Samenvatting hoorcolleges ontwikkeling en ontwikkelingsproblemen van adolescenten (behaald met een 9.5). Het document is overwegend in het Nederlands, met uitzondering van het college over suïcide, aangezien deze in het Engels werd gegeven.
Adolescentie is een periode van overgang naar de volwassenheid. Deze periode bestaat al langer en
komt in alle culturen voor (in sommige culturen wordt deze ingeleid met een overgangsritueel, namelijk
een rite). Echter begint deze periode tegenwoordig eerder (rond de leeftijd van 12-13) en duurt deze
ook langer (tot de leeftijd van 20-25 jaar). De voornaamste doelen van de adolescentie zijn het
ontwikkelen van zelfvertrouwen, eigen identiteit en autonomie.
De adolescentie wordt ook gekenmerkt door risicogedrag. Echter nemen adolescenten niet meer
risico’s dan bijvoorbeeld volwassenen, maar nemen zij wel grotere risico’s. Ze zijn vaak wel in staat om
de korte termijn gevolgen van deze risico’s in te schatten (maar zijn bereid om het risico te nemen) in
tegenstelling tot de gevolgen op de lange termijn. Redenen voor dit risicogedrag zijn:
1. Adolescenten hebben minder inhibitie door de onvolledige ontwikkeling van de prefrontale
cortex.
2. Risicogedrag wordt vaak getriggerd door leeftijdsgenoten doordat adolescenten zichzelf
evalueren op basis van het wel off niet behoren tot een groep.
Waarom is onderzoek naar de adolescentie relevant voor de (klinische) praktijk?
• Meer inzicht zorgt ervoor dat effectieve communicatie met jongeren bevorderd kan worden.
• Meer inzicht zorgt voor het erkennen van diversiteit (bijv. jongens versus meisjes of westerse
cultuur versus niet-westerse cultuur).
• Meer inzicht zorgt ervoor dat we onderscheid kunnen maken tussen normaal en abnormaal
gedrag gedurende de adolescentie.
ITSO model integrated theory of sexual offending
• Raamwerk: biopsychosociaal model dat stelt dat de fysieke- en neurologische ontwikkeling
samen de cognitieve- en gedragsontwikkeling sturen en worden beïnvloedt door
omgevingskenmerken (bijv. leeftijdsgenoten en familie). Het ITSO model is gemakkelijk te
vertalen naar de adolescentie en is net wat specifieker ten opzichte van het biopsychosociaal
model.
Het ITSO model gaat ervan uit dat gedragsontwikkeling van adolescenten enkel kan worden begrepen
als er wordt gekeken naar de interactie tussen biologische, ecologische en neuropsychologische
factoren. Zo voorspelt de hersenontwikkeling (biologisch) samen met het sociale leergedrag
(ecologisch) het psychologisch functioneren (neuropsychologisch). Bovendien beïnvloedt de
wisselwerking tussen distale factoren (bijv. temperament) en proximale factoren (bijv. ouder-kind
relatie) het sociale leergedrag van de adolescent. De interacterende werking kan leiden tot het
ontstaan van risicofactoren die de kans op abnormaal gedrag versterken. Wanneer er sprake is van een
diathese (individuele kwetsbaarheid) in combinatie met nadelige omgevingsfactoren vergroot dit het
risico op de ontwikkeling van abnormaal gedrag. Abnormaal gedrag is dus afhankelijk van de
aanwezigheid van risicofactoren en beschermende factoren. Daarnaast vergroot abnormaal gedrag in
de adolescentie de kans op herhaling en instandhouding.
, ITSO model als verklaring voor gedragsontwikkeling in de
adolescentie
Hormonale ontwikkeling in de adolescentie drijft veranderingen in de hersenen die vervolgens
wijzigingen in de motivatie en doelen teweegbrengen. Zo worden leeftijdsgenoten steeds belangrijker
en wordt status, affectie en gedragsbevestiging binnen de peergroep een belangrijk doel. Dit uit zich in
een toename van risicovolle gedragingen en internaliserende problemen. Hierbij spelen de afname van
de rol van de ouders en de toenemende rol van de media ook een belangrijke rol.
Dus, hormonale veranderingen brengen veranderingen in de
hersenen teweeg. Deze veranderingen in de hersenen gaan
gepaard met een toenemende gevoeligheid voor
leeftijdsgenoten en afhankelijk van beschermende en
risicofactoren kan dit uiting geven aan risicogedrag en
emotionele kwetsbaarheid.
Fysieke ontwikkeling
De puberteit start met hormonale veranderingen (begin rond de leeftijd van 6-8 jaar) die vervolgens
lichamelijke veranderingen en gedragsveranderingen teweegbrengen. De start van de puberteit is
genetisch bepaald, maar ook stress (en dan voornamelijk bij meisjes) heeft invloed op de start van de
puberteit (bijv. meisjes met alleenstaande moeders die veel stress ervaarden tijdens de kindertijd
gingen eerder menstrueren). De veranderingen in de puberteit kunnen adolescenten onzeker maken,
zeker als er sprake is van een vroeg of laat begin van de puberteit. Zowel een vroege als late start van
de puberteit heeft consequenties voor probleemgedrag.
Puberteit meten
• Tanner Stages
• Timing (bijv. eerste menstruatie)
• Relatief (bijv. ontwikkeling ten opzichte van leeftijdsgenoten).
Onderzoek: de relatie tussen timing en tempo van de puberteit
Een vroege timing en tempo van de puberteit was geassocieerd met een afname in peer-relatiekwaliteit
bij jongens en een toename in depressieve symptomen bij meisjes. Vooral meisjes van Afro-
Amerikaanse afkomst hadden te maken met een vroege ontwikkeling. Zij hadden vaker een lage
sociaaleconomische klasse, ervaarden meer stress tijdens de kindertijd en kwamen vaker uit één ouder
gezinnen. Dit zijn mogelijke verklaringen voor de vroege start van de pubertiet. Vroeg puberende
,meisjes hadden daarnaast ook vaker oudere vrienden en experimenteerde eerder met seksualiteit.
Ook ervaarden ze meer internaliserende problematiek door onvrede over hun lichaam (bijv. door een
toename van het vetpercentage). Voor jongens is achterblijven een reden voor onzekerheid.
Neurocognitieve ontwikkeling
Tijdens de adolescentie vinden er veel veranderingen plaats in de hersenen, voornamelijk in de
prefrontale en limbische gebieden. Daarnaast nemen executieve functies toe. Ook is er sprake van
minder hersenplasticiteit, maar meer flexibiliteit (ook gevonden in onderzoek naar muizen).
Piagets fases van cognitieve ontwikkeling
1. Sensomotorische fase
2. Preoperationele fase
3. Concrete operationele fase
4. Formele operationele fase (adolescentie en volwassenheid)
Morele ontwikkeling
Kohlberg fases – gemeten middels het Heinz-dilemma
1. Preconventioneel (kinderen)
2. Conventioneel (adolescentie en volwassenheid)
3. Postconventioneel (5% van de populatie)
Sociaalemotionele ontwikkeling
De rol van de ouders
• John Locke – tabula rasa
De mens wordt geboren als onbeschreven blad en de ontwikkeling van diens persoonlijkheid
is dus afhankelijk van invloeden diens eigen waarneming en ervaringen (ouders spelen dus een
rol)
• Jacques Rousseau – laissez faire
De ouders moeten de ontwikkeling van het kind op zijn eigen beloop laten gaan.
In de adolescentie komen jongeren meer los van hun ouders (autonomie ontwikkeling) en worden in
meer of mindere recalcitrant (belangrijk voor het ontwikkelen van eigen identiteit). Ouders willen juist
controle uitoefenen om zo negatieve invloeden te beperken. Dit wordt ook wel monitoren genoemd
‘’een set van ouderlijke gedragingen die betrekking hebben op aandacht voor en het nagaan van waar
het kind is, wat hij of zij doet en waarom (of aan wie) hij of zij zich aanpast’’. Echter is het juist belangrijk
dat ouders steun en onvoorwaardelijk liefde geven en de adolescent helpen bij plannen (aangezien
adolescenten, in tegenstelling tot hun ouders, de lange termijn gevolgen niet kunnen inschatten) en
begrip hebben voor hun pubergevoeligheden.
Gedragsontwikkeling
Adolescenten laten een toename in risicogedrag en antisociaal gedrag zien. Turning Points (bijv. het
krijgen van een baan of partner) zorgt voor een afname van dit gedrag. Ook laten adolescenten vaker
emotionele problemen zien (echter worden externaliserende problemen vaker belicht in onderzoek
omdat dit een meer zichtbaar probleem is binnen de maatschappij)
College 2
Cognitieve ontwikkeling
, Cognitieve ontwikkeling
Adolescenten veranderen van zwart-wit denkers naar individuen die steeds beter abstract kunnen
denken, perspectief kunnen innemen en situaties en problemen kunnen analyseren. Ze kunnen
hierdoor steeds beter nadenken over de toekomst en dus beter lange termijn doelen en consequenties
overzien. Hiervoor is een cognitieve ontwikkeling nodig.
Tijdens de adolescentie neemt de mate van cognitieve controle toe door:
1. Groei en connectiviteit van de hersenen.
2. Ontwikkeling van de prefrontale cortex (emotieregulatie en beloningsgevoeligheid).
Ondanks dat de mate van cognitieve controle toeneemt, vertonen adolescenten wel vaker risicogedrag.
Dit komt doordat het limbisch systeem bij hoge emotionele opwinding de overhand neemt doordat de
prefrontale cortex nog onvoldoende ontwikkeld is om de overname van het limbisch systeem te
onderdrukken.
Deze hersengebieden functioneren nog niet optimaal (en communiceren dus ook niet optimaal)
waardoor adolescenten tegenstrijdig gedrag vertonen.
• Ze voelen minder remmingen en zoeken meer risico’s (bijv. drinken).
• Ze hebben hun emoties minder onder controle, zijn sneller afgeleid en hebben moeite met
plannen (lange termijn).
Egocentrisch gedrag vooral thuis en niet bij vrienden. Dit komt doordat adolescenten zich vooral thuis
veilig voelen om zichzelf te zijn, terwijl ze bij leeftijdsgenoten meer de drang hebben om zich te
bewijzen en erbij te horen.
Dual system model (Steinberg)
De interactie tussen twee systemen is verantwoordelijk voor het risicogedrag in de adolescentie:
1. Sociaal-emotionele systeem – risicogedrag wordt
gestimuleerd door een verhoging in de dopamine
levels als reactie op mogelijke beloning (mogelijk
veroorzaakt door de fysieke veranderingen tijdens
de puberteit).
2. Cognitieve controle systeem – structurele en
functionele hersenveranderingen zorgen voor meer
cognitieve controle en dus minder impulsiviteit.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sgleijm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,76. Je zit daarna nergens aan vast.