Blok 8 – probleem 4 – it seems fashionable to do so
Baas: specific mindfulness skills differentially predict creative performance
Mindfulness: een staat van bewuste awareness dat komt door in het moment te leven. Mindfulness
is belangrijk omdat het bepaalde dingen kan bevorderen, zoals positief affect, werkgeheugen
capaciteit en cognitieve flexibiliteit. Deze factoren spelen ook een grote rol in creativiteit.
Mindfulness bestaat uit verschillende facetten:
- Observation: interne of externe fenomenen observeren, identificeren, opmerken en hier in
opgaan. Dit is algemener en je focust je op verschillende dingen tegelijk.
- AWA (act with awareness): vermogen om iets te kunnen doen met je onverdeelde aandacht.
Dit is specifieker, je focust je volledig op 1 ding
- Description: vermogen om dingen te beschrijven op een niet-evaluatieve manier en zonder
analyse. Bijvoorbeeld snel een label geven aan opkomende gedachtes of gevoelens zonder
volledig te analyseren.
- AWJ (accept without judgement): vermogen om ervaringen in het huidige moment te
accepteren zonder er evaluatief over te zijn. Niet labels geven aan je ervaringen, gedachtes
en gevoelens, maar gewoon ervaren zoals het is.
Er wordt een uniforme en positieve relatie verwacht tussen mindfulness en creativiteit (uniforme
hypothese). Het kan echter ook zijn dat de relatie niet uniform is, maar afhankelijk van welk facet
van mindfulness bekeken wordt (differentiële hypothese).
Mindfulness
Mindfulness komt uit het Boeddhisme en wordt gekenmerkt door non-judgemental, volhard en alert
bewustzijn van ervaringen in het huidige moment, inclusief fysieke sensaties, affectieve staten en
gedachten. Mensen observeren hun gedachtes, gevoelens en sensaties.
Onderzoek heeft aangetoond dat mindfulness ontwikkelt kan worden door het oefenen van
meditatie:
- Focused attention meditation: focus op een bepaald object op een volharde manier, dit kan
intern of extern zijn, bijvoorbeeld je ademhaling. Door dit te oefenen verkrijg je AWA
- Open-monitoring meditation: hierbij is geen object waar de focus op is, men monitort hun
fysieke sensaties, affectieve staten en gedachtes op een niet-evaluatieve manier. Hiermee
verkrijg je observatie.
Mindfulness, meditatie en creativiteit
Creativiteit: productie van uitkomsten die nieuw en passend zijn
- Meten van creativiteit
Open-ended assessment: vermogen om meerdere oplossingen te bedenken,
bijvoorbeeld wat je allemaal kan met een baksteen
Self-reported inventories: meet het creatieve gedrag van een individu, persoonlijkheid
en activiteiten, mensen moeten bijvoorbeeld aangeven hoe vaak ze opkomen met
originele ideeën of oplossingen voor problemen.
Uit eerder onderzoek is een positieve relatie gebleken tussen mindfulness en creativiteit:
- Perspectief: mindfulness is geassocieerd met het vermogen perspectieven te wisselen en dit
is heel belangrijk in creativiteit
- Werkgeheugen: mindfulness training verbeterd de werkgeheugen capaciteit, wat positief
gecorreleerd is aan creativiteit
, - Positief affect: dit is een soort vrolijke basisstemming. Mindfulness verbeterd dit en positief
affect is een van de grootste voorspellers van creativiteit.
Observatie wordt verwacht als de grootste voorspeller van creativiteit. Observatie is beter gelinkt
aan creativiteit dan AWA, bij AWA moet je je op 1 ding focussen, maar bij observatie laat je alles tot
je komen en kijk je wat er in je op komt. Ook wordt observatie meer met cognitieve flexibiliteit
geassocieerd, wat ook weer voor creativiteit zou leiden.
Studie 1
Er wordt gekeken naar de relatie tussen mindfulness skills, AWA en creatieve ideatie. Ook is gekeken
naar de big five en intelligentie.
Methode: er zijn 58 studenten onderzocht. De variabelen die gemeten werden zijn AWA, creatieve
ideatie, big five en intelligentie. Creatieve ideatie werd gemeten door in 4 minuten zoveel mogelijk
toepassingen van een baksteen te bedenken. AWA werd gemeten door aan te geven hoeveel ‘in the
moment’ momentjes je op een dag hebt.
Resultaten: AWA is geassocieerd met een verminderde creativiteit, er is dus bewijs gevonden voor
de differentiële hypothese. Intelligentie bleek geen significante invloed te hebben op de relatie.
Persoonlijkheid had ook geen significante invloed. Wel werd gevonden dat neuroticisme negatief
geassocieerd is met creativiteit en conscientiousness positief.
Studie 2
Hier werd naar alle componenten van mindfulness gekeken en de relatie met creativiteit.
Methode: er zijn 225 studenten onderzocht. Er is gemeten voor mindfulness skills, intelligentie,
cognitieve flexibiliteit, creatieve prestatie (door zelf-reports) en creatieve ideatie. Ook is dan voor alle
facetten gemeten, dus observatie, AWA, description en AWJ
Resultaten: specifieke mindfulness skills zijn verschillende gerelateerd aan creativiteit. Observatie
was geassocieerd met verhoogde creativiteit. Description, AWA en AWJ waren niet geassocieerd aan
creativiteit. Observatie was geassocieerd met vergrootte creativiteit door vergrootte cognitieve
flexibiliteit. De differentiële hypothese werd weer ondersteund.
Studie 3
Hier wordt gezocht naar causaal bewijs voor de mindfulness-creativiteit relatie in een longitudinale
studie. Mindfulness werd gemanipuleerd door een training voor mindfulness van 8 weken. De
training focust vooral op observatie, omdat dit de grootste rol lijkt te spelen. Ook was er een
controlegroep waarmee de training groep werd vergeleken.
Methode: er zijn 74 participanten onderzocht. De trainingsgroep werd vergeleken met de
controlegroep. Er werd voor creativiteit gemeten voor de training en in de laatste week van de
training.
Resultaten: er is weer bewijs gekomen voor de differentiële hypothese. Observatie was opnieuw de
enige consistente voorspeller van creativiteit. Bij deze studie zorgde ook description voor een
verhoging in creativiteit, maar deze is dus niet consistent. Een toename in skills van de training
zorgde voor een toename in creativiteit. AWA was weer negatief geassocieerd.
