeem dit kan detecteren. Deze minimale energieverandering is de absolute
treshold. Zodra deze is bereikt/overschreden, detecteer je een stimulus.
Het meten van de absolute treshold:
1. Method of constant stimuli: de tonen die je te horen krijgt verschillen in intensiteit. De
absolute treshold is de intensiteit waarbij je de stimuli 50% van de tijd detecteert.
2. Method of limits: experiment waarbij de onderzoeker begint met een makkelijk te horen
toon en het steeds minder makkelijk te horen maakt (descending). Een andere trial gaat juist
andersom en wordt het steeds makkelijker te horen (ascending). Deze twee series samen
geven een schatting van de absolute treshold als een intensiteit ergens tussen de laatste
twee stimuli gedetecteerd zijn.
- Hieruit kwam dat de absolute treshold geen vaste waarde is, maar kan verschillen
- Gemiddeld hebben de descending series een lagere treshold dan de ascending
3. Adaptive testing: een methode waarbij de reeks stimuli telkens wordt aangepast aan je
reacties
- Staircase method: de onderzoeker begint met een descending series en elke keer als je
een stimulus detecteert, gaat de intensiteit omlaag. Elke keer als je hem niet detecteert,
gaat de intensiteit omhoog. Hieruit kan je een gemiddelde treshold waarde berekenen.
4. Method of adjustment: zelfde als hiervoor, alleen kan je persoon zelf de intensiteit
aanpassen in plaats van de onderzoeker.
Bij al deze methoden kan je alleen antwoorden met ja of nee en dit zorgt ervoor dat het niet
betrouwbaar wordt. Mensen kunnen om verschillende redenen liegen. Dit kan komen door
beloningen/straffen, verwachtingen etc.
Signal detection theory: hierbij moet elke stimulus gedetecteerd worden tegen een achtergrondruis.
Dus op elke trial moet de observeerder beslissen of het signaal aanwezig was of dat er alleen ruis
was.
Er zijn verschillende antwoordmogelijkheden:
- Hit: het signaal is aanwezig en je zegt ja
- Miss: het signaal is aanwezig en je zegt
nee
- False alarm: het signaal is niet aanwezig
en je zegt ja
- Correct negative/rejection: het signaal is niet aanwezig en je zegt nee
, Er zijn veschillende soorten beslissers:
- Conservatief: weinig hits en weinig false alarms, zeggen vaak nee
- Liberaal: veel hits en weinig false alarms, zeggen vaak ja
- Neutraal: veel hits en weinig false alarms, geven vaak het goede antwoord
Waarschijnlijkheidsverdeling:
Zwart: correct negative/rejection
Grijs links: miss
Grijs rechts: false alarm
Wit: hit
Linker verdeling: N. Het effect dat door ruis
veroorzaakt wordt.
Rechter verdeling: S+N. Signaal en de ruis
samen.
Y-as: kans dat de luidheid door N of S+N komt
X-as: de perceptuele ervaring, die is subjectief
Conservatieven zitten hierbij rechts van de criteriumlijn en liberalen zitten links van de criteriumlijn.
Bij de tweede grafiek is er minder grijze ruimte, dus minder ruimte voor error. Dit kan komen
doordat je zelf vaardiger wordt en het duidelijker is wat het juiste antwoord is.
D’ is de gevoeligheid van de grafiek. Dit is de afstand tussen de toppen van de 2 grafieken. Als er
meer overlap is, is er een kleinere D’ en dus minder gevoeligheid.
- Als D’ 0 is, dan is het als het ware 1 grafiek en kan je geen kansen bepalen, het is gokwerk
want je weet gewoon niet wat wat is.
ROC curve: receiving operations characteristics. Curve die de
gevoeligheid vaststeld. Het is een plot van het % hits en false
alarms. Hiermee kan je zien hoe gevoelig iemand is voor bepaalde
stimuli. Bij een rechte lijn is D’ en hoe meer de lijn richting de
linker hoek, hoe hoger de D’.
Discriminatie
Standaard: de stimulus waarmee iets vergeleken wordt
Comparison stimuli: de stimuli die met de standaard vergeleken wordt
Difference treshold/just noticable difference: de treshold voor het detecteren van een verschil
tussen twee stimuli
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sabinesprengers1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.