Je kunt illustreren hoe digitalisering positieve en/of negatieve effecten
heeft op de maatschappij in het algemeen en het veiligheidsdomein in
het bijzonder.
Digitalisering betekent letterlijk, informatie omzetten in digitale vorm
Digitalisering dringt zo door tot ieder aspect van ons leven: technologie nestelt
zich in ons (bijvoorbeeld via hersenimplantaten), tussen ons (via sociale media
als Facebook), weet steeds meer over ons (via big data en technieken als
emotieherkenning), en weet zich steeds beter te gedragen als ons (robots en
software vertonen intelligent gedrag en kunnen emoties nabootsen).
De materiële wereld digitaliseert op allerlei manieren. Robots zien we niet meer
alleen in de fabriek, maar komen we ook daarbuiten tegen. Camera’s monitoren
snelwegen, straten en stations. Apparaten in ons huis (slimme tv, slimme
energiemeter) staan continu in verbinding met het internet en onze smartphone
dragen we dag en nacht bij ons.
Een belangrijke stap in de digitalisering van het productieproces is de intrede van
mechanische robotarmen eind jaren zeventig in de maakindustrie. De inzet van
ICT ging hand in hand met de globalisering van de economie. Het werd steeds
belangrijker om niet alleen het productieproces, maar ook de gehele keten te
optimaliseren.
Sinds de jaren 2000 is het productie- en dienstenproces met nieuwe digitale
middelen steeds nauwkeuriger te volgen. Er komt meer zicht op
consumentengedrag en de manier waarop producten buiten de poort van de
fabriek worden ingezet.
Aan het eind van de jaren negentig introduceren gemeenten en bedrijven
beveiligingscamera’s in openbare ruimtes en bedrijventerreinen. In Nederland
was Ede in 1997 de eerste gemeente die camera’s plaatste. In de jaren daarna
volgen camera’s ons wegennet, het openbaar vervoer en private ruimtes zoals
winkels en bedrijven. Tegelijk met camera’s doet ook andere digitale apparatuur
zijn intrede in de openbare ruimte, zoals navigatie-apparaten, de ov-chipkaart en
digitale stationspoortjes.
Onder de vlag van ‘de slimme stad’ digitaliseert onze leefomgeving de komende
jaren nog verder: via allerlei sensoren kunnen overheden, bedrijven en bewoners
gedetailleerd inzicht krijgen in processen in de stad. Telecombedrijven kunnen
bijvoorbeeld op basis van de connecties die telefoons maken met hun
zendmasten inzicht geven in hoe mensen zich door steden verplaatsen.
Ook ons huis ontkomt niet aan de digitalisering. Via het Internet of Things krijgen
allerlei huishoudelijke apparaten een internetadres. Ze worden ‘aan het net’
gehangen en krijgen sensoren, rekenkracht en communicatiemogelijkheden.
Uit deze paragraaf komen twee centrale technologieën naar voren die naar
verwachting een belangrijke rol zullen spelen bij het vormgeven van de digitale
samenleving de komende jaren: ontwikkelingen in de robotica en het Internet of
Things / slimme omgevingen.
In de afgelopen zes decennia digitaliseerde ook de biologische wereld. Gedrag,
emoties, lichaamsfuncties en het menselijk DNA waren steeds beter te vangen in
bits en bytes en door software te analyseren. Het genetisch materiaal van de
, mens is in de afgelopen jaren digitaal in kaart gebracht, en kan ook bewust
worden aangepast. Via smart wearables verzamelden gebruikers en bedrijven
biologische gegevens zoals hartslag, ademhalingsfrequentie,
lichaamstemperatuur en voedings- en slaappatronen.
Ook (delen) van ons brein digitaliseren. Zo helpt neuro-imaging-technologie in
het lab om cognitieve processen in kaart te brengen.
Emotieherkenningstechnologie leert onze emoties steeds beter herkennen. De
software voor dat doel is de laatste jaren zoveel vooruit gegaan dat computers
gemiddeld beter zijn dan mensen in het herkennen van een valse emotie.
Gezichts- en emotieherkenning zijn onderdeel van een reeks nieuwe
identificatiemogelijkheden op basis van het menselijk lichaam, naast bekende
methoden als de vingerafdruk en de irisscan.
Ook het ongemerkt personaliseren van zoekgedrag door zoekmachines als
Google is een voorbeeld van subtiele beïnvloeding.
Biometrie is een manier om mensen uniek te identificeren, met behulp van
verschillende identifiers van het menselijk lichaam: vingerafdruk, iris, stemgeluid,
gezicht, oorschelpen, hartritme of looppatroon. De toekomstverwachting is dat
door het combineren van deze verschillende modaliteiten, het identificeren van
mensen makkelijker wordt. De technologie kent ook andere toepassingen,
bijvoorbeeld als beveiliging.
Digitalisering dringt door in ons sociale en culturele leven: shoppen, muziek
luisteren, contact met vrienden, actie voeren, het vinden van dates doen we in
toenemende mate online.
Ook organisaties digitaliseren: steeds meer klantcontact verloopt geheel digitaal
en er ontstaan nieuwe, digitale disruptieve organisatiemodellen waarbij het
organiseren en toegang geven tot producten en diensten belangrijker is dan het
zelf maken of eigenaar zijn van die producten of diensten.
Via sociale media en onze smartphone versmelten het virtuele en fysieke leven.
Een volgende stap voor deze versmelting is het toepassen van virtual reality en
augmented reality.
De data zijn bijvoorbeeld afkomstig van camera’s, smartphones, tablets en
andere draagbare apparaten, of van browsers en sociale netwerken. Elke dag
uploaden gebruikers bijvoorbeeld meer dan tien miljoen nieuwe foto’s naar
Facebook. Andere databronnen zijn clouddiensten, en de toenemende toepassing
van sensoren in producten en machines, die non-stop in verbinding staan met het
internet.
Hoewel digitalisering al decennialang aan de gang is, is het recent steeds
makkelijker geworden om op steeds gedetailleerder niveau, real-time in te
interveniëren in de fysieke wereld. Daarmee lijken ze een nieuwe fase in de
ontwikkeling van de digitale samenleving in te luiden; een fase waarin een
cybernetische loop ontstaat tussen de fysieke en de digitale wereld (zie figuur
2.3). Dat betekent dat processen in de fysieke wereld worden gemeten, die
hieruit voortkomende data wordt geanalyseerd, en er vervolgens real-time op
gedetailleerd niveau wordt ingegrepen. Het effect van de interventie kan