100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Kern AC 1, periode 1. Fontys Eindhoven €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Kern AC 1, periode 1. Fontys Eindhoven

 0 keer verkocht

Kern AC 1, periode 1. Gegeven aan Fontys Hogeschool te Eindhoven.

Voorbeeld 4 van de 34  pagina's

  • 30 oktober 2019
  • 34
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (20)
avatar-seller
sophie-1994
Les 1A – Kennismaken met gezondheid

Leerdoelen
De student:
1. beschrijft de eigen veronderstellingen, waarden en opvattingen ten aanzien van gezondheid
en zorgverlening
- Gezondheid: hoe gezond je leeft en welke leefstijlen er toegepast worden
- Zorgverlening: verlenen van zorg op welke manier dan ook

2. geeft in eigen woorden weer wat er verstaan wordt onder de begrippen holistische zorg,
zelfmanagement en zelfredzaamheid
- Holistische zorg ≠ zorg die gericht is op de mens in zijn totaliteit
≠ biologische, psychologische en sociale componenten horen bij
elkaar, zijn niet afzonderlijk van elkaar te zien. De verpleging laat zich
dan ook niet alleen leiden door de protocollen maar meer van de
belevenis van de patiënt

- Zelfmanagement ≠ het eigen vermogen om goed voor zichzelf te zorgen en om te
gaan met symptomen, behandeling, lichamelijke en sociale
consequenties van de chronische aandoening en de daarbij
behorende aanpassingen in leefstijl

- Zelfredzaamheid ≠ de mate waarin basishandelingen zelfstandig kunnen
worden uitgevoerd met zo min mogelijk professionele hulp
o Grote zelfredzaamheid: eigen regie over gezondheid en ziekte
o Kleine zelfredzaamheid: kunnen uitvoeren van simpele praktische handelingen
om zelfstandig te kunnen functioneren

3. legt in eigen woorden de begrippen levensfasen van de mens en de zes pijlers van positieve
gezondheid uit en legt hier een relatie tussen
- Levensfasen van de mens – Erik H. Erikson

Vertrouwen (0-1,5 jaar): in de prille kinderjaren ontstaat de hechting met onze moeder. Als die goed
verloopt, durven we later in ons leven anderen te vertrouwen.

Autonomie (1,5-3 jaar): in deze fase leren we onszelf beheersen en zelf dingen voor elkaar te krijgen.
Wanneer onze ouders ons te veel beschermen en we te weinig zelf mogen doen, of als we belachelijk
worden gemaakt wanneer ons iets niet lukt, krijgen we later in ons leven de neiging snel aan onszelf te
gaan twijfelen, en durven we minder autonoom te opereren.

Initiatief (3-6 jaar): in deze fase leren we zelf initiatief nemen, een doel stellen en daar naartoe
werken. Als onze ouders ons hier niet in aanmoedigen of ons ontmoedigen, zullen we later in ons
leven moeite blijven houden met initiatief nemen.

Competentie (6 jaar-puberteit): in deze periode leren we allerlei vaardigheden die we nodig hebben
om succesvol te kunnen zijn in de maatschappij: niet alleen basale zaken als lezen en schrijven, maar
ook verantwoordelijkheid nemen en met anderen opschieten.

Identiteit (adolescentie): bij de overgang van kind naar volwassene gaan we door een identiteitscrisis:
wie ben ik, wat wil ik? Als we geen duidelijk antwoord vinden op deze vragen, zullen we steeds op
zoek blijven naar welke rol we nu eigenlijk hebben in het leven.

Intimiteit (jongvolwassen): in deze fase gaan we betrokkenheid voelen bij ons werk en ontwikkelen we
duurzame, intieme relaties. Als we daar niet in slagen, kampen we met gevoelens van afzondering en
eenzaamheid.

Productiviteit (middelbare leeftijd): dit is onze meest productieve periode: we brengen kinderen groot,
maken carrière en helpen anderen. Het is de fase waarin we onze levensdoelen waarmaken. Slagen
we hier niet in, dan raken we in onszelf gekeerd en stagneren we in onze ontwikkeling.

,Tevredenheid (ouderdom): we hebben het gevoel dat ons leven betekenis heeft gehad, kijken er met
tevredenheid op terug en accepteren de naderende dood. Kijken we echter met spijt terug en blijven
we treuren om mislukkingen en gemiste kansen, dan zullen we de dood niet kunnen accepteren.

- Leeftijd met groei en inkrimping van het web
- Positieve gezondheid ≠ het vermogen om met fysieke, emotionele en sociale
levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk de eigen regie te voeren

- Zes Pijlers
o Lichaamsfuncties
o Mentaal welbevinden
o Zingeving
o Kwaliteit van leven
o Sociaal maatschappelijk participeren
o Dagelijks functioneren

,Les 1C – Evident.. of niet?

Leerdoelen:
De student
1. legt in eigen woorden de achtergrond en noodzaak van EBP uit
- een methode om ‘evidence’ uit betrouwbare bronnen te integreren in de verpleegkundige
praktijkvoering
- nauwgezet, expliciet en oordeelkundig gebruik vanuit theorie-afgeleide, op onderzoek
gebaseerde informatie, in te nemen van besluiten over zorgverlening aan individuen of
groepen patiënten, waarbij individuele behoeften en voorkeuren in overweging worden
genomen
- EBP is noodzakelijk omdat met de informatie, - het bewijs, - uit onderzoeken een efficiënte
en juiste zorgmanier kan worden bepaald voor de patiënten

Evidence Based Practice (EBP)
De combinatie van de aloude en vertrouwde klinische vaardigheden, aangevuld met, en zo nodig
gecorrigeerd door, de resultaten van het best beschikbare onderzoek en de voorkeuren van de patiënt
5 stappen van EBP
- Klinisch probleem vertalen in een beantwoordbare vraag (PICO)
- Efficiënt zoeken naar beste bewijsmateriaal
- Beoordelen op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid
- Beslissing nemen op grond van beschikbare evidence
- Regelmatig evalueren van de kwaliteit van dit proces

2. legt relaties tussen leefstijlfactoren/risicofactoren en gezondheid.
- Leefstijlfactoren en gezondheid:
o Mensen die een leefstijl eropna houden waarbij zij goed voor zichzelf zorgen
d.m.v. juiste voeding, beweging, sociale contacten, juist gebruik van medicijnen
etc. beschikken over een grotere kans op een goede gezondheid dan mensen die
er een leefstijl op nahouden waarbij zij roken, overmatig tot veel/vaak drinken,
slechter voedsel consumeren omdat zij aan allerlei mogelijke ziektes worden
blootgesteld. Denk hierbij aan kanker, leversirroce, obesitas, diabetes etc.
- Risicofactoren en gezondheid:
o Risicofactoren zijn bijvoorbeeld gevaarlijk werk, onzorgvuldig omgaan met de
omgeving en apparatuur waaruit risico’s kunnen voortvloeien. Deze risico’s
vormen een “bedreiging” voor de gezondheid
o erfelijke aandoeningen van ziektes
o factoren die een relatie hebben met het zich ontwikkelen van een ziekte

Leefstijlfactoren: slaap, eetgewoontes, beweging, roken/alcohol consumptie. kinderen
Risicofactoren: genetische aanleg, roken, alcohol consumptie, beweging, eetgewoontes

3. legt in eigen woorden uit hoe een verpleegkundige een professionele relatie aangaat met een
zorgvrager
- netjes opstellen, professionele houding, niet tutoyeren, luisterend oor bieden, zorgvuldig
omgaan met de zorgvrager en diens symptomen/klachten/reden van de benodigde zorg

Dit zijn de regels in de beroepscode: blz. 9
2.1 Als verpleegkundige ga ik ervanuit dat iedere zorgvrager recht heeft op zorg.
2.2 Als verpleegkundige streef ik naar een goede zorgrelatie met de zorgvrager (en/of zijn
vertegenwoordiger
2.3 Als verpleegkundige stel ik in de zorgverlening de zorgvrager centraal.
2.5 Als verpleegkundige heb ik het recht om op grond van gewetensbezwaren te weigeren om mee te
werken aan bepaalde (be)handelingen.
2.6 Als verpleegkundige stem ik binnen mijn professionele mogelijkheden mijn zorgverlening af op de
zorgbehoeften, waarden en normen, culturele en levensbeschouwelijke opvattingen van de
zorgvrager.
2.7 Als verpleegkundige werk ik samen met de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger)
2.8 Als verpleegkundige werk ik samen met de naasten/mantelzorgers van de zorgvrager

, 2.9 Als verpleegkundige zorg ik ervoor dat de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) de informatie
krijgt, die hij nodig heeft.
2.10 Als verpleegkundige vraag ik de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) om toestemming
voordat ik de zorg verleen.
2.11 Als verpleegkundige leg ik de gegevens van de zorgvrager vast in het verpleegkundig of
zorgdossier of in het elektronisch dossier.
2.12 Als verpleegkundige ga ik zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie over de zorgvrager (het
beroepsgeheim).
2.13 Als verpleegkundige respecteer en bescherm ik de privacy van de zorgvrager.


Les 2A – Leefstijlfactoren en zwangerschap

Leerdoelen
De student:
1. Geeft vijf voorbeelden van leefstijl- en risicofactoren die invloed kunnen hebben op de
gezondheid van het ongeboren kind en de moeder
- Risicofactoren
o Drugs: cocaïne kan vroeggeboorte, voortijdig loslaten placenta
en aangeboren afwijkingen veroorzaken
o Roken: groei belemmering, kans op miskraam/vroeggeboorte
o Alcohol: abnormale verandering ontwikkeling
o Sauna: te hoge temperatuur vergroot kans op miskramen
o Stress, röntgen, kattenbak verschonen

- Risicofactoren voor een zwangere vrouw kunnen zijn bijvoorbeeld:
Bloedarmoede, bekken instabiliteit en een hoge bloeddruk. Zwangere vrouwen kunnen hier na de
bevalling nog lang last van hebben.
Rauw vlees of niet gaar genoeg vlees kan nare gevolgen hebben op het ongeboren kind, in het begin
van de zwangerschap kan het zorgen voor ernstige afwijkingen of zelfs tot vruchtdood en een
miskraam. Dit komt omdat het rauwe vlees een parasiet kan bevatten.
Als je zwanger bent is het ook niet slim om op zonvakantie te gaan en is de zon te gaan liggen.

2. Schetst de eisen die in het algemeen aan gezonde voeding gesteld worden
- Gezond, gevarieerd, gebalanceerd, Schijf van vijf
- Voldoende water, niet te veel zouten, vetten en koolhydraten

3. Legt een verband tussen enerzijds zijn eigen eetgewoonten en leefstijl en anderzijds
gezondheid

4. Kan de embryonale groei uitleggen
Embryonaalknop: 3 lagen met cellen (kiembladen)
- Endoderm = binnenste
- Mesoderm = midden
- Ectoderm = buitenste

17 dagen n.bevr.: - eerste gespecialiseerde cellen vormen zich; in de vorm van jonge
bloedcellen
24 dagen nbevr.: - uit zeer fijne bloedvaten is het begin van hart gevormd  begint
al snel te kloppen
- ontwikkeling zenuwstelsel en spijsvertering begint
Maand n.bevr.: - ledematen beginnen te ontstaan
2e maand n.bevr.: - ontwikkeling hersenen, hals, spieren, enkele beenderen,
vingers, tenen, huid en geslachtsorganen
3e maand n.bevr.: - embryo heeft kenmerken menselijk wezen
- aanleg tanden, vormgeving oren, tenen + vingers krijgen nagels
- lever, maag en nieren beginnen te werken
- mond, kaken, neus, keel en stembanden beginnen vorm aan te
nemen
4e maand n.bevr.: - embryo  foetus

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophie-1994. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 65507 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd