100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting AFP 1, periode 1. Fontys Eindhoven €4,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting AFP 1, periode 1. Fontys Eindhoven

 0 keer verkocht

AFP 1, periode 1. Gegeven aan Fontys Hogeschool te Eindhoven. Powerpoint zijn erin verwerkt.

Voorbeeld 3 van de 26  pagina's

  • Onbekend
  • 30 oktober 2019
  • 26
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (20)
avatar-seller
sophie-1994
Leerdoelen AFP:

Les 1 – Kennis maken met klinisch redeneren

1. kunnen verwoorden welke vaardigheden er nodig zijn voor verantwoorde klinische redenatie
- Redeneerhulp: de SBAR ≠ Situation, Background, Assessment en Recommendation
o Hiermee kun je elke stap gestructureerd en op een eenduidige manier uitvoeren. Het geeft je
houvast bij het redeneren en het zorgt voor duidelijke communicatie met je collega’s, omdat je
dezelfde methode en begrippen gebruikt
A. Oriëntatie op de situatie/klinisch beeld
o Onder woorden brengen wat de actuele gezondheidssituatie van de patiënt is
o Beschrijven hoe de ziekte of aandoening zich bij patiënt openbaart ≠ klinisch beeld
 Observeren
 Gebruik van je zintuigen
 Metingen
 Bloeddruk
 Ademfrequentie
 Saturatie
B. Klinische probleemstelling
o Achterhalen wat er mis is
o Alle orgaansystemen hebben klinische aandachtspunten
 Door deze nauwkeurig te onderzoeken en te checken op disfunctie verkrijg je een
goed inzicht in de problematiek van de ziekte en situatie en in de verbanden met
andere orgaansystemen
o d.m.v. symptomen & kijken naar de effecten
C. Aanvullend klinisch onderzoek
o Nodig om de ziekte of gevolgen van de aandoening te tonen
o Bepalen welk verder onderzoek er nodig is om verdere informatie te verkrijgen
o Kennis van veelvoorkomende labwaarden is een vereiste
D. Klinisch beleid
o Beredeneren welke zorg nodig is, welke interventies uitgevoerd moeten worden om de patiënt
in stand of in goede conditie te houden
o Meedenken met de artsen
o Anticiperen en assertief zijn
E. Klinisch verloop
o Altijd kans op complicaties, ongewenste effecten of zelfs fouten
o Alle zaken bestuderen
o Kunnen beredeneren hoe het klinisch verloop:
 Op de lange termijn zal zijn
 Wat de prognose is
 Welke complicaties kunnen optreden
 Risico’s van de behandeling
F. Nabeschouwing
o Afstand nemen van de casus
o Kijken naar de kwaliteit van de zorgverlening
 Let daarbij op:
 Patiëntveiligheid
 Kwaliteit van de beroepsuitoefening
 Eventuele ethische dilemma’s
 Eigen competenties

2. kan laten zien welke leermiddelen mogelijk gebruikt kunnen worden binnen de lessen AFP
o Internet Medische boeken Vakbladen

3. weet de relatie te benoemen tussen klinisch redeneren en methodisch handelen
o Methodisch handelen ≠ het handelen volgens een vaste, weldoordachte manier om daarbij op
een zo effectief en efficiënt mogelijke wijze het doel te bereiken dat men voor ogen heeft of dat
nagestreefd moet worden
o Klinisch redeneren ≠ het denkproces, het interpreteren en clusteren van informatie

o Samen vormen ze een duidelijke en effectieve manier om de juiste zorg voor een patiënt te
kunnen bereiken




1

, 4. Is zich bewust van de relatie tussen de kennis van biomedisch domein en het klinische
besluitvormingsproces
o Biomedisch domein
 Hoe het lichaam in elkaar zit, ontstaan van ziektes, verschijnselen
o Klinische besluitvormingsproces
 Hoe je tot een diagnose komt en tot een behandeling

Les 2 – Basis parameters

1. Er is kennis van de medische terminologie en er wordt gebruik van gemaakt

2. Kunnen selecteren van relevante observatieparameters aan de hand van de aangeboden casus
o Carpenito – verpleegkundige diagnose
 Actuele diagnose = volledige PESS
 Mogelijke diagnose = je denkt/vermoedt een diagnose, maar je hebt nog niet alle
informatie om tot een daadwerkelijke diagnose te kunnen komen  kan komen tot een
actuele diagnose
 Dreigende/risico diagnose = maar gedeeltelijke PESS  preventie

3. Kan de observatieparameters aan orgaanfuncties relateren

4. Het onderkennen van het gebruik van redeneerhulpmiddelen

Parameter Normaalwaarde
Reactiepatroon AVPU/EMV Alert (AVPU)
Glasgow-schaal
Oriëntatievermogen Weet zichzelf in de ruimte te bevinden en dit te benoemen
Tijd, plaats en persoon kunnen vaststellen
Pupil reactie Reageert op lichtbronnen
Reageren op elkaar; anders lichtstijve pupil
Pijnscore Dient afwezig te zijn
Subjectief - rapportcijfer 0-10
Ademfrequentie 12 – 16 x
Ademhalingspatroon Regelmatig
Ademgeruis Niet hoorbaar
Saturatie: SpO2 > 95%
Kleur Rozig
Bleek: shock, bloeding, bloedarmoede, etc
Rood: inspanning, koolmonoxide vergiftiging
Blauw: zuurstoftekort (cyanose)
Geel: hepatitis
NIBP (niet invasieve bloeddruk); MAP MAP:
2x diastole + 1x systole /3
2x onder + 1x bovendruk/3 = de gemiddelde bloeddruk (vb.: 93
bij 120 over 80)
Hartfrequentie; pulsaties 60 – 80 p.m.
Hartritme Regelmatig
Halsvenen / CVD = centrale veneuze druk Gestuwde halsvene
6 cm waterdruk?
Capillair refilltime < 2 seconden
Diurese Hoeveel je plast p.u./p.d.
Nicturie Hoe vaak je moet plassen
Huidturgor < 1 seconde
Slijmvliezencontrole Tong uitsteken: kleur, vochtigheid
Acute gewichtsverandering Weegschaal en noteren
Kerntemperatuur 370 - 374
385 = verhoging
Peristaltiek / defecatiepatroon Geen geluiden
Bloeddruk 120 over 80 (boven/onder)

Gem. bloeddruk = betere maat voor de bloedvoorziening van de organen
Vul tijd is 2x zo lang als de stuwtijd




2

, AVPU
- reageert Alert en is bewust van de omgeving
- reageert op Verbale prikkels
- reageert op alleen Pijnprikkels
- patiënt is Unresponsive, reageert in het
geheel niet op prikkels van buitenaf



SMART
Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch en
Tijdgebonden

RUMBA +tijd
Relevant Understandeble Measurable Behavior Attainable (haalbaar)

Les 3 – Cel- en weefselleer

1. Herkent de principes osmose, diffusie, filtratie en actief transport en weet waar deze in het lichaam
worden toegepast
o Osmose = transport van een vloeistof door een halfdoorlaatbaar vlies
= de verplaatsing van water door een halfdoorlaatbare membraan naar een
oplossing met een hogere concentratie opgeloste deeltjes
 (lichaams)cellen - capillairen

o Diffusie = vermenging van opgeloste stoffen met opgeloste stoffen, gassen met
gassen of vloeistof met vloeistof
= passief moleculair transport vanuit een gebied met een hogere concentratie
naar een gebied met een lagere concentratie
 (lichaams)cellen

o Filtratie = verplaatsing van een vloeistof door een membraan waarbij sommige
opgeloste deeltjes door hun omvang niet door de poriën van het membraan
heen kunnen
= passief proces waarbij water als gevolg van hydrostatische druk door een
membraan wordt geperst
 (lichaams)cellen

o Actief transport = de cel kan specifieke stoffen opnemen of afgeven ongeacht de concentratie
binnen of buiten de cel
= de actieve opname of afgifte van opgeloste stoffen door een celmembraan
heen; voor dit transport is ATP nodig

energierijke verbinding die bestaat uit adenosine waaraan 3 fosfaatgroepen zijn verbonden
 (lichaams)cellen

2. Interpreteert de begrippen intracellulair en intercellulair
o Intracellulair ≠ tussen de cellen in Intercellulair ≠ binnenin de cellen

3. Beschrijft het transport van voedingsstoffen en afvalstoffen
o Transport van voedingsstoffen en water
 komen lichaam binnen via het darmkanaal en die geeft ze af aan bloedplasma  die
verdeeld ze met behulp van het hart en de slagaders over het lichaam  aangekomen
gaan ze door de wand van de bloedvaatjes de haarvaten in en gaan ze naar de cellen
o Transport van afvalstoffen
 afvalstoffen komen weer in bloedplasma in de haarvaten en van daaruit in de aders

4. Legt uit wat de functie is van colloïd osmotische druk en kristalloïd osmotische druk
o Colloïd osmotische ≠ transport van water over het membraan van de capillairen
Druk wordt bepaald door het verschil in eiwitconcentratie binnen
en buiten de bloedbaan

≠ is het drukverschil dat tussen twee eiwitoplossingen (binnen- en
buiten het bloedvat = capillair) van verschillende concentraties
ontstaat ten gevolge van osmose. De vaatwand is wel doorlaatbaar
voor water maar niet voor grote moleculen zoals eiwitten


3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophie-1994. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 65507 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd