Leerdoelen Verbintenissenrecht
Doelstellingen:
Uitleggen wat de bronnen van verbintenissen zijn, wie verbintenissen kunnen aangaan en wat er wordt bedoeld met de
begrippen rechtshandeling, feitelijke handeling en rechtsfeit;
- In casuïstiek beargumenteren of er een (vernietigbare) overeenkomst tot stand is gekomen;
- in casuïstiek beargumenteren welke juridische mogelijkheden er zijn met betrekking tot een tekortkoming in de nakoming
van een overeenkomst;
- in casuïstiek beargumenteren of er sprake is van aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, dan wel of er sprake is van
kwalitatieve aansprakelijkheid voor kinderen;
- een verbintenisrechtelijke casus op methodische wijze (aan de hand van het stappenplan) en/of via een juridische
argumentatie (beredeneerd antwoord) oplossen;
Leerdoelen week 1; De student kan:
Aangeven wat de begrippen rechtshandeling, feitelijke handeling, bloot rechtsfeit en verbintenis inhouden:
Rechtsfeiten: Gebeurtenissen waaraan het recht gevolgen (rechtsgevolgen) verbindt.
Rechtshandeling: Een rechtshandeling is een bewuste menselijke handeling. Iemand die een rechtshandeling
verricht, wil dus dat er een rechtsgevolg tot stand komt. Rechtshandelingen kunnen eenzijdig, meerzijdig,
gericht of ongericht zijn. Rechtshandelingen zijn handelingen die op rechtsgevolg zijn gericht. Zie art. 3:33 BW
(Wil en Verklaring), met andere woorden, een rechtshandeling is een verklaring van iemand die zegt wat hij
wil.
Feitelijke handeling: Een feitelijke handeling is dus een rechtsfeit, omdat er een rechtsgevolg aan verbonden
is. Er is echter, in tegenstelling tot bij een rechtshandeling, geen op rechtsgevolg gerichte wil voor nodig.
Feitelijke handelingen zijn handelingen die niet op een rechtsgevolg zijn gericht, maar waar het recht wel
rechten en plichten aan verbindt. Het maakt bij feitelijke handelingen niet uit of je nou wel of niet wil. Zie art.
6:162 BW (de onrechtmatige daad).
VOORBEELD: Jan is op bezoek en gooit per ongeluk een dure vaas omver. Het gevolg is dat Jan op basis van de
wet schade moet betalen. Jan heeft dit helemaal niet gewild, maar de wet zegt wel dat Jan schade moet
betalen voor het geen wat hij kapot heeft gemaakt.
Bloot rechtsfeit: Blote rechtsfeiten zijn rechtsgevolgen die gebeuren door het leven. (Blote rechtsfeiten zijn
dus feiten waaraan het recht wel rechtsgevolgen aan verbindt, maar waarbij er geen sprake is van menselijk
handelen). In al deze gevallen (geboorte, bereiken van een bepaalde leeftijd, overlijden) is er geen sprake van
een daadwerkelijke handeling: het gebeurt gewoon maar het brengt wel rechtsgevolgen met zich mee. Omdat
het recht hieraan wel rechtsgevolgen verbindt, zijn het wel rechtsfeiten. We spreken dan van blote
rechtsfeiten.
Verbintenis: Een vermogensrechtelijke relatie tussen twee (of meer) partijen, waarbij de ene partij verplicht is
tot een prestatie, waarop de andere partij recht heeft. Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking (iets wat op
geld waardeerbaar is) tussen twee (of meer) personen, op grond waarvan de ene persoon (schuldeiser) recht
heeft op een prestatie, waartoe de ander (schuldenaar) is verplicht.
VOORBEELD: Piet koopt mijn tweedehands MacBook voor €500. Ik heb het recht op €500 en Piet heeft de
plicht om dat bedrag aan mij te betalen. Andersom heb ik de plicht om de MacBook aan Piet te geven en Piet
heeft het recht om de MacBook te ontvangen.
,Verbintenissenrecht: Het verbintenissenrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen rechtssubjecten
(natuurlijke personen en rechtspersonen).
Aangeven wat een eenzijdige en een meerzijdige rechtshandeling is:
Eenzijdige rechtshandelingen: Verricht door één persoon. Eenzijdige rechtshandelingen zijn rechtshandelingen
die door de wilsuiting (verklaring) van één persoon tot stand komen. Bij sommige rechtshandelingen kan het
beoogde rechtsgevolg door de wil van één persoon intreden. Het opmaken van een testament is hiervan een
goed voorbeeld. De erflater hoeft geen toestemming te hebben van zijn erfgenamen. Het rechtsgevolg treedt
hier louter en alleen in door de wil van de erflater.
VOORBEELD: het opmaken van een testament. Hiervoor is de wil voor één persoon nodig, namelijk degene die
zijn erfenis achterlaat. Het opzeggen van een arbeidsovereenkomst is ook een eenzijdige rechtshandeling.
Hiervoor geldt ook dat er maar één persoon nodig is die zegt dat hij zijn arbeidsovereenkomst wil opzeggen.
Meerzijdige rechtshandelingen: Verricht door twee of meer personen. Meerzijdige rechtshandelingen zijn die
rechtshandelingen waarvoor de verklaring van meer personen vereist is. Een overeenkomst is bij uitstek een
meerzijdige rechtshandeling, omdat het rechtsgevolg pas kan intreden als beide partijen hebben verklaard dat
zij de overeenkomst willen aangaan.
VOORBEELD: Het sluiten van een arbeidsovereenkomst, een huurovereenkomst of een koopovereenkomst. Je
kunt deze overeenkomsten niet in je eentje afsluiten, daarvoor heb je meerdere personen nodig.
De bronnen van verbintenissen uit het Burgerlijk Wetboek noemen en herkennen:
Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit art. 6:1 BW.
Ze kunnen o.a. ontstaan door:
Een overeenkomst, art. 6:213 BW rechtshandeling
Een onrechtmatige daad, art. 6:162 BW feitelijke handeling
Een rechtmatige daad, bijv. zaakwaarneming, zie art. 6:198 BW feitelijke handeling
De verschillende rechtssubjecten in het Nederlandse recht herkennen:
Rechtssubject: Drager van rechten en plichten (natuurlijke personen en rechtspersonen).
VOORBEELDEN: oma, vrienden en de Koning zijn natuurlijke personen (het maakt hier niet uit of het om een
meerderjarig of minderjarig persoon gaat). Philips en Juridische Hogeschool zijn rechtspersonen. Al deze
natuurlijke- en rechtspersonen zijn rechtssubjecten.
Uitleggen of een rechtshandeling nietig, vernietigbaar of geldig is:
Soms zijn rechtshandelingen niet geldig. Ze kunnen nietig zijn of vernietigbaar. Welke van de twee van
toeppassing is, vind je in de wet. Een nietige rechtshandeling is eigenlijk geen rechtshandeling, omdat deze
voor het recht überhaupt niet bestaat. Een vernietigbare rechtshandeling kan tijdelijk bestaan, maar is na
vernietiging gelijk aan een nietige rechtshandeling. Zij heeft met terugwerkende kracht nooit bestaan.
Nietig: Het beoogde rechtsgevolg treedt niet in, omdat de wet dit verbiedt (art. 3:40 BW). Nietigheid treedt in
van rechtswege, dat betekent dat het vanzelf gebeurt. Je kunt geen beroep doen, want zo’n overeenkomst is
vanaf het begin al nietig. Rechtshandelingen die in strijd zijn met de wet, de openbare orde of de goede zeden,
zijn nietig (art. 3:40 BW) evenals rechtshandelingen die door een handelingsonbevoegde zijn verricht (art. 3:43
BW).
, VOORBEELD: het aangaan van een contract met een huurmoordenaar. Dit kan nooit een geldig contract
worden, want in de wet staat immers dat je niet mag moorden. Denk hierbij aan handelingen die in strijd zijn
met de wet.
Vernietigbaar: De rechtshandeling is geldig, maar de nietigheid ervan kan achteraf worden ingeroepen. Met de
vernietigbaarheid van bepaalde rechtshandelingen beschermt de wetgever de zwakkere partij. Hier moet je
wel een beroep doen anders treedt het vernietigbaar niet op. Rechtshandelingen die verricht zijn onder
invloed van een wilsgebrek, zijn vernietigbaar. De wilsgebreken die we in dit hoofdstuk bespraken waren
bedrog, bedreiging, misbruik van omstandigheden (art. 3:44 BW) en dwaling (art. 6:228 BW).
VOORBEELD: De minderjarige Roos koopt van haar spaargeld een laptop van €2000, maar zonder dat haar
ouders dit weten. Je kunt je voorstellen dat haar ouders hier niet blij mee zijn. Zij kunnen de rechtshandeling
vernietigen. Dat betekent dat de overeenkomst heeft bestaan, maar met terugwerkende kracht alsnog nietig
wordt.
Literatuur week 1;
- Timmer/Paffen, Hoofdstuk 1 (§ 1.1 t/m 1.12), Hoofdstuk 2 (niet § 2.3, 2.4 en 2.6) en § 3.12.