Bestuur&Beleid, literatuur 40 The logic of appropriateness van March en Olsen. Dit hoofdstuk is beschikbaar via Blackboard. Zie: March, J. en J. Olsen (2008) “The logic of appropriateness”. In: Robert E. Goodin, Michael Moran, and Martin Rein. The Oxford Handbook of Public Policy. Oxford: Oxfor...
Artikel 1: Uitwerking van het “nieuwe institutionalisme”, James G. March en Johan P. Olsen
1, Een institutioneel perspectief
Institutie = Instituties zijn een verzameling van (informele en formele) structuren, regels en standaard
operationele procedures die deels een autonome rol spelen in het politieke leven en het gedrag van
actoren structureren.
- Er zijn constitutieve regels en praktijken die geschikt gedrag voorschrijven voor specifieke actoren in
specifieke situaties.
- Er zijn betekenisstructuren, ingebed in identiteiten en bezittingen: gemeenschappelijke doelen en
beschrijvingen die richting en betekenis geven aan gedrag, en legitieme gedragscodes verklaren,
rechtvaardigen en legitimeren.
- Er zijn structuren van bronnen die acteermogelijkheden creëren.
Instituties versterken en beperken actoren op verschillende manieren en maken ze min of meer in staat
om te handelen volgens voorschriften van geschiktheid.
Instituties worden ook versterkt door derden bij het handhaven van regels en het bestraffen van niet-
naleving.
Institutionele perspectief (instituties) tegenover alternatieve perspectieven:
Alternatief 1: Rationele actoren (politieke perspectief) – politiek georganiseerd door uitwisseling van
berekende en zelf-geïnteresseerde actoren.
Alternatief 2: Culturele gemeenschappen (literatuur van Stone) – politiek georganiseerd door
gedeelde waarden en wereldbeelden in een samenleving met een gemeenschappelijke cultuur en
visie.
Deze perspectieven zijn niet exclusief, en de meeste politieke systemen kunnen worden beschouwd als
een mix van deze drie.
Binnen het institutioneel perspectief is een kernaanname dat instituties elementen creëren van orde en
voorspelbaarheid. Ze vormen, activeren en beperken politieke actoren terwijl ze handelen binnen een
logica van gepaste actie. Instituties representeren sociale verbanden, ze verbinden de burgers ondanks de
vele verschillen. Daarnaast hebben ze invloed op verandering en creëren ze historische inefficiëntie.
Een maatschappij bestaat dankzij een verzameling instituties die min of meer in een samenhangend
systeem passen.
Verschillende samenlevingen hebben verschillende verzamelingen van instituties.
2. Theoretiseren van politieke instelling
Instituties geven orde aan sociale regels, verminderen flexibiliteit en variabiliteit in gedrag en beperken de
mogelijkheden van eigenbelang.
Regels worden gevolgd omdat ze als natuurlijk, rechtmatig, verwacht en legitiem worden beschouwd.
Gevolg van instituties: Bestuur, Beleid en Organisaties lijken op elkaar = Isomorfisme
- Coercive isomorfisme – Iedereen dient zich zo te gedragen: overheidsmandaat, correctief
maatschappelijke druk (Ziekenhuis is wit)
- Mimetic isomorfisme – Door imitatie lijken bedrijven op elkaar, onzekerheid bevorderd imitatie
(Macdonalds en de Burgerking)
- Normative isomorfisme – Professionalisering, bijvoorbeeld door middel van het onderwijssysteem
(Foto van advocaten)
Om legitimiteit te krijgen of behouden
March en Olsen: omdat instellingen worden verdedigd door insiders en gevalideerd door outsiders, en
omdat hun geschiedenis is gecodeerd in regels en routines, kunnen hun interne structuren en regels niet
willekeurig worden gewijzigd. Verandering aanbrengen heeft meer kans met lokale aanpassingen
- Padafhankelijkheid
- Punctuated equilibrium
1
, - Nieuwe interpretaties
3, Institutionele effecten op politieke actoren en uitkomsten
De basisbouwstenen van instituties zijn regels, en regels zijn verbonden en worden gehandhaafd door
identiteiten, door gevoel van lidmaatschap in een groep en erkenning van rollen.
Er kunnen concurrerende regels zijn en concurrerende interpretaties van regels in situaties. De legitimiteit
van democratische instellingen zijn dan deels gebaseerd op de verwachting dat ze voor een open einde
zullen zorgen zonder deterministische resultaten.
Omdat politieke actoren soms afwijken van de voorgeschreven regels wordt er onderscheid gemaakt
tussen de institutionele regel en de realisatie van gedrag. Hoe de twee precies samen werken roept vragen
op, want wanneer wordt de institutie gevolgd en wanneer wordt er toch ander gedrag vertoont.
Met wie men zich identificeert wordt beïnvloed door factoren zoals hoe activiteiten zijn onderverdeeld in
een organisatie, welke positie individuen hebben en welke verantwoordelijkheden hierbij horen.
Sterke identificatie met een specifieke organisatie of institutie of rol kan de samenhang van het grotere
systeem bedreigen.
Legitimiteit hangt af van het aantonen dat acties passende doelen bereiken, en ook dat actoren zich
gedragen volgens legitieme procedures die inherent zijn van een cultuur.
4. Institutionele orde en verandering
Regels, routines, normen en identiteiten zijn beide instrumenten van stabiliteit en veranderingen.
Verandering is een constant kenmerk van instituties en bestaande regelingen beïnvloeden hoe
instituties ontstaan en hoe ze worden gereproduceerd en gewijzigd. Vaak veranderen instituties door
historische ervaringen.
Historische efficiëntie = het idee dat instituties in zekere zin “beter” worden aangepast aan hun
omgeving.
De veranderingsprocessen die in de literatuur overwogen zijn, zijn voornamelijk processen van:
- Single-actor design (waarin afzonderlijke individuele actoren of collectivisten die handelen als
afzonderlijke actoren ontwerpen specificeren in een poging om een redelijk goed gespecificeerde
doelstelling te bereiken.)
- Conflictontwerp (waarbij meerdere actoren conflicterende doelstellingen nastreven en creëren
ontwerpen die de uitkomsten van politieke handel en macht weergeven.)
- Leren (waarin actoren ontwerpen aanpassen als gevolg van feedback uit ervaring of door leren van
anderen.)
- Competitieve selectie (waarin onveranderlijke regels en de andere elementen van instellingen
concurreren om te overleven, zodat de mix van regels in de loop van de tijd verandert.)
Constituties beperken de legitimiteit van design. De behoefte aan grote ingrepen kan bescheiden zijn
omdat routineprocessen van leren en aanpassing redelijk goed werken en het vermogen kan worden
beperkt door onvoldoende causaal begrip, autoriteit en macht.
Exploitatie = het gebruik van bestaande kennis, regels en routines die worden gezien als coderend voor
de lessen van de geschiedenis.
Verkenning = kennis, regels en routines die mogelijk bekend worden.
Regels en routines zijn de dragers van verzamelde kennis en weerspiegelen over het algemeen een
bredere en een langere ervaring dan de ervaring van individuele actoren.
Instituties worden nooit aanvaard door de hele samenleving. Er zijn ook concurrerende instituties en
groepseigendommen.
Artikel 2: De logica van geschiktheid
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annemieket. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.