CENTRALE VRAAG: AANGENOMEN DAT SANDRA’S VLIEGANGST EEN
AANGELEERDE REACTIE IS, ZOU ZE DAAR DOOR TE LEREN VAN AF KUNNEN
KOMEN? ZO JA, HOE?
Behavioristische leertherapie concentreert zich op het hier en nu, en niet op het verleden.
Welke gedragingen komen waarschijnlijk voor bij mensen die vliegangst hebben?
Welke gedragingen zou Sandra kunnen aanleren die het angstige gedrag kunnen
vervangen?
Hoe zouden deze nieuwe gedragingen kunnen worden aangeleerd?
Leren: een proces waardoor ervaringen een blijvende verandering veroorzaken in het
gedrag of in de mentale processen. Je spreekt pas van leren als het tot een blijvende
verandering in gedrag leidt. Leren kan ook leiden tot een blijvende verandering in mentale
processen.
Zonder leren zouden we volledig afhankelijk zijn van onze reflexen en van de aangeboren
gedragingen die meestal instincten worden genoemd. Instinctief gedrag wordt sterk door
genetische programmering beïnvloed. In het algemeen wordt menselijk gedrag veel sterker
door leren beïnvloed en in veel mindere mate door instincten dan het gedrag van andere
dieren. Leren geeft ons de flexibiliteit om ons snel aan veranderende situaties en nieuwe
omgevingen aan te passen.
Habituatie: leren niet te reageren op de herhaalde aanbieding van een stimulus. Hierdoor
bespaar je energie en kun je beter reageren op belangrijke stimuli.
Mere exposure-effect: aangeleerde voorkeur voor stimuli waaraan we al eerder zijn
blootgesteld.
Twee belangrijke vormen van stimulus-respons-leren (vormen van leren die we kunnen
beschrijven in termen van stimuli en responsen, zoals klassieke en operante conditionering):
klassieke conditionering en operante conditionering.
KERNVRAAG 4.1: HOE VERKLAART KLASSIEKE CONDITIONERING LEREN?
Kernconcept 4.1: klassieke conditionering is een elementaire vorm van leren waarbij
een stimulus die een aangeboren reflex oproept, wordt geassocieerd met een
voorheen neutrale stimulus, die daarop het vermogen verwerft om dezelfde respons
op te roepen.
Klassieke conditionering: een vorm van stimulus-respons-leren waarbij een in eerste
instantie neutrale stimulus het vermogen verwerft om dezelfde aangeboren reflex op te
roepen als een andere stimulus die deze reflex oorspronkelijk oproept.
Ontdekt door Pavlov.
Neutrale stimulus (NS): een stimulus die voorafgaand aan de verwervingsfase geen
geconditioneerde respons oproept. Als een NS gekoppeld wordt aan een reflex oproepende
stimulus, zal deze neutrale stimulus na verloop van tijd een aangeleerde respons oproepen
die gelijk is aan de oorspronkelijke reflex.
Klassieke conditionering begint altijd met een ongeconditioneerde stimulus (UCS): een
stimulus die zonder conditionering een reflexieve respons oproept (bij Pavlov het voedsel).
Ongeconditioneerde respons (UCR): de respons die voorafgaande aan de
verwervingsfase wordt opgeroepen door een ongeconditioneerde stimulus. De verbinding
tussen UCS en UCR bestaat zonder te leren!
Tijdens de verwervingsfase (het eerste leerstadium in de klassieke conditionering, waarin
de geconditioneerde stimulus steeds vaker de geconditioneerde respons oproept) wordt een
, neutrale stimulus herhaaldelijk samen met de UCS aangeboden. Dit samen aanbieden heet
contiguïteit. Na een aantal pogingen zal de NS dezelfde respons oproepen als het UCS. Als
dit zo is, zeggen we dat de NS is veranderd in een geconditioneerde stimulus (CS). Het
UCR is nu de geconditioneerde respons (CR) geworden.
Timing is essentieel in conditionering; de CS en UCS moeten snel na elkaar worden
aangeboden, zodat het organisme het gewenste verband kan leggen. De UCS, UCR, NS
(wordt CS), CR en de tijdsperiode tussen stimulus en respons zijn de bouwstenen van
klassieke conditionering.
- Extinctie en spontaan herstel: geconditioneerde responsen kunnen weer
verdwijnen door een aantal keer alleen de CS aan te bieden en het UCS achterwege
te laten: extinctie. Dit is belangrijk bij behavioristische therapie tegen angsten en
fobieën. Het betekent echter niet dat de respons voorgoed verdwenen is. De respons
wordt (tijdelijk) onderdrukt. Het lijkt erop dat het organisme tijdens het proces van
extinctie een concurrerende respons leert die ‘zegt’ niet te reageren op de CS.
Spontaan herstel: het terugkeren van een uitgedoofde geconditioneerde respons na
een rustperiode. Dit vindt plaats wanneer de CR, na extinctie en een daaropvolgende
periode zonder blootstelling aan de CS, zich opnieuw voordoet als reactie op de CS.
- Stimulusgeneralisatie: de uitbreiding van een aangeleerde respons naar stimuli die
lijken op de geconditioneerde stimulus.
- Stimulusdiscriminatie: het leren van een nieuwe respons op een specifieke
stimulus, maar niet op andere daarop gelijkende stimuli (ook wel: selectief leren). Is
het tegenovergestelde van generalisatie.
Conditionering van hogere orde: responsen die met klassieke conditionering zijn geleerd,
kunnen een soort domino-effect opleveren, waarin het een tot het ander leidt, zodat een al
geconditioneerde stimulus kan worden toegevoegd aan en nieuwe stimulus. Vb: blikopener
voor kattenvoer ligt in lade met piepende scharnier. Kattenvoer is de oorspronkelijke UCS
waarop je kat komt aanlopen en de blikopener de NS. De blikopener is CS geworden. Het
piepende scharnier is de nieuwe NS, die – gekoppeld aan de blikopener – een nieuwe CS
wordt.
Klassieke conditionering biedt een eenvoudige verklaring voor vele soorten gedrag, maar
ook handvatten voor het elimineren van ongewenst gedrag. In het algemeen handhaven
mensen een aangeleerde alertheid om te reageren op emotionele signalen waarmee we
eerder zijn geconfronteerd. Een klassieke geconditioneerde angstrespons is dan ook vaak
de basis van posttraumatische stressstoornis (PTSS).
Therapie van contraconditionering: een therapeutische strategie die bestaat uit een
combinatie van extinctie van de geconditioneerde angstrespons en conditionering van een
ontspanningsrespons. Hierdoor leren mensen op een ontspannen wijze te reageren op de
CS. Het is een soort versnelde extinctie doordat aan de CS een nieuwe UCS wordt
gekoppeld die een UCR uitlokt die onverenigbaar is met de oorspronkelijke UCR.
Voedselaversies vormen een uitzondering, want de meeste vormen van klassieke
conditionering werken alleen als de tijd tussen NS en UCS kort is, maar bij voedselaversie
kan hier wel uren tussen zitten. Het cruciale kenmerk van de geconditioneerde stimulus is de
informatieve waarde. De meest effectieve CS is een prikkel die aan de UCS voorafgaat.
Bij geconditioneerde aversies speelt zowel nature als nurture een rol.
Veel van de algemeen voorkomende angsten en fobieën komen voort uit een genetische
preparedness, die in de loop van de evolutie is ontstaan.
Reclamecampagnes maken gebruik van Pavlovs principes om ons zo te conditioneren dat
we positieve gevoelens associëren met hun producten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dominiquedahmen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.