Organisatiewetenschappen plenaire bijeenkomst
Wat is een organisatie? elementen om organisaties inzichtelijk te maken:
(social) Structuur
- Formeel: regels, procedures, hiërarchie
- Informeel: relatie tussen mensen, interactie, samenwerking
Organisatie is moeilijk grijpbaar inzichtelijk maken
Mensen: attitude, ambitie, normen en waarden, leiderschap
Doelen: doel van organisatie= doel van mensen
Technologie: instrumenten, machines, apparatuur
Omgeving: Klanten, leveranciers, concurrenten, partners
Organisaties zijn niet statisch continue interactie tussen mensen en kan ieder moment
veranderen, altijd beweging. Om te kijken naar een organisatie maak je een momentopname.
Kan ook naar processen kijken:
Organisatie: een verzameling mensen die zich verenigen in een formeel samenwerkingsverband
teneinde doelstellingen van individuen en groepen te realiseren
Organisatiewetenschap: de verzameling van inzichten methoden, theorieen en richtlijnen die met
betrekking tot een organisatieverschijnsel bestaat.
3 realiteiten:
- Objectief, feitelijk
- Subjectief, persoonlijke opvattingen over de werkelijkheid om je heen
- Intersubjectief, creëren we als mensen samen (cultuur, normen en waarden, hoe we met
elkaar omgaan)
Objectiviteit verandert met functie/plaats in de samenleving
,Perspectieven in de sociale wetenschap
Systeemperspectief (rational system perspective)
Het systeem (regels, functies, normen, waarden) heeft objectieve consequenties voor de
leden als je het systeem kent kun je handelingen van mensen voorspellen. Mensen
hebben een beperkte handelingsvrijheid
Actorperspectief (natural system perspective)
Mensen zijn in principe handelingsvrij en door hun handelingen en interacties ontstaan
structuren en krijgen deze zin. kijken naar het handelen van individuen, minder
systeemgericht
Interactieperspectief:
Door interacties worden structuren geconstrueerd en gereconstrueerd. Zeker voor
individuen kunnen deze structuren handelingsvrijheid beperken -> combinatie van beide
perspectieven.
Branches in zorg en welzijn
Zorgorganisaties: indeling naar echelon
, Zorgvormen
Semimurale zorg: woonvorm wat heel dicht tegen zorginstelling aan zit.
Transmurale zorg: CVA patiënt
Structuur en structuren (Minztberg)
- Coördinatiemechanismen
- Ontwerp van individuele posities
- Groepering van eenheden
- Verbindingsmiddelen
- Sturing
- Besluitvorming
(Pgn. 296 & 300 voor overzicht)
Coördinatie-mechanismen
Taken verdelen heeft heel veel meerwaarde, hierdoor ontstaat coördinatie. Hoe zorg je dat alle taken
die onderverdeelt zijn, zorgen voor 1 afgesteld product?
Onderlinge aanpassing voorbeeld: Fiets bouwen, 1 maakt een frame, 1 maakt de wielen.
Door onderling overleg pas je de taken af. Past het wiel in het frame? (MDO)
Voordelen: Breedband communicatie, relatie groeit & spelen op elkaar in. Kost vaak veel tijd
Om tijd te reduceren wil je handeling standaardiseren.
Standaardisatie
- Van werkprocessen protocollen maken (stappen vastleggen)
- Van output product/output moet hetzelfde zijn, hoe je het ook doet.
- Van kennis en vaardigheden op een specifieke manier mensen opleiden (coördinatie
inbouwen)
- Van normen/waarden (Afstemmen in het buitenland is lastig door verschillende normen)
Direct toezicht (niet hetzelfde als management): iemand is verantwoordelijk gesteld voor
coördinatieproces, controleert en stelt bij. Niet de normale manier van sturen. (voordeel:
flexibel, nadeel: niet altijd kennis + klantencontact + medewerkers niet fijn)