Onderzoekspracticum College 1
Observatie --> systematisch empirisme
Open en beschikbaar voor iedereen zodat je het kunt herhalen --> publieke verificatie
Oplosbare problemen
Soorten onderzoeken
Fundamenteel onderzoek (hoe verloopt de ontwikkeling van een kind?) & Toegepast onderzoek
(rekening houdend met de ontwikkeling, hoe kunnen we pesten op school aanpakken?)
1. Beschrijvend (hoeveel/hoe vaak)
2. (cor)relationeel (waar hangt het mee samen, associaties)
3. Experimenteel (oorzaken achterhalen, variabele manipuleren)
4. Quasi-experimenteel (kalmeringsmiddelen effect op resultaten? Aselect toedienen, mag niet)
Je moet het vragen, wie gebruikt het en wie niet, random is niet aanwezig
Doelen van onderzoek
Beschrijven (beschrijvend onderzoek), voorspellen (relationeel onderzoek), samenhang tussen
variabele), verklaren (experimenteel onderzoek) --> ontwikkelen en toetsen m.b.t deze patronen en
fenomenen
Differentiële ontvankelijkheid: kinderen verschillen qua gevoeligheid voor soort opvoeding (bijv. door
temperament of genen)
Samenhang is anders dan oorzaak! A veroorzaakt B, experiment voor nodig! Geslacht hangt samen
met wiskunde vs. geslacht is de oorzaak van wiskunde
Wanneer heb ik voldoende bewijs?
We kunnen een theorie niet logisch bewijzen met empirische ondersteuning voor hypothesen, alleen
falsificeren. Je kunt altijd falsificeren.
Meerdere studies (meta-analyse) & methodologisch pluralisme
, Onderzoekspracticum college 2
Operationaliseren
Conceptueel: omschrijft het begrip, als het ware uit het woordenboek
Operationeel: hoe wordt het gemeten Begrip zoals bedoeld --> operationaliseren --> begrip zoals
bepaald Wat wil je meten & op welke manier ga je dit meten
1) Observatie Beslissingen
1. Setting: naturalistisch of vooropgezet (contrived) Tussenvorm --> Veldexperiment:
natuurlijke omgeving + manipulatie Realistische dan laboratoriumonderzoek, toch zekere
mate van controle
1. Onderzoeker: verborgen (nadeel: ethiek) of openlijk (beïnvloedt reactiviteit) Tussenvorm -->
niet alles vertellen, informanten gebruiken, indirect meten
2. Methode: welke observatiemethode --> narratieven, checklists, tijdsmetingen,
beoordelingsschalen --> betrouwbaarheid centraal (zou mijn collega dezelfde resultaten
krijgen?)
Narratieven: exacte registratie van gedrag en/of verbale uitingen
- Gedetailleerd en allesomvattend
- Intensief, tijdrovend, onoverzichtelijk
Checklist: registreren of bepaald gedrag aanwezig is, vooraf bepaald gedrag
- Overzichtelijk, gebruiksgemak, analyseren
- Operationele definities? (‘doet aardig’)
Tijdsmeting: latency: tijd tussen twee gedragingen of een gebeurtenis en een gedraging
- Reactietijd, taak-tijd, inter-behavior latency, duration: hoelang duurt bepaald gedrag
- Makkelijk te meten en te analyseren
- Interpretatie? Betekenis?
Beoordelingsschalen: meten de kwaliteit/intensiteit van gedrag
- Meer informatie en makkelijk te analyseren
- Subjectief? Definities?
2) Fysiologische maten
Metingen in/aan het lichaam --> cortisol, hartslag, transpiratie, bloedafname
Processen in het lichaam koppelen aan psychologische processen
Speeksel afnemen bij kinderen/adolescenten om b.v. cortisol te onderzoeken
- Controle van de metingen
- Bewaren v.h. speeksel
- Instructie ouders… kind wil het niet
- MEMS: potje wat registreert wanneer de deksel open en dicht gaat; klopt het wat de
proefpersonen zeiden?
3) Zelfrapportage
Iemand zelf laten rapporteren, subjectief
Belangrijke beslissingen:
- Vragenlijst of interview
- Soort vragen
- Bias vragenlijsten --> sociale wenselijkheid (waarom), ja/nee zeggers (vragen afwisselen)
- Centrale tendentie (boek) & Logische fout (boek)
4) Archiefdata
Bestaande gegevens gebruiken voor onderzoek
- Data al beschikbaar
- Afhankelijk van die data, moeilijk om de data te begrijpen, veel achterhalen
, Ethiek
Algemene benaderingen:
- Deontologisch --> er zijn ethische richtlijnen die voor iedereen gelden
- Utilitaristisch –> afweging, wat kost het en wat zijn de baten
- Sceptisch --> aan iedere onderzoeker zelf om ethiek te benaderen en om deze af te wegen
Onderzoeker
- Geen plagiaat
- Geen verzinsels
- Niets weglaten
- Niets onterecht opeisen
- Je best doen
- Openheid
Deelnemer
- Informed consent
- Niet bedriegen
- Niet schaden
- Niet onder druk zetten
- Anoniem
- Privacy