Pediatrie en pediatrische psychologie
Master Medische Psychologie
Hoorcolleges 2018-2019
Tessa Faber
,Hoorcollege 1 – Pediatrische psychologie en kwaliteit van leven
Pediatrische psychologie
Pediatrische Psychologie Ontstaan
Het startpunt van de pediatrische psychologie ontstaat rond 1890 wanneer Witmer de
eerste pediatrische kliniek startte. Rond 1920 kwam de link tussen pediatrie en
geneeskunde. Verschillende kinderartsen en psychologen begonnen de link te herkennen
tussen psychologie en kindergeneeskunde.
Midden jaren 60 start daadwerkelijke samenwerking tussen de disciplines. De term
pediatrische psychologie wordt vanaf dat moment gebruikt.
1967: Pediatrische Psychologie
Wright
Group identity
- Formele organisatie nieuwsbericht
- Meer specifieke training
- Vermeerdering van kennis door toegepast onderzoek
Pediatrische psychologie
In de moderne kindergeneeskunde ziet men een forse toename van chronische
aandoeningen. Dit komt door een verbeterde medische zorg wat zorgt voor meer overleving
bij kinderen en een langere levensverwachting.
Meer mensen moeten dus leren leven met een chronische aandoening.
Wanneer ontwikkelingsprocessen verstoord raken kunnen er latere problemen ontstaan,
zowel psychisch, sociaal en maatschappelijk. De vraag is dan welke belemmering en
ondersteuning nodig is.
Kinderen met een chronische, of langdurige, aandoening moeten leren leven met lichamelijk
klachten.
Doel van behandeling is altijd tweeledig:
- Reduceren van de symptomen.
- Optimaliseren van de Kwaliteit van Leven. Je kan wetenschappelijk onderzoek doen
naar welke factoren bijdragen aan de kwaliteit van leven.
Definitie: Relatie tussen het psychologisch welbevinden en de fysieke gezondheid van het
kind dat in ontwikkeling is, rekening houdend met de context.
Binnen de pediatrie is de ontwikkeling en de context van belang. Het is van belang altijd het
ontwikkelingsperspectief mee te nemen. Bij diabetes moet het kind bijvoorbeeld, naarmate
,het ouder wordt, gedeeltelijke zorg op zich nemen. En later moet het zelfs helemaal
zelfstandig gebeuren.
Naast de ontwikkeling is dus ook de context van belang. De omgeving (school, familie,
vrienden) speelt ook een rol, “een kind komt nooit alleen”.
Het feit dat een kind of ouders zich tot een medisch specialist wenden met een bepaalde
klacht, bijvoorbeeld buikpijn of hoofpijn, maakt het kind onderwerp tot de pediatrische
psychologie.
De pediatrische psychologie houdt zich bezig met psychologische aspecten van ziek zijn:
a) Psychologische factoren die leiden tot een somatische ziekte: persoonlijkheid (bijv.
type D persoonlijkheid waarbij negatieve emoties niet worden geuit wat het risico op
hart- en vaatziekten vergroot), emoties (faalangst/stress), context (leefstijl).
b) Ziekte à Psychologische gevolgen.
• Gedrag (leefstijl, therapietrouw)
• Cognities (ziektebeleving, acceptatie)
• Emoties (angst, verlies van controle)
Scientistpractitioners: Integratie tussen wetenschappelijk onderbouwde kennis en praktijk
ervaring.
Evidence based medicine: Klinisch handelen dient te worden gebaseerd op
gedocumenteerde effectiviteit en doelmatigheid.
Evidence Based Practice (EBP) is een continuüm.
• Efficacy studies: Gebruik maken van zo veel mogelijk gerandomiseerde trials waarbij
alle achtergrondkenmerken hetzelfde blijven. Bijvoorbeeld het testen van medicatie.
• Effectivity studies: Je hebt te maken met de praktijk en met meerdere
uitkomstmaten. Hierbij kan je niet altijd een gerandomiseerde trial (gold standard
RCT) gebruiken vanwege ethische zaken. Je doet het zo goed mogelijk, maar wel met
wat je hebt in de praktijk.
Evidence Based Practice (EBP):
• Evidence based treatment: De behandelingen moeten evidence based zijn.
• Er moet hierbij niet alleen gekeken worden naar de statistische significantie, maar
ook naar de klinische significantie.
• Evidence-Based Assessment: Zoveel mogelijk vragenlijsten gebruiken die
betrouwbaar en valide zijn gebleken.
• From traditional to more sophisticated statistics: Er steeds meer ingewikkelde
statistische toetsen gebruikt.
De Pediatrisch Psycholoog in de praktijk
Bijdrage aan de zorg als hulpverlener: de zorg voor kinderen met een chronische ziekte en/of
allerlei problemen in de normale ontwikkeling. Voorbeelden: astma, diabetes, kanker,
ernstige vroeggeboorte, cystic fybrosis, hartafwijkingen, spina bifida, hemofilie, epilepsie,
nierfalen, sikkelcelziekte, kinderreuma, kanker.
, Ongeveer 10-15% van de kinderen heeft een chronische aandoening.
Definitie chronische ziekte:
- Drie maanden gehinderd in het normale functioneren of een ziekenhuisopname van
tenminste een maand in een jaar (Pless & Pinkerton, 1975).
- Aandoeningen die (nog) niet te genezen zijn en zich kenmerken door ziekte-episoden
over langere tijd (Mokkink et al., 2006).
- Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) definieert chronische
ziekten als: “onomkeerbare aandoeningen, zonder uitzicht op volledig herstel en met
een gemiddeld lange ziekteduur” (De Klerk, 2002).
Het meest gebruikt is de definitie van het Ministerie van VWS.
Er is veel ruimte voor interpretaties wat betreft de definitie en schattingen variëren hierdoor
enorm.
Pediatrie is heel erg breed, je krijgt met van alles te maken.
Voorbeelden van bijdrage aan de zorg als hulpverlener:
- Minimaliseren gevolgen behandeling kinderen met kanker.
- Rol familie bij het verbeteren therapietrouw kinderen met diabetes.
- Coping met de gevolgen van de fysieke en mentale ontwikkeling premature kinderen.
Wanneer komt een pediatrisch psycholoog in actie?
• Na verwijzing door een medisch specialist, rechtstreeks of in het kader van deelname
aan behandelteams.
• Een enkele keer na verwijzing door een huisarts in de eerste lijn.
Wat doet een pediatrisch psycholoog?:
• Inventarisatie (ziekte, problemen, klachten, risicofactoren, lichamelijke,
psychologische contextuele factoren).
• Diagnostiek (brengt indien gewenst m.b.v. gestandaardiseerde tests en vragenlijsten,
intelligentie, neuropsychologisch functioneren, persoonlijkheid en kwaliteit van leven
in kaart).
• Behandeling (individueel, coping, problemen oplossen, veerkracht versterken,
protocollaire groepsbehandelingen, aanpak afhankelijk van ziekte fase en
ontwikkelingsfase).
• Overleg (multidisciplinair overleg).
Binnen de pediatrische psychologie is er een verscheidenheid aan:
- Rollen
- Aandoeningen
- Systeem (je krijgt vaak te maken met het hele gezin)
- Werkplekken (gespecialiseerd of algemeen ziekenhuis of ambulante zorg)
Het meten van kwaliteit van leven van kinderen met een chronische aandoening.