IPO 2A College 1 onderwijs in het algemeen
Onderwijswetenschappen; leren en onderwijs zijn overal en belangrijk voor individu & maatschappij
Heel groot deel van leven op school
Onderwijs: overdracht van kennis of vaardigheden, het proces van geven en krijgen van
systematische instructie vooral op een school of uni gegeneraliseerde of abstracte kennis die je weer
ergens anders kunt toepassen
Onderwijswetenschappen: interdisciplinair onderzoeksveld waarin onderzoekers onderzoek doen
naar hoe mensen leren & hoe dit te verbeteren is door diverse sociale en organisatorische
instellingen en nieuwe ontwerpen van leeromgevingen
- Hoe leren kinderen
- Wat betekent dit voor vormgeving onderwijs
- Hoe kan het verbeterd en vernieuwd worden
- Doel: beschrijven, begrijpen
NL onderwijsveld:
- Onderwijspraktijk/instellingen (schoolleiding, leraren, leerlingen)
- Onderwijsbeleid (minister OCW en inspectie v/h onderwijs)
- Onderwijsonderzoek (o.a. Universiteiten & algemeen – vakspecifiek
- Onderwijsmaterialen & - technologie (methode-uitgevers, toets uitgevers)
- Training en advies (onderwijs-advies, lerarenopleidingen)
Leerplichtig 4 t/m 18 jaar, daarvoor kinderopvang of vve (vroeg voorschoolse educatie)
Lerende kind (neuro/brein, cognitief, rekenen/taal, sociaal-emotioneel) --> micro
Schoolcontext (leren en instructie, leraren, relatie leraar-leerling, interacties, schoolontwikkeling,
organisatie onderwijs in school) --> meso
Maatschappij (onderwijsbeleid, onderwijsstelsel, maatschappelijke effecten onderwijs) --> macro
Wetenschap zoekt onderliggend mechanisme, maar politiek heeft een streepje voor
Overal zien we bewijs voor mythen!
Patternicity bias: je ziet drie vogels vliegen en je ziet er een gezichtje in, betekenisvolle patronen te
vinden. Schizofrenie: heel veel patronen zien, gokken: al zo vaak dit gegooid dan kan het niet nog een
keer. Ons brein legt graag verbanden die moeilijk zijn om weer los te laten.
Confirmation bias: wat we geloven en aannemen is lang niet alles, bevestigend bewijs voor wat je al
gelooft, opzoeken en vinden. Gaat tegen de natuur in om dit los te laten.
Hindsight bias: achteraf redeneren, oh dat wist ik wel, lastig herinneren wat je toen dacht
Cognitieve mechanismen om aan te passen aan een complexe wereld
Waarom zijn mythes zo hardnekkig?
Onderwijs veranderen is lastig: vaak schijnbaar succes van onderwijsvernieuwing op korte termijn
- Vernieuwend project vs. Toepassing van die vernieuwing in het onderwijs bijv. opschaling,
langdurige implementatie
- Onderzoek naar ‘bewijs’ zwak opgezet bijv. onderzoek dat laat zien dat laat zien dat
probleemgestuurd onderwijs (PGO) ‘werkt’; maar ten opzichte van wat?
- Hawthorne effect: mensen gaan zich anders gedragen als ze weten dat ze geobserveerd
worden, de glas van het nieuwe/effect van onderzocht worden
Hokjes denken --> mensen zijn lui en gewoontedieren, aanpassen kost veel moeite --> dogma’s en
ruzies kunnen ontstaan, uit alle stromingen haalt onderwijs wel iets dus je hoeft niet maar in één
stroming te geloven. Waarom zou er maar één model bestaan om efficiënt, effectief en aangenaam
te leren?
,Theorieën/paradigma’s over onderwijs(vormen):
Sociaalconstructivisme: actieve kennisverwerving in samenwerking, niet de kinderen rijtjes laten
leren of ze als spons gebruiken
Cognitivisme: denken staat centraal, meer aandacht voor differentiatie
Gedragsmodel/behaviorisme: gedrag staat centraal: doelen/belonen/straffen
Leerstijlen
Leerstijlen van Kolb --> doener/dromer/beslisser/denker
theoretisch/concreet/experimenteel/reflectief
Holistisch/analytisch visueel/verbaal
Big business in onderwijsland: boeken, artikelen, testen om leerstijl te bepalen
MAAR Leervoorkeuren zeggen niets over wat goed/slecht is voor het leren, de meeste mensen
voldoen niet aan één leerstijl, verschillen eerder geleidelijk dan categorisch, toets ontoereikend
Leerstijlen bestaan dus niet!
MAAR stel er zijn wel leerstijlen --> hypothese: leerlingen met verbale leerstijl leren beter van een
boek, leerlingen met visuele leerstijl leren beter van video. Geen bewijs voor deze leeropbrengst
Aantrekkelijke gedachte: iedere leerling uniek en jezelf categoriseren MAAR geen degelijk bewijs dat
onderwijs aan passen aan deze ‘stijlen’ nut heeft. Er zijn wel verschillen tussen leerlingen, maar dat
gaat om voorkennis en instructiemethoden i.p.v. leerstijlen
Leerpiramide
‘Effectiviteit van leren in een piramide weer te geven’
MAAR de herkomst van de leerpiramide is onduidelijk. Ervaringskegel (concreet-abstract zegt niets
over hoe moeilijk het is). Leerpiramide (didactische labels en percentages)
Handig voor brein want het is een fijn overzicht, maar herkomst is onduidelijk en verhoudingen onzin
Er worden heel veel factoren vergeten, beter als alles naast elkaar staat i.p.v. in een piramide
Gardner ’s meervoudige intelligenties
‘Je kunt op allerlei verschillende manieren intelligent zijn’
‘Intelligentie is een bio-psychologisch potentieel om informatie te verwerken die in een culturele
setting geactiveerd kan worden om problemen op te lossen of producten te creëren die van waarde
zijn in de cultuur’
Intentie: we moeten niet alleen over IQ denken en deze beschouwen. Recht doen aan verschillende
talenten van leerlingen.
MAAR het zijn geen talenten, maar vaardigheden/talenten. Kunnen niet goed gemeten worden
Intelligentietests: meten denkmogelijkheden die iemand succesvol kunnen maken op school
Dus; Het is eerder een filosofie dan een theorie, het levert geen richtlijnen voor het onderwijs &
Leerkrachten moeten talenten wel aanspreken.
,Zittenblijven heeft een positief effect op leren
Juist niet, geen positief effect of zelfs negatief effect.
Wat kan wel;
- Preventief beleid van scholen; welke kinderen gaan achterlopen, meer hulp
- Meer maatwerk
- Intensievere leerlingbegeleiding (met name op gedrag)
De rol van feedback (informatie over prestaties/begrip)
Doel: gat dichten tussen huidige staat en doelstaat
- Waar ga ik naartoe
- Waar sta ik nu
- Wat is de volgende stap in het leerproces
Niveaus van feedback
- Taakgericht
- Procesgericht
- Zelfregulatiegericht
- Op de persoon zelf gericht
Taakgericht meest effectief, maar op school juist veel op de persoon zelf gerichte feedback
Bijdrage aan leren: feedback & basis van onthouden --> niet stampen, wel verwerking (actief iets
mee doen) en/of koppelen aan emotie, wel leren van concrete voorbeelden (verhalen i.p.v. abstracte
inhoud, afwisseling & verrassing, pauzes
Leertechnieken:
Beste: practice testing, distributed practice
Iets minder goed: elaborative interrogation, self-explanation, interleaved practice (verschillende
problemen proberen op te lossen)
Niet goed: summarization, keywords, visualizing, highlighting & underlining, rereading
, IPO 2A college 2
Traditioneel onderwijs: docent vertelt wat je moet weten, leren om de info te onthouden, probleem
oplossen om geleerde stof toe te passen
Probleem gestuurd onderwijs: probleem om op te lossen, identificeren wat je nodig hebt om dit op
te lossen, leren wat je denkt nodig te hebben en dit ook gelijk toepassen
Probleemgestuurd onderwijs (PGO)
Doelen:
- Flexibeler kennis vergaren, Beter leren samenwerken
- Probleemoplossend denkvermogen vergroten, Zelfstandiger studeren en werken
- Grotere intrinsieke motivatie
- Spreken en presenteren in een groep verbeteren
Kenmerken:
- Student staat centraal
- Onderwijs in kleine groepen
- Van doceren naar actief leren
- Kleinschalig activerend onderwijs
- Veel aandacht voor vaardigheden
1. Begripsverheldering, casus bespreken
2. Probleemstelling formuleren
3. Brainstormen over mogelijke antwoorden
4. Probleemanalyse
5. Leerdoelen formuleren
6. Zelf aan de slag
7. Zelfstudie
8. Zelf aan de slag
9. Nabespreking
Knelpunten PGO
Werkgeheugen is beperkt (duur en capaciteit) --> straal v/d zaklamp schijnt op hetgeen waar je mee
bezig bent, wordt verlicht
Interactie werkgeheugen & lange termijn geheugen (nieuwe info makkelijker verwerken)
Voor beginners: geen goede cognitieve schema’s beschikbaar (short cut om nieuwe info makkelijker
te verwerken)
Jonge kinderen: minder groot werkgeheugen & minder lange termijn geheugen (minder kennis),
probleem leren oplossen is niet hetzelfde als probleemoplossend leren
Oplossingen knelpunten
Alternatieven met minder druk op werkgeheugen
Stimuleren van de constructie van cognitieve schema’s
Bijvoorbeeld: problemen zonder doel, wel naar het probleem kijken en naar een oplossingsstap
kijken, maar 1 probleem tegelijkertijd --> minder belastend voor werkgeheugen + cognitieve
schema’s ontwikkelen
Bijvoorbeeld: uitgewerkte voorbeelden bestuderen & probleem aanvullen
Als de inhoud te nieuw is (basis) --> PGO geen positief leereffect
Verder verkennen/verdiepen/toepassen v/d inhoud --> PGO wel positief leereffect
Pas effectief als nuttige cognitieve schema’s zijn opgebouwd, pas afnemende begeleiding toe, vooral
geschikt voor hoger onderwijs