100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Preventie en Straffen €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Preventie en Straffen

 85 keer bekeken  7 keer verkocht

Samenvatting van hoorcolleges, werkgroepen en verplichte literatuur van het vak Preventie en Straffen (Criminologie, Universiteit Leiden, 2019/2020). Op eerste 2 pagina's is te zien welke verplichte literatuur het precies om gaat. Succes!

Voorbeeld 6 van de 60  pagina's

  • 27 oktober 2019
  • 60
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (19)
avatar-seller
criminologiesther
Preventie en straffen Criminologie jaar 3
Leerdoelen

 Morele theorieën over rechtvaardiging en doelen straf bespreken, uitleggen en toepassen.
 De fundamentele conflicten tussen en binnen morele straftheorieën identificeren en toelichten
 Adhv empirisch onderzoek factoren rol bij straftoemeting identificeren, verklaren en evalueren.
 Uitleg effectiviteit van straffen voor bereiken belangrijkste strafdoelen en problemen hierbij.
 Voorwaarden uitleggen waaraan sancties dienen te voldoen om effectief te kunnen zijn.
 Politieke punitieve retoriek en strafrechtelijk populisme herkennen en verklaren waarom.
 Experimenteel onderzoek opzetten en uitvoeren naar factoren die samenhangen met
punitiviteit van burgers en daarover schriftelijk rapporteren (deadline: 17 oktober 10:00).

Voorgeschreven literatuur ( op niet alfabetische volgorde :p )

Week 1:
De Keijser, J.W. (2004). Doelen van straf: Morele theorieën als grondslag voor een legitieme
strafrechtspleging. In B. Van Stokkom (Ed.), Straf en herstel: Ethische reflecties over
sanctiedoeleinden (pp. 43-65). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
Kronenberg, M.J., & De Wilde, B. (2018). Straffen en Maatregelen. In M.J. Kronenberg & B. de
Wilde,
Grondtrekken van het Nederlandse Strafrecht (6de druk, pp. 305-325 en 332-333).
Deventer: Kluwer.
Von Hirsch, A. (2009). Proportionate sentences: A desert perspective. In A. Von Hirsch, A.
Ashworth
& J. Roberts (Eds.), Principled sentencing: Readings on theory and policy (3rd ed., pp. 115-
125). Portland: Hart Publishing.
Kelk, C. (1994). Verbreding van het punitieve spectrum. In M. Moerings (Ed.), Hoe punitief is
Nederland? (pp. 13-29). Arnhem: Gouda Quint.
De Keijser, J. W. (2004). Disorientation in sentencing. In R. Abrunhosa (Ed.), Victims and offenders
(pp. 280-291). Brussel: Politeia.

Week 2:
Five things about deterrence, Factsheet National Institute of Justice, May 2016
Von Hirsch, A., & Kazemian, L. (2009). Predictive sentencing and selective incapacitation. In A. Von
Hirsch, A. Ashworth & J. Roberts (Eds.), Principled sentencing: Readings on theory and
policy (3rd ed., pp. 95-101). Portland: Hart Publishing.
Blokland, A., Bijleveld, C.C.J.H., & Nieuwbeerta, P. (2003). Kosten en baten van de invoering van
'Three strikes and you're out' in Nederland: Een scenario studie. Tijdschrift voor
Criminologie, 45(2), 178-192.
De Keijser, J.W. & Schuyt, P. (2011). De vogelvrije veelpleger. In: Van der Leun, J.P., Muller, E.R.,
Van der Schee, N., Schuyt, P.M., Van der Woude, M.A.H. (Red.). De Vogel Vrij: Liber
Amicorum Martin Moerings (pp. 71-82). Den Haag: Boom Lemma.
Moerings, M. (2005). Het risico van de stelselmatige dader. In Y. Buruma & P.C. Vegter (Eds.),
Terugkeer in de samenleving: Opstellen voor Jan Fiselier (pp. 145-154). Deventer: Kluwer.
Tollenaar, N., Van der Laan, A.M, & Beijersbergen. K.A. (2014). Korte- en langetermijneffecten van
de ISD-maatregel, Den Haag: WODC.


Week 3:
Swaaningen, R. van (2013), Reversing the Punitive Turn. In: T. Daems, S. Snacken & D. Van Zyl
Smit (eds.) European penology? Oxford: Hart, pp. 329-350. Niet samengevat vanwege
tijdnood, maar wel gescand en veel al in hoorcollege besproken (wel samengevat)
Wingerden, S.G.C. van & Nieuwbeerta, P. (2010). Straftoemeting bij moordenaars. De invloed van
dader-, slachtoffer- en delictkenmerken. Trema Straftoemetingsbulletin, 1, 11-21.
Wingerden, S.G.C. van, Van Wilsem, J. & Johnson, B.D. (2016). Offender’s personal circumstances

, and punishment: toward a more refined model for the explanation of sentencing disparities,
Justice Quarterly, 33(1), 100-133.
Wingerden, S.G.C. van (2018), Risicotaxatie bij het straffen: a risky business, Strafblad 16(4): 27-
32. Niet samengevat want helaas geen toegang tot .____.
Van der Laan, P.H., Slotboom, A., & Stams, G.J. (2017). ‘Wat werkt? Bijdragen aan het
terugdringen
van recidive’. In: P.J. van Koppen, J.W. de Keijser, R. Horselenberg & M. Jelicic (red.),
Routes
Van Het Recht: Over De Rechtspsychologie. Den Haag: BJu, pp. 193-199.
Andrews, D.A., & Bonta, J. (2010). Rehabilitating criminal justice policy and practice. Psychology,
public policy, and law, 16(1), 39-55.
Boone, M. (2009). Reclassering. In E.R. Muller & P.C. Vegter (Eds.), Detentie: Gevangen in
Nederland (pp. 333-354). Alphen aan den Rijn: Kluwer.
Tonry, M. (2008). Onderzoek naar afschrikking; de noodzaak om klein te denken als we iets nieuws
willen leren. Justitiële verkenningen, 34(2), 98-117.
Moerland, H. (1993). Afschrikking, de bakermat van de rationele keuzebenadering in de
criminologie.
Tijdschrift voor Criminologie, 2, 110-126.

Week 4:
Beyens K. & Boone M.M. (2015). Mixing Detention Cultures: The Belgian-Dutch Case. In: Drake
D.H.,
Earle R. & Sloan J. (red), The Palgrave Handbook of Prison Ethnography. Palgrave studies
in prisons and penology. Londen: Palgrave Macmillan, p. 479-498.
Goffman, E. (1958). Characteristics of total institutions. In: Symposium on preventive and
social psychiatry. Washington: Walter Reed Army Institute of Research.
Crewe, B. (2011). Soft power in prison: Implications for staff–prisoner relationships, liberty and
legitimacy, European Journal of Criminology, 8(6), p. 455-468.
Wakefield, A., & Uggen, C. (2010). Incarceration and stratification. Annual Review of Sociology, 36,
387-406.
Moerings, M. (2010). Naar de gevangenis. In E.R. Muller, J.P. van der Leun, M. Moerings & P.J.V.
Van Calster (Eds.), Criminaliteit en criminaliteitsbestrijding in Nederland (pp. 509-529).
Alphen
aan den Rijn: Kluwer.

Week 5:
Keijser, J.W. de (2013). De moeizame relatie tussen publieke opinie en theorie en praktijk van straf.
In: S. Ruyter, W. Bernasco, W. Huisman & G. Bruinsma (Red.) Liber Amicorum Henk Elffers
(137-149). Amsterdam: NSCR & VU
Roberts, J.V., Stalans, L.J., Indermaur, D., & Hough, M. (2003). Public opinion about crime and
punishment. In: Penal populism and public opinion Lessons from five countries (pp. 21-34).
Oxford: Oxford University Press.
De Keijser, J.W., Van Koppen, P.J., & Elffers, H. (2007). Bridging the gap between judges and the
public? A multi-method study. Journal of Experimental Criminology, 3(2), 131-161.
Van Tulder, F & Kroon, R. (2012). ‘Uitermate effectief? Beelden en feiten over misdaad en straf.
NJB,
32, 223-2238.
De Keijser, J.W., & Elffers, H. (2009). Cross jurisdictional differences in punitive public attitudes?
European Journal on criminal policy and research, 6, 47-62.
Roberts, J.V. & De Keijser, J.W, (2014). Democratising punishment: Sentencing, community views
and values. Punishment & Society, 16, 474-498.
Roberts, J.V., Stalans, L.J., Indermaur, D., & Hough, M. (2003). Penal populism in context. In Penal
populism and public opinion: Lessons from five countries (pp. 3-20). Oxford: Oxford
University Press.

, Hoorcollege 1: rechtvaardiging en doelen van straf
Hoorcollege + werkgroep + verplichte literatuur: 5 artikelen

HOORCOLLEGE + WERKGROEP + VERPLICHTE LITERATUUR
(Doelen van straf. Morele theorieën als grondslag voor legitieme strafrechtspleging – Keijser)

Het verhogen van straffen is in de politiek een belangrijk onderwerp, maar, wat is straf?
 Wordt vanzelfsprekend geacht in de samenleving, het kan leiden tot eigenrichting wanneer geen
straf volgt, verondersteld als een passende en rechtvaardige reactie.
 Maar wat is passend en rechtvaardig? Verschillende antwoorden op deze vraag zeer
uitlopende gevolgen voor invulling van de praktijk van straffen.
 Domeinen straf:
- Gezin - Werk
- School - Strafrecht
 Maar straf in het strafrecht raakt steeds meer vervlochten in andere rechtsdomeinen,
zoals bestuursrecht. Het gaat in dit vak primair over straf binnen het strafrecht.
 Gemeenschappelijke elementen definities. Straf is:
- … leed, pijn, deprivatie; iets dat onaangenaam wordt gevonden door ontvanger.
 Soms loopt de verdachte zelf ook leed op tijdens delict, kan leiden tot strafvermindering.
- … als reactie op de overtreding van een rechtsregel.
- … opzettelijk opgelegd en als straf bedoeld door de mensen die het opleggen.
 Maatregelen niet bedoelt als leed, hierdoor heb je niet zelfde beperkingen als bij straf.
- … opgelegd door mensen die het formele recht hebben dat te doen.
 Straf is een als zodanig bedoeld door de overheid toegebracht leed op grond van een in het
strafwetboek als delict omschreven normschending (Kelk).

Kern: straf is bedoelde intentionele leedtoevoeging (Honderich)
 Straf is problematisch omdat er sprake is van bedoelde toevoeging van leed, waarom
toevoegen van leed en niet andere reactie? How is it that crime makes suffering appropriate?

Hiervoor is fundamentele en coherente rechtvaardiging nodig (van straf én dreiging op straf).
 Hart:
1. General justification: waarom straf en niet iets anders? = algemene rechtvaardiging
2. Rules of allocation: wie, wat voor, hoeveel? = specifieke rechtvaardiging
 De belangrijkste benaderingen
- Retributivisme (/vergeldingstheorie / absolute theorie / just desert (‘verdiende loon'))
 Deontologisch: iets in zichzelf goed dus straf intrinsiek goed, geen rechtvaardiging
nodig.
- Utilitarisme (/nutstheorie / relatieve theorie / instrumentalisme / consequentialisme)
 Teleologisch: wel rechtvaardiging nodig, namelijk a.d.h.v. in toekomst gelegen doelen.
- Verenigingstheorie (/hybride theorie / mixed theorie)
- Herstelrecht (/restorative justice)

Retributivisme
 Stelt het volgende:
a. Straf is verdiend leed en daarmee intrinsiek goed (non-cosequentialistisch)
b. Straf is retrospectief, geen doelen in toekomst, kijken naar verleden (schuld,
verwijtbaarheid)
 Twee varianten:
1. Negatief retributivisme: straf mag, maar als wel dan twee regels:
 Alleen schuldigen komen in aanmerking voor straf
 Een schuldige kan niet zwaarder gestraft worden dan evenredig aan ernst en mate
schuld.
 Algemene rechtvaardiging ontbreekt, slechts limiterende werking.
Deze vorm is terug te zien in vereniging theorieën

, 2. Positief retributivisme (Kant): straf moet, het heeft een intrinsieke morele waarde.
 Mens is rationeel en moreel wezen dat in staat is tot moreel begrip.en je moet de
essentie van het menszijn respecteren. Mens mag daarom nooit als middel gebruikt
worden voor een toekomstig doel (Kant’s blijvende invloed; dit wordt nog steeds
aangehouden)
 Lex talionis: oog om oog, tand om tand wat betreft de strafzwaar
o Accordingly, whatever undeserved evil you inflict upon another within the people,
that you inflict upon yourself. If you insult him, you insult yourself; if you steal from
him, you steal from yourself; if you kill him, you kill yourself (Kant)
 Categorisch imperatief: dader iets moreel verwerpelijks gedaan, straf morele plicht
staat.
 Niet echt goede algemene rechtvaardiging, want niet beantwoordt of het toevoegen van
leed goed (rechtvaardiging) is om iemand aan te spreken om morele
verantwoordelijkheid, alleen dat het moet (morele verplichting).
 Antwoord op eerste vraag Hart (algemene rechtvaardiging) ontbreekt tot nu toe dus, Er zijn wel
retributivistische algemene rechtvaardigingen:
a. Intuitionisme:
- Het is gerechtvaardigd, omdat het onze intuïtie is.
 Wraak? Het distantieert zich hiervan. In hoeverre is dit iets anders dan wraak? Waar
komt dat gevoel vandaan? Word je ermee geboren?
b. Verstoorde balans herstellen:
- Hegel: morele balans samenleving verstoort door criminele daad, namelijk ontkenning
recht. Ontkenning opgeheven door straf, dus balans weer hersteld: recht in waarde
hersteld en ongeldigheid criminele daad uitgedrukt (gericht op verleden)
 Praktische betekenis? Specifieke rechtvaardiging ontbreekt.
- Benefits & burdens: rechtssysteem voorziet ons van baten, namelijk bescherming
immuniteit van onwenselijke/schadelijke inferentie door anderen. Hier staat tegenover
dat iedereen de last draagt om neigingen te onderdrukken die de immuniteit van anderen
kunnen schaden. Zij die deze neigingen niet kunnen onderdrukken, verkrijgen een
voordeel die anderen, die zich wel beheerst hebben (last), niet genieten. Door middel
van straf wordt balans tussen kosten en lasten hersteld: verkregen voordeel ontnomen.
 Praktische betekenis? Specifieke rechtvaardiging ontbreekt wederom.

(Proportionate sentences: a Desert perspective – Von Hirsch)
Von Hirsch (artikel): waarom straf in plaats van balans herstellen met iets dat niet het morele
stigma heeft dat straf wel met zich meebrengt? Namelijk het leed van opzettelijk straf toebrengen.
 Hedendaags retributivisme
- Just Desert: straf is verdiend leed of verdiende loon.
 Polak: filosoof wie al eerder soortgelijke ideeën had, deels gebaseerd op hem.
 Struggle for justice rapport (1971): richtlijnen over evenredig straffen volgens desert,
maakte het idee populair en in 1975 door veel landen overgenomen. Aantrekkelijk
vanwege de duidelijkheid (guidance) omdat vooral gericht is op het misdaad zelf.
- Straf heeft een communicatieve functie, namelijk afkeuring (censure) uitgedragen aan
rationele wezens (daders) die in staat zijn tot moreel begrip en om normen en waarden na
te leven (moral agents), om zo het belang van de geschonden rechten te erkennen.
- De afkeuring wordt uitgedrukt via leedtoevoeging of deprivatie (‘hard treatement’), zodat
de boodschap aankomt en zodat het voor iedereen een goede reden is van misdaad af te
zien.
 Argument niet op verleden, maar op toekomst gericht. Utilitaristische redenering dus
deels omarmd. Zuiver retributivisme hedendaags dan ook niet meer aan orde.
- Commensurate desert: voor de strafoplegging is proportionaliteit tussen de ernst van het
delict en de straf van uiterst belang, omdat anders te veel of weinig afkeuring uitgedrukt
wordt.

 Antwoord op tweede vraag Hart (rules of allocation) retributivisme: proportionaliteit:

, - The principle ensures, as no utilitarian criterion of allocation can, that the rights of the
person punished not be unduly sacrificed for the good of others. A utilitarian theory of
allocation (i.e. based on deterrence) could lead to punishing the offender more severely
than he deserves if the net benefits of so doing were to outweigh the costs. The principle
ensures that offenders are not treated as more blameworthy than is warranted by the
character of the offense.
- Desert as determining (bepalend) – 2 vormen proportionaliteit:
a. Ordinale propotionaliteit
 Gelijkwaardigheid: soortgelijke misdrijven (ernst) ook soortgelijke straffen (zwaarte)
 Rangorde: als A ernstiger dan B, dan straf voor A altijd zwaarder dan straf voor B.
 Verhoudingen: als A veel ernstiger dan B, en B iets ernstiger dan C, dan dienen die
verschillen in de straffen voor A, B en C terug te zien zijn.
Maar wat als straf omhoog gedaan omdat het vaker voorkomt?
b. Cardinale proportionaliteit:
 Ordinale proportionaliteit
+
 Numerieke verankering schaaluiteinden
 Exact vaststellen van punten op de schaal
 Hoeveel straf verdient misdrijf X en hoeveel meer dan misdrijf Y?
Dit is erg moeilijk.
 Desert door sommigen ook gezien als as limiting (limiterend): dan grenzen aan straf in de
vorm van een maximumstraf, niet meer dan verdiend, maar onder grenzen vrij in te delen op
basis van andere gronden, bijvoorbeeld voorspellende. Hierover meer bij vereniginstheorie.
 Vergelding = punitiviteit? Nee!
- Retributivisme/vergelding vaak geassocieerd met hard straffen (punitiviteit)
 De essentie van vergelding is niet oog om oog (lex talionis), noch hard straffen, maar
het proportioneel uitdrukken van afkeuring. Zeer zware straf (hoge verankering van de
schaal) overschaduwt de morele boodschap die met straf wordt uitgedragen: ‘crowning
out’.
 Hiermee worden sociaal-achtergestelde (social deprivation) dus ook niet zwaarder
gestraft wanneer die sociale achterstand gezien wordt als gevaar, zoals het
consequentialisme wel doet. Hirschi hier kritiek op want sociaal-achtergestelde hebben
vaak al meer obstakels in hun leven (dus zouden eerder lichter gestraft moeten worden)
en achterstand kan beter verholpen worden via sociaal beleid ipv crimineel beleid.
 Kunnen andere strafdoelen worden nagestreefd naast vergelding/proportionaliteit met desert?
 In principe maar alleen zolang verenigbaar met de evenredige ordening van sancties,
zou vervangen kunnen worden door bemiddelende, niet-vrijheidsbenemende straf van
gelijke zwaarte. Echter beperkt, op hogere doelen mag alleen teruggevallen worden als
ze de zwaarheid van de straf niet substantieel beïnvloeden.
 Sommige theoretici hebben desert theory aangepast – modified desert theory:
a. Afwijkingen toegestaan, alleen in geval van ernstige risico’s op buitengewone
schade door criminaliteit, waardoor enige opoffering proportionaliteit
gerechtvaardigd is.
b. Afwijkingen toegestaan, niet meer dan 10/15% van verdiende straf.
Zo inleveren deel rechtvaardigheid voor nastreven hogere doelen gericht op de
effectiviteit (fairness/effectiveness trade-off). Door beperkte afwijkingen echter niet te
veel onrechtvaardigheid. Nadeel hieraan is dat criminaliteitscijfers ongevoelig lijken te
zijn voor kleine veranderingen straffen, dus vraag is of het echt impact heeft.


Utilitarisme
 Nastreven nut (utility) voor samenleving: vergroten van gemeenschappelijk welzijn
 Algemene rechtvaardiging straf: toekomstig nut (prospectief) weegt zwaarder dan en
rechtvaardigt daarmee kosten straf (consequentionalistisch); preventie dus belangrijk.
 Specifieke rechtvaardiging straf: niet meer straf dan wat nodig is om nut te bereiken

, ↓
 Proportionaliteit revisited:
 Retributivistische variant: straf proportioneel aan ernst misdrijf en verwijtbaarheid dader.
 Utilitaristische variant: straf proportioneel aan wat nodig is om het nut te bereiken




→ JA → NEE

 Strafdoelen om nut te bereiken:
- Generale preventie: algemene. afschrikking, normbevestiging.
- Speciale preventie: individuele afschrikking, onschadelijkmaking, rehabilitatie, resocialisatie.
 Interne conflicten tussen de twee strafdoelen:
 Terwijl individuele dader effectief afgewend zou kunnen worden van recidive door
behandelingen tekortkomingen (individuele preventie), zou een zware en exemplarische
straf effectief zijn in het afwenden van potentiele daders (algemene preventie)
 Voor een utilitarist echter geen conflict: vanuit de generale preventie is het grootste nut te
verwachten, opofferen van schuldig individu (beschadigt door straf en recidiverisico hoog)
ten behoeve van algemeen belang rechtvaardig (Muller).
 Kritiekpunten utilitaristen
- Extreem zware straffen of zelfs straffen van onschuldigen geoorloofd?
- Wat als het beoogd nut niet wordt behaald?
 Oplossingen?
 Utilitaristische benadering te combineren met retributivische benadering (negatieve)
 Maatregelen geen straf, niet in verhouding tot delict, meer ingrijpen dan proportioneel.
 Invloedrijke denkers op deze stroming:
A. Bentham (grondlegger utilitarisme)
- Universeel leidend principe = nut, utility
- Straffen geen intrinsieke waarde dus geen universele noodzaak/eis, maar instrumentele
waarde, dus gebruikt om beoogd nut te bereiken.
- Preventie-gedachte: opzettelijke leedtoevoeging straf ‘justified as long as it promises to
exclude some greater evil’. Focus met name op generale preventive bij straffen.
 Niet minder straffen (kosten) dan baten criminaliteit (RKT) (zo effectieve preventie)
 Niet meer dan nodig om beoogde nut te bereiken (anders onnodige leedtoevoeging)
- Geen onschuldigen mogen gestraft worden volgens Bentham, maar is meer een negatief
retributief principe, want als je utilisme aanhoudt is vanuit het straffen van onschuldigen
voldoende nut te verwachten ter rechtvaardiging van toegevoegde leed.
B. Beccaria
- Stelde ook dat straf een kwaad is dat nooit zwaarder mag zijn dan nodig om beoogde nut
(preventie criminaliteit door speciale en generale afschrikking) te bereiken.
- Onschuldigen of extreme straffen?
 Nee, verkeerde opvatting van utiliteit om individueel welzijn te scheiden van en op te offeren
voor algemeen welzijn. Maatschappelijk contract (overheid biedt bescherming burgers in
ruil voor opoffering vrijheid) afgesloten om de grootst mogelijke bescherming te bieden aan
ieder individu en niet om de grootste mogelijke totale utiliteit na te streven.
Beide denkers dus moeite met puur utilitaristische redeneringen, niet zo gek dat veel utilitaristen
negatief retributivisme deels omarmd hebben. Ook zuiver utilisme dus hedendaags niet aan
orde.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper criminologiesther. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  7x  verkocht
  • (0)
  Kopen