Dit zijn uitgewerkte potentiële examenvragen. Uit eigen ervaring weet ik dat deze vaak hergebruikt worden, en ik heb enkele van deze vragen letterlijk op mijn examens gehad.
Eerst gedoceerd door Professor Georges Declercq, later door Professor Bart Lambert.
[Meer zien]
Laatste update van het document: 4 maanden geleden
Dit zijn uitgewerkte potentiële examenvragen. Uit eigen ervaring weet ik dat deze vaak
hergebruikt worden, en ik heb enkele van deze vragen letterlijk op mijn examens gehad.
Let op, dit deel van het vak werd eerst gedoceerd door Professor Georges Declercq, dus deze
vragen komen oorspronkelijk van hem. Sinds 2024 wordt het gedoceerd door Professor Bart
Lambert. Op het examen in januari, 2024 kregen we een bronfragment dat al gekend was van de
vorige jaren en 1 nieuwe vraag die niet bij de voorbeeldvragen van de vorige jaren zat maar kwam
uit de nieuwe leerstof van de nieuwe professor. Op de PPT waar examen informatie staat worden
er wel voorbeeldvragen van de vorige jaren vermeld. Dus er is altijd een kans dat hij nog oude
vragen stelt, maar focus je zeker niet alleen op deze vragen.
1. Wat is de hervormingsbeweging van Cluny (p. 81-83)?
Antwoord
In de 10e eeuw stichtte de Hertog van Aquitanië de Abdij van Cluny, als reactie op de
wantoestanden binnen de kerk. Deze hervorming markeerde een belangrijke stap in de kerkelijke
geschiedenis, waarbij Cluny zich losmaakte van externe kerkelijke en wereldlijke macht. De abdij
stond 'onder bescherming' van de paus, maar niet 'onder zijn heerschappij'. De pausen
accepteerden deze onafhankelijkheid en verleenden de abdij bijzondere privileges.
Onder het abbatiaat van Odo (927-942) werden honderden kloosters aan Cluny overgedragen,
wat leidde tot de oprichting van de kloosterorde van de Cluniacenzers. De abt van Cluny hield
toezicht op alle kloosters binnen de orde, waarbij in elk klooster een prior als toezichthouder werd
aangesteld. De Cluniacenzers legden een sterke nadruk op de liturgie, met gezamenlijke
activiteiten zoals bidden, werken en eten. Muziek speelde een centrale rol in hun rituelen, en er
werd intens gebeden voor de zielen van overledenen, wat leidde tot het ontstaan van Allerzielen
in de vroege 11e eeuw in Cluny.
, In 1100 was Cluny uitgegroeid tot de grootste kerk én het grootste ziekenhuis van West-Europa,
aangezien de zorg voor zieken een belangrijk aspect van hun missie was. Terwijl de
hervormingsbeweging zich ook naar Duitsland en Engeland verspreidde, stuitte men daar op
weerstand vanwege het gebrek aan onafhankelijkheid van de kloosters. In Engeland probeerde
koning Edgar dit te veranderen door de Benedictijnse regel in alle kloosters in te voeren, maar er
ontstond een tendens om zich steeds verder terug te trekken in afzondering.
2. Wat is de zogenaamde ‘Karolingische renaissance’ (p. 67-70)?
Antwoord
Aan het einde van de 8e eeuw presenteerde Karel de Grote zijn 'Admonitio Generalis', een
manifest waarin hij zijn visie voor het rijk uiteenzette. Hij streefde naar verbetering, hervorming en
ordening van de samenleving door christelijke waarden en normen te verspreiden onder het volk.
Dit programma moest worden uitgevoerd door bisschoppen en andere geestelijken. Om dit te
kunnen realiseren, moesten zij echter beschikken over een degelijke opleiding, wat vaak ontbrak,
vooral vanwege gebrekkige kennis van het Latijn.
Om dit probleem aan te pakken, keerde men terug naar de klassieke Latijnse taal en de werken uit
de oudheid als basis voor scholing. Dit markeerde het begin van de Karolingische renaissance in
de 9e eeuw. Overal in het rijk begon men klassieke teksten op te sporen, te kopiëren en grondig
te bestuderen. In kloosters en kathedralen werden scholen, bibliotheken en scriptoria opgericht.
De nadruk kwam te liggen op de 'Artes Liberales', de zeven vrije kunsten, waaronder grammatica,
dialectica en rhetorica (het trivium).
Daarnaast herontdekte men veel Romeinse tradities, zoals de Romeinse liturgie, het kerkgezang
en zelfs de kloosterregel van Benedictus, die men ten onrechte dacht dat uit Rome afkomstig was.
De Karolingers waren ook streng in hun streven naar nauwkeurigheid, wat leidde tot de
ontwikkeling van de Karolingische minuskel. Dit nieuwe schrift, waarin letters afzonderlijk en
duidelijk werden geschreven, verbeterde de leesbaarheid en vormde de basis voor de moderne
letters die we vandaag nog gebruiken.
Een belangrijk gevolg van deze Karolingische renaissance was het behoud van klassieke werken
door het overschrijven ervan, en de duidelijke scheiding tussen geschreven en gesproken Latijn,
wat uiteindelijk leidde tot het ontstaan van de Romaanse talen. Ook in de bouwkunst was de
, invloed merkbaar, zoals in de paleiskapel van Karel de Grote in Aken, waar zuilen uit Rome en
Ravenna werden hergebruikt.
3. Welke verbindingen en contactpunten kenmerkten de lange afstandshandel tussen Zuid-
Europa (Middellandse Zeegebied) en Noord-Europa (Noord-Europa) in de 12de-15de
eeuw (p. 113-114, 152-153 en 182-184)?
Antwoord
In de 12e eeuw raakten regionale handelsnetwerken in Italië en rond de Noordzee verbonden via
een noord-zuid route, waarbij de jaarmarkten van Champagne een belangrijk commercieel
knooppunt vormden. De rivieren dienden als cruciale verkeersaders voor het maritieme
handelsverkeer tussen Noord- en Zuid-Europa.
In de 13e eeuw verschoof de handel steeds meer naar de zee, waarbij de handelaren uit de
opkomende West-Europese steden zich verenigden in hanzen, organisaties die wederzijdse
bescherming boden tegen plaatselijke autoriteiten en gunstige handelsvoorwaarden creëerden.
Tussen 1200 en 1350 ontwikkelde zich een internationale handelseconomie, gekenmerkt door
drie grote veranderingen:
• De zeehandel werd belangrijker dan de handel over land. De haven van Brugge nam de
rol van economisch knooppunt tussen Noord- en Zuid-Europa over, nu de jaarmarkten van
Champagne in belang afnamen. Brugge werd een belangrijk centrum voor de hanzen.
• De rol van de actieve koopman, die met zijn waren meereisde, nam af. In plaats daarvan
kwamen passieve kooplieden op, die vanuit kantoren in grote steden hun handel
beheerden.
• Er ontstonden handelsroutes vanuit Europa naar Azië, waarbij de Zwarte Zee als
vertrekpunt diende.
Tussen 1350 en 1500 werd de handel met het Levant over zee voornamelijk beheerst door
Italiaanse, passieve kooplieden, met kantoren van onder andere de Medici in Brugge. In de 15e
eeuw ondervonden de hanzen toenemende concurrentie vanuit Zuid-Duitsland en Holland.
Brugge bleef echter een belangrijk zuidelijk knooppunt van de Hanze, hoewel zowel de Hanze als
de lakenindustrie in verval raakten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper graceje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.