Kennistoets 1.2
Verwoorden welke verschillende visies op gezondheid er zijn.
Medische, monocausale, biologische, psychologische, sociale, humane, dynamische
Een voorbeeld noemen bij elke visie op gezondheid.
Medische: wanneer iemand last heeft van zijn enkel en hierdoor slecht kan lopen is hij ziek.
Biologische: wanneer de lichaamstemperatuur van iemand stijgt in een warme omgeving is hij ziek.
Psychologische: wanneer iemand heeft besloten om 5x per week te gaan sporten en dit hem lukt is
hij gezond, wanneer dit niet lukt, is hij ziek.
Sociale: een persoon is in staat om voor zijn kinderen te zorgen, dan is hij gezond.
Humane: toestand van optimaal fysiek, psychisch en sociaal welbevinden en niet alleen de
afwezigheid van ziekte en beperkingen.
Dynamische: wanneer er iets in de omgeving veranderd blijft de persoon in staat om zijn regie te
behouden.
Benoemen welke verschillende definities van gezondheid er zijn en deze herkennen.
Medische gezondheid: afwezigheid van ziekte of lichaamsgebrek.
Biologische gezondheid: aanpassing van het menselijk lichaam aan externe omstandigheden
Psychologische gezondheid: een persoon is gezond als hij zelf zijn gestelde doelen in het leven kan
behalen en in zijn geestelijke behoefte kan voorzien.
Sociale gezondheid: een persoon is gezond wanneer hij zijn sociale rollen in de maatschappij kan
vervullen binnen de geldende normen en waarden.
Humane gezondheid: toestand van optimaal fysiek, psychisch en sociaal welbevinden en niet alleen
de afwezigheid van ziekte en beperkingen.
Dynamische gezondheid: een persoon is gezond wanneer hij in balans is met zowel zichzelf als met
zijn externe milieu.
Het hoofddoel van de WHO is om op internationaal niveau de gezondheid te bevorderen en
daarmee gezondheidsproblemen terug te dringen. Daarnaast streeft zij ernaar de
gezondheidsverschillen tussen landen terug te dringen. De WHO voert internationaal
gezondheidsbeleid dat voortdurend inspeelt op veranderingen in de gezondheidsproblemen
wereldwijd, maar ook op situaties die gezondheid beïnvloeden.
Vroeger ging het er in de gezondheidszorg vooral om de mensen te genezen. Tegenwoordig gaat
het vooral om het bevorderen van gezondheid. Men probeert de kansen op gezondheid te
optimaliseren en de inwerking van voor de gezondheid ongunstige factoren te minimaliseren of op
te heffen.
Gezondheid omvat waarderende, normerende en culturele aspecten die in tijd en plaats kunnen
variëren.
Medische gezondheid (klassieke benadering & monocausale benadering): afwezigheid van ziekte
of lichaamsgebrek.
Vroeger was iemand vanuit deze visie ziek wanneer de oorzaak aanwijsbaar was, was deze niet
aanwijsbaar, dan was iemand gezond.
Tegenwoordig schiet de monocausale benaderingswijze te kort, dit komt doordat
gezondheidsproblemen ontstaan als gevolg van verschillende factoren. Het verloop ervan is vaak
sluipend, zodat een duidelijke overgang van gezondheid naar ziekte niet is aan te geven.
,Vroeger was er in de medische visie vooral sprake van physician-centred-care. Hierbij ging het om
de besluiten van de arts.
Tegenwoordig is er vooral sprake van patient-centered-care. Hierbij gaat het om het gezamelijke
besluit van de arts en patiënt.
Biologische gezondheid: aanpassing van het menselijk lichaam aan externe omstandigheden
Homeostase is het constant houden van fysiologische processen en biochemische reacties in het
menselijk lichaam.
Iemand is gezond wanneer die persoon zijn inwendige milieu binnen nauwe grenzen weet te
houden bij een veranderd extern milieu. Verpleegkundigen kunnen hier inzicht in krijgen door
bepaalde handelingen te verrichten, zoals het opnemen van de lichaamstemperatuur en het
bepalen van bloedglucosespiegels.
Psychologische gezondheid: een persoon is gezond als hij zelf zijn gestelde doelen in het leven kan
behalen en in zijn geestelijke behoeften kan voorzien.
Wordt ook wel de individuele benadering genoemd, omdat het per persoon kan verschillen of hij
zichzelf wel of niet gezond vindt.
Sociale gezondheid: een persoon is gezond wanneer hij zijn sociale rollen in de maatschappij kan
vervullen binnen de geldende waarden en normen.
In het verleden lag de aandacht vooral op gezondheidsproblemen die veroorzaakt werden door
exogene factoren, zoals bacteriën en parasieten. Oplossingen werden gezocht in het verbeteren
van de hygiëne, de kwaliteit van het drinkwater en adequate medicatie.
Humane gezondheid (volgens de WHO): toestand van optimaal fysiek, psychologisch en sociaal
welbevinden en niet alleen de afwezigheid van ziekte of beperkingen.
De humane visie is voor verpleegkundigen lastig te gebruiken omdat het nooit mogelijk is om een
volledig fysiek, psychologisch en sociaal welbevinden te hebben. Wel biedt het aanknopingspunten
om kwalitatief goede zorg te verlenen.
De humane visie verbindt de biologische, psychische en sociale visie.
Dynamische gezondheid: een persoon is gezond wanneer hij is balans is met zowel zichzelf als zijn
externe milieu.
Gezondheid is hier het vermogen om zich aan te passen aan psychische, sociale en fysieke
factoren. Dit aanpassingsvermogen vraagt dat de mens zelf de regie houdt over zijn leven en dus
ook zijn gezondheid managet in wisselende omstandigheden.
Bij deze visie wordt gezondheid gekoppeld aan 6 dimensies:
- Lichamelijke gezondheid
- Mentaal welbevinden
- Spirituele dimensie
- Dagelijks functioneren
- Sociaal-maatschappelijk participeren
- Kwaliteit van leven
,Gezondheidszorg tegenwoordig draait om:
1. Iedereen moet toegang hebben tot gezondheidszorg, ondanks armoede. De
gezondheidszorg – met volledige toegang tot kwalitatief hoogwaardige diensten voor
preventie en behandeling – kan niet worden bereikt zonder de wetenschappelijke
onderbouwing.
2. Een goed gezondheidszorgsysteem dat prioriteit geeft aan gezondheid zou mensgerichte
geïntegreerde zorg moeten bieden. Mensgerichte geïntegreerde zorg bestaat uit het
informeren en stimuleren van mensen om gezond te blijven en ziekte te voorkomen. Deze
zorg bestaat ook uit het vroegtijdig opsporen van gezondheidsproblemen, zodat mensen
behandeld kunnen worden en/of kunnen leren met beperkingen om te gaan.
Benoemen wat gezondheidsdeterminanten van het health concept van Lalonde zijn en deze
herkennen.
Endogene gezondheidsdeterminanten (intern milieu), gezondheidsdeterminant leefstijl & gedrag,
exogene gezondheidsdeterminanten (vanuit de omgeving), gezondheidsdeterminant medische zorg
en preventie.
Uitleggen hoe je het model van Lalonde gebruikt bij het maken van een gezondheidskundige
analyse.
(Zie gezondheidsdeterminanten in Health Concept van Lalonde)
Uitleggen wat de verschillende vormen van preventie inhouden en voorbeelden herkennen.
Universele, primaire preventie is gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen
Secundaire preventie heeft als doel het vroegtijdig opsporen en behandelen van ziekten en
aandoeningen en het zoeken naar ziekten en aandoeningen in het beginstadium.
Tertiaire preventie heeft als doel om bij een ziekte of aandoening de gezondheidssituatie te
optimaliseren.
Gezondheidsdeterminanten in Health Concept van Lalonde:
- Endogene gezondheidsdeterminanten (intern milieu) wordt onderverdeeld in genetische
factoren en verworven factoren
- Gezondheidsdeterminant leefstijl & gedrag hierbij wordt de invloed weergegeven die het
gedrag van mensen heeft op het ontstaan of verergeren van gezondheidsproblemen
- Exogene gezondheidsdeterminanten (fysieke en maatschappelijke omgeving) Fysieke
omgeving: factoren buiten het menselijk lichaam die van invloed zijn op de gezondheid en
het ontstaan of verergeren van gezondheidsprobleem
Maatschappelijke omgeving: de plaats die mensen weergeeft binnen de maatschappij. Dit
heeft een belangrijke invloed op de gezondheid en het gevoel van welbevinden.
- Gezondheidsdeterminant medische zorg & preventie gaat om allerlei
gezondheidsvoorzieningen
In het Health concept van Lalonde wordt gekeken naar gezondheidsdeterminanten die van invloed
zijn op de gezondheid op groepsniveau.
Vroeger draaide het vooral om endogene factoren die de gezondheid beïnvloedde, hierop werd de
medische zorg gericht.
Tegenwoordig is het de normaalste zaak van de wereld dat leefstijl & gedrag invloed hebben op de
gezondheid en een aangrijpingspunt is voor gezondheidsbevordering.
, Bij preventie wordt geprobeerd de voorwaarden voor gezondheid te optimaliseren en de factoren
die gezondheid ongunstig beïnvloeden te minimaliseren.
De NAP (nationaal programma preventie) heeft als doel de groei van het aantal mensen met
chronische ziekte te verminderen en de grote gezondheidsverschillen tussen hoog- en
laagopgeleiden te verkleinen.
Soorten preventie:
- Universele, primaire preventie: het bevorderen van gezondheid en gezond gedrag. Is gericht
op de gezondheid van de algemene bevolking of een deel daarvan.
Het doel is om ziekten en aandoeningen te voorkomen en zo de incidentie en prevalentie
omlaag te brengen. Je moet inzicht hebben in persoonskenmerken en/of risicofactoren
waarvan is aangetoond dat er een relatie bestaat met het gezondheidsprobleem.
- Selectieve, geïndiceerde en secundaire preventie: is gericht op mensen met een hoog risico.
Is gericht op mensen die niet voldoen aan de diagnostische criteria voor een ziekte of
aandoening, maar wel al beperkte symptomen hebben.
Secundaire preventie is het opsporen en vroegtijdig behandelen van ziekten en
aandoeningen en het zoeken naar ziekten en aandoeningen in een beginstadium.
Selectieve preventie: gericht op mensen met een hoog risico
Geindiceerde preventie: gericht op mensen die niet voldoen aan de diagnostische criteria
voor een ziekte of aandoening maar wel al beperkte symptomen hebben.
Case-finding is een vorm van screening waarbij geen bevolkingsonderzoek wordt gedaan,
maar waarbij in een specifieke groep mensen systematisch wordt gezocht naar de
risicofactor, het risicogedrag en/of het gezondheidsprobleem.
Voorbeeld: het bepalen van bloedglucosewaarden door huisartsen en
praktijkverpleegkundigen om familiaire diabetes en diabetes bij mensen met abdominale
obesitas en een hoge bloeddruk in een vroeg stadium op te sporen en te behandelen.
Screening is gericht op het aantonen van gezondheidsproblemen. Met zekerheid aantonen
dat er een gezondheidsprobleem is, is echter moeilijk. Hierbij spelen twee belangrijke
obstakels een rol: de betrouwbaarheid en de sensitiviteit/specificiteit.
Sensitiviteit: het percentage werkelijke zieke personen dat door de screening is opgespoord
Specificiteit: percentage werkelijk gezonde personen dat door de test als zodanig wordt
aangegeven.
Door screening kun je het moment waarop de diagnose wordt gesteld op 2 manieren
vervroegen.
1. Personen die geen symptomen van ziekte vertonen worden gescreend. Bij degene bij
wie wel ziekte wordt vastgesteld, start men met de behandeling om zo
gezondheidswinst te behalen.
2. Kan voorkomen dat de diagnosestelling wordt vertraagd.
o Patiënts delay: de patiënt gaat niet met klachten naar de huisarts waardoor hij
niet gediagnosticeerd wordt.