100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Sociale Zekerheidsrecht - LITERATUUR en JURISPRUDENTIE €10,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Sociale Zekerheidsrecht - LITERATUUR en JURISPRUDENTIE

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Alle literatuur inclusief uitgewerkte jurisprudentie van het vak Sociale Zekerheidsrecht. Let op: dit vak is veranderd en was voorheen samengevoegd met het Pensioenrecht. Het kan zijn dat de informatie niet compleet overeenkomt met het nieuwe vak.

Voorbeeld 4 van de 31  pagina's

  • Nee
  • Voorgeschreven hoofdstukken
  • 22 augustus 2024
  • 31
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (2)
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
rianne_vveen
Week 1: Werkeloosheidswet (WW)

In dit vak zullen diverse werknemersverzekeringen en volksverzekeringen aan bod komen. Een
belangrijke voorwaarde om voor een verzekering in aanmerking te komen, is dat de belanghebbende
een ‘verzekerde’ moet zijn (geweest). Wie beschouwt de wetgever als ‘verzekerde’?
 Werknemersverzekeringen (ZW, Wet WIA, WW): werknemers
 Volksverzekeringen (AOW, Anw, Wlz, Zvw): ingezetenen

WERKELOOSHEID

De transitievergoeding

Bij werkeloosheid speelt met name de transitievergoeding een rol (artikel 7:673 BW). Een
transitievergoeding heeft een drieledig doel (Kamerstukken II 2013/14, 33818, nr. 3):

(1) Compensatie voor de gevolgen van ontslag
(2) Vermindert de kosten van ontslag voor een werkgever
(3) Vergemakkelijken transitie naar ander werk (goed werkgeverschap om werkeloosheid te
voorkomen)

Werkgevers zijn vanuit het goed werkgeverschap verplicht om werkeloosheid zoveel mogelijk te
voorkomen. Om werkgevers daarvoor te stimuleren, kunnen zij bepaalde kosten van de
transitievergoeding aftrekken (artikel 7:673 lid 6 BW): inzetbaarheidskosten (kosten die de werkgever
heeft gemaakt om de inzetbaarheid van werknemers te verhogen) en overgangskosten (kosten die de
werkgever maakt om de overgang naar ander werk te vergemakkelijken). De voorwaarden waaronder
beide soorten kosten aftrekbaar zijn, zijn gespecificeerd in het ‘Besluit voorwaarden in mindering
brengen transitiekosten’, artikel 3 en 4.

Een werknemer heeft recht op de transitievergoeding indien de arbeidsovereenkomst eindigt door de
werkgever. Er bestaan enkele uitzonderingen voor het niet bestaan van een transitievergoeding (artikel
7:673 lid 7 BW):

- Minderjarigen met een gemiddelde arbeidsomvang van 12 uur per week
- Werknemers met de pensioengerechtigde leeftijd
- Ernstig verwijtbaar handelen/nalaten werknemer
- Surseance van betaling/faillissement (artikel 7:673c BW)

De transitievergoeding bedraagt 1/3 van het bruto maandsalaris per dienstjaar. In dit maandsalaris
worden overige looncomponenten zoals vakantiegeld e.d. ook meegerekend. Een werkgever kan een
transitievergoeding in termijnen betalen, wanneer er sprake is van onaanvaardbare gevolgen voor
de bedrijfsvoering (artikel 7:673c lid 2 BW jo. 25 Ontslagregeling). Wanneer het ontslag oorzaak is
vanwege ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, kan de kantonrechter ook een
billijke vergoeding toekennen (artikel 7:673 lid 9 BW), het muizengaatje.

De transitievergoeding bedraagt maximaal €86.000 of een bedrag gelijk aan het jaarsalaris wanneer
dat hoger is dan €86.000. De belangrijkste reden om een grens in te stellen is om het voor werkgevers
betaalbaar te houden. Daarnaast hebben veelverdieners betere kansen op de arbeidsmarkt doordat zij
vaker een hoger genoten opleiding hebben en het geld dus minder hard nodig hebben.

Een werknemer kan sinds 2018 ook aanspraak maken op een gedeeltelijke transitievergoeding bij
gedeeltelijke beëindiging (a), een algeheel ontslag gevolgd door een nieuwe arbeidsovereenkomst (b) of
een aanpassing van de arbeidsovereenkomst (c). De gedeeltelijke transitievergoeding wordt berekend

,naar evenredigheid van de vermindering van de arbeidstijd en het loon waarop voorheen
aanspraak bestond. Voorwaarde is dat er sprake is van een substantiële en structurele
vermindering van de arbeidstijd.

 Let op! Bij cao kan worden afgeweken van de bepalingen omtrent de transitievergoeding (artikel
7:673b BW). Voorwaarde is wel dat de cao met vakbonden is afgesloten en een gelijkwaardige
voorziening regelt.

De Werkeloosheidswet

Om in aanmerking te komen voor een uitkering vanwege werkeloosheid, bestaan er vier
ontstaansvoorwaarden:

1. De belanghebbende moet verzekerd zijn (werknemer zijn)
2. De belanghebbende moet werkloos zijn
3. De belanghebbende moet voldoen aan de referte-eis
4. Er mogen geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn


(1) De belanghebbende moet verzekerd/werknemer zijn;

Om in aanmerking te komen moet een belanghebbende verzekerd zijn. De WW is een
werknemersverzekering, waardoor iedere werknemer verzekerd is. Een werknemer is:

 Volgens artikel 3 lid 1 jo. 15 WW ieder natuurlijk persoon, jonger dan de pensioengerechtigde
leeftijd, die in privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat
 Volgens artikel 4 WW werknemersachtigen
 Volgens artikel 5 WW ‘rariteiten’


 Rb. Rotterdam | Uitsluiting huishoudelijke hulp (ECLI:NL:RBROT:2021:12432)

De persoonlijke dienstverlener, zoals een huishoudelijk hulp, die minder dan 4 dagen per week diensten
verleent aan een particulier is uitgesloten van het recht op een werkloosheidsuitkering. De wetgever
heeft een uitzondering voor deze groep gemaakt om het voor particulieren aantrekkelijk te maken
deze vorm van hulp in te huren (artikel 6 lid 1 aanhef en onder c WW).

De rechtbank heeft vastgesteld dat deze uitzondering veel meer vrouwen dan mannen treft en daarom
indirect discriminerend is. Indirecte discriminatie is niet verboden, maar er moeten wel gerechtvaardigde
gronden voor bestaan. In deze zaak is de huishoudelijk hulp betaald uit persoonsgebonden budget,
waardoor die gerechtvaardigde grond niet bestaat. Er is namelijk onderzoek gedaan en onder meer
geconcludeerd dat door de uitzonderingsbepalingen de werkgelegenheid voor persoonlijke
dienstverleners die worden betaald uit een PGB niet bevorderend is.

Op grond van deze conclusies heeft de rechtbank geoordeeld dat voor de indirecte
discriminatie van persoonlijke dienstverleners die worden betaald uit een PGB geen
gerechtvaardigde gronden bestaan. De uitzonderingsbepaling is dan in strijd met het
discriminatieverbod en moet buiten toepassing blijven.

Een werkloze is echter geen werknemer meer. Op grond van artikel 8 lid 1 WW is echter bepaald dat een
persoon van wie de dienstbetrekking is geëindigd, werknemer blijft zolang hij maar geen werkzaamheden
verricht uit hoofde waarvan hij niet als werknemer wordt beschouwd (niet-verzekeringsplichtige
werkzaamheden). Dit zijn werkzaamheden die iemand, anders dan werknemer, in het economische

,verkeer verricht. De verrichte activiteiten moeten voor een ander economische waarde hebben
(zelfstandig werk wel, stage en vrijwilligerswerk niet).

Wanneer een belanghebbende niet-verzekeringsplichtige werkzaamheden uitvoert kan de persoon over
die uren de werknemersstatus verliezen, waardoor deze uren op de uitkering in mindering worden
gebracht (artikel 1b lid 5 WW). De uren moeten worden gemeld bij het UWV, anders is er een schending
van de inlichtingenplicht (= fraude). De uitkering zal dan met terugwerkende kracht teruggevorderd
worden. Stopt de belanghebbende met deze niet-verzekeringsplichtige werkzaamheden, dan herleeft de
hoedanigheid van werknemer (artikel 21 lid 3 WW).

Voor werknemers die zelfstandige zijn geworden geldt dat het werknemerschap herleeft wanneer de
werkzaamheden binnen anderhalf jaar worden beëindigd (artikel 8 lid 3 WW).

 HR Gouden Kooi | ECLI:NL:HR:2011:BP3887

Tussen Talpa en belanghebbende is een overeenkomst van opdracht opgesteld. Het programma had als
doel het met televisiecamera's volgen van deelnemers die hun intrek hadden genomen in de villa.
Belanghebbende heeft een uitkering ingevolge de WW aangevraagd. Die uitkering is door het UWV
geweigerd.

Rechtsoverwegingen: Om te bepalen of er sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, is
maatgevend of tussen beiden sprake was van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW.
Hierbij moet worden getoetst of de inhoud van de rechtsverhouding voldoet aan de criteria die gelden
voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Hierbij moet worden gelet op alle omstandigheden van
het geval. Dit zijn de punten arbeid, gezag en loon. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat er
in dit geval sprake was. De Hoge Raad bevestigt dit en verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Rechtsregel: Belanghebbende stond in privaatrechtelijke dienstbetrekking tot Talpa in de zin van artikel
3 van de WW, en weigering om belanghebbende een WW-uitkering te verstrekken is het onrechte
gehandhaafd. Toetsing van artikel 7:610 BW.



(2) De belanghebbende moet werkloos zijn;

De tweede voorwaarde voor een WW-uitkering is het werkloos zijn. Een werknemer is werkloos indien hij
(artikel 16 lid 1 jo. 1a WW):

- In een kalenderweek ten minste vijf arbeidsuren minder heeft dan zijn gemiddeld aantal
arbeidsuren per kalenderweek of een aantal arbeidsuren dat ten hoogste gelijk is aan de helft
van zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek; en
- Beschikbaar is om arbeid te aanvaarden.

Sub a: Arbeidsurenverlies

Onder arbeidsduur wordt verstaan (artikel 1a WW): uur waarover een werknemer inkomen uit arbeid
ontvangt en recht op inkomen heeft. Er moet dus sprake zijn van arbeidsurenverlies én
inkomensverlies om werkloos te zijn. Als een werknemer dus nog recht op loon heeft (bijvoorbeeld door
schorsing) komt de werknemer niet in aanmerking voor de WW.
 Arbeidsurenverlies: Berekenen gemiddelde over de afgelopen 26 weken. Dat gemiddelde wordt
vergeleken met het nieuwe aantal en die vermindering moet ten minste 5 arbeidsuren zijn of bij kleine
urenomvang de helft.

,  Inkomensverlies: Wanneer een werknemer over de verloren arbeidsuren recht heeft op loon, kan hij
geen aanspraak maken op WW.

Sub b: Beschikbaarheid

De werknemer moet in staat zijn én bereid zijn om aan het betaalde arbeidsproces deel te nemen. Of dit
het geval is, beoordeelt het UWV aan de hand van de omstandigheden van het geval. De niet-
beschikbaarheid moet ondubbelzinnig blijken en de beschikbaarheid moet reëel zijn. Theoretische
beschikbaarheid is niet voldoende.

(3) De belanghebbende moet voldoen aan de referte-eis (wekeneis)

De derde voorwaarde is de referte-eis. Dit betekent dat een werknemer voor een bepaalde periode in
dienstbetrekking gewerkt moet hebben. De werknemer moet in een periode van 36 weken
voorafgaand aan de werkloosheid ten minste 26 weken minimaal een arbeidsduur per kalenderweek
hebben gehad (artikel 17 WW).

Bij het vaststellen van de referte-periode gelden weken van ziekten of arbeidsongeschiktheid niet. In zo’n
geval wordt de referte-eis verlengd, dus er wordt naar langer geleden gekeken (‘voorverlengen’).

(4) Er mogen geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn

De vierde voorwaarde is dat er geen uitsluitingsgronden zijn. In de WW komt een groot aantal
uitzonderingsgronden voor (artikel 19 WW). Een nieuwe (sinds 2016) uitsluitingsgrond is de (fictieve)
opzegtermijn, artikel 19 lid 3 WW.

Een uitsluitingsgrond kan een bestaand uitkeringsrecht ook doen eindigen (artikel 20 lid 1 onder a WW).
Het recht kan echter herleven als de omstandigheid die het recht heeft doen eindigen, ophoudt te
bestaan (artikel 21 lid 1 WW).

Hoogte van de Werkeloosheidsuitkering

De hoogte van de WW-uitkering wordt bepaald aan de hand van een formule uit de wet (artikel 47 lid 1
WW). Het komt neer op:

- De eerste 2 maanden: 75% van het verschil tussen het maandloon en het verdiende inkomen
- Vanaf de 3e maand: 70% van het verschil tussen het maandloon en het verdiende inkomen

In deze formule zitten vier factoren: A, B, C en D. Met deze formule wordt het werken naast de uitkering
gestimuleerd (factor B). Dit brengt mee dat een werkeloze elke maand aan het UVW moet doorgeven
hoeveel er is verdiend (of niet is verdiend). Dan pas wordt de uitkering betaald.

Het uitkeringsrecht vervalt vervolgens wanneer iemand zoveel gaat verdienen dat er geen relevant
loonverlies meer overblijft. Een loonverlies is relevant zolang het meer bedraagt dan 12,5% van het
maandloon (artikel 20 lid 1 onder c WW). Dit recht kan wel weer herleven (artikel 21 lid 1 WW).

Wanneer de betrokkene als zelfstandige is gaan werken, verliest de betrokkene over dat aantal uren het
werknemerschap. Het is niet-verzekeringsplichtige arbeid en dus wordt een fictief bedrag ingevuld, dat
wordt herleid (artikel 1b lid 5 WW).

Duur van de Werkeloosheidsuitkering

De uitkering duurt minimaal 3 maanden (artikel 42 lid 1 WW). Wanneer de werknemer kan aantonen
dat hij in de 5 arbeidsjaren voorafgaand aan de werkeloosheid minimaal 4 jaar 208 uren loon heeft

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rianne_vveen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81113 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49
  • (0)
  Kopen