Inhoud
Hoorcollege 1: H1, 6, 9...........................................................................................................................1
Hoorcollege 2: H10 en H11.....................................................................................................................8
Hoorcollege 3: H11, H12 en H13...........................................................................................................18
Hoorcollege 1: H1, 6, 9
Het Millgram experiment (1974) is één van de bekendste experimenten in de sociale wetenschappen.
In het onderzoek werd getest hoe ver de participanten zouden gaan in andere mensen pijn doen
wanneer dit moest van de autoriteit, Milgram zelf in een lab jas. De participanten (de leraren)
moesten een zogenaamde andere participant (student), eigenlijk een assistent van Milgram, een
toets over woordencombinaties laten maken. Wanneer ze het foute antwoord gaven moesten ze
elektrische schokken geven aan de “student”. Echter kregen die mensen die de toets moesten maken
(de studenten) helemaal geen elektrische schokken maar werd een tape afgespeeld met harde
geluiden waarop gesmeekt werd om te stoppen. De elektrische schokken ging namelijk tot 450 volt
wat héél veel pijn betekende. Wanneer de participanten (leraren) zeiden dat ze wilde stoppen zei
Milgram vriendelijk dat ze door moesten gaan voor het onderzoek. Hieruit bleek dat 26 mensen de
hoogste shock gaven, 65% van de participanten gehoorzaamde hem volledig. Het was een
controversiële studie omdat de participanten dachten dat ze anderen mensen pijn deden. Hier
ervaarden ze later zelf problemen mee. Voor dit vak is het belangrijk om na te gaan of het Milgram
experiment wel echt een experiment is.
Voor experimenten zijn er vier essentiële elementen:
1. Manipulatie (manipulation)
2. Meting (measurement)
3. Vergelijking (comparison)
4. Controle (control)
Element 1: Manipulatie
- De onderzoeker manipuleert één onafhankelijke variabele door de waarde ervan te wijzigen
om een set van twee of meer behandelingsconditie (treatment conditions) te creëren.
o Er ontstaan zo meer groepen/levels/condities
o Je creëert dus meerdere levels van de onafhankelijke variabele
o Er moeten altijd twee of meer groepen zijn
o Onafhankelijke variabele (de oorzaak)
- Voorbeeld een onderzoek naar de invloed van sociale normen (Cialdini, Reno & Kallgren
(1990)). De omgeving/milieu wordt gemanipuleerd. Conditie 1) Er is een parkeerplaats waar
het netjes en schoon is en conditie 2) een parkeerplaats waar rommel oké is.
Element 2: meting
- Een tweede variabele wordt gemeten voor een groep deelnemers om een reeks scores te
verkrijgen in elke behandelingsconditie.
o De afhankelijke variabele (het effect)
o Hoe is de afhankelijke variabele voor alle groepen/levels/condities?
o Het zegt nog niks over de effecten, het meet alleen
- Voorbeeld een onderzoek naar de invloed van sociale normen. Er werd gemeten wat het
rommel gedrag is in de twee verschillende condities. Cialdini en collega’s plaatsten folders
onder de ruitenwissers van random auto’s. De mensen keerden terug naar hun auto en de
1
, Hoorcolleges Experiment
onderzoekers observeerden hen. Wat doen ze met de folders? Gooien ze die op de grond? Of
leggen ze hem in de auto?
Element 3: vergelijking
- De scores in een behandelingsconditie wordt vergeleken met de scores in een andere
behandelingsconditie.
- Consistente verschillen tussen behandelingen zijn aanwijzingen dat de manipulatie
veranderingen in de scores heeft veroorzaakt.
o Het zegt wat over de effecten
- Voorbeeld van een onderzoek naar sociale normen. Er werd een vergelijking gemaakt van het
rommel gedrag, hoeveel mensen hun folder op de grond gooiden, in conditie 1 (schone
omgeving) en conditie 2 (rommelige omgeving). Ze zagen inderdaad dat in de schone
omgeving minder mensen hun folder op de grond gooiden dan in de rommelige omgeving.
Element 4: controle
- Alle andere variabelen worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat ze de twee
variabelen die worden onderzocht niet beïnvloeden.
- Alles, behalve de afhankelijke en onafhankelijke variabele, moet onder controle zijn. Je moet
er zeker van zijn dat wat gebeurt met de afhankelijke variabele een gevolg is van de
onafhankelijke variabele.
- Dit scheidt de echte experimenten van de quasi en niet-experimenten. Dit zal in het derde
hoorcollege nog meer aan bod komen.
- Voorbeeld van een onderzoek naar sociale normen. Dit werkte hier iets anders omdat het
een veldonderzoek is. Participanten in dit onderzoek wisten niet eens dat ze meededen aan
een onderzoek. Dit is dus heel anders dan wanneer je een onderzoek doet in een lab. In een
veldonderzoek is het heel lastig om alle variabele te controleren, je kan bijv. het weer of
andere mensen beïnvloeden. Maar de hebben hun best gedaan om toch nog de controle te
behouden. De onderzoekers controleerde iedere andere variabelen (behalve onafhankelijke
variabele, de omgeving) om ervoor te zorgen dat niks anders de afhankelijke variabelen
beïnvloed. Dit deden ze door de conditie iedere twee uur te veranderen iedere dag, het
experiment duurden namelijk meerdere dagen. Op de ene dag zijn er namelijk meer mensen
op de parkeerplaats dan op de andere dag. Ook randomiseerden ze de volgorde van de
treatments. Bijv. begonnen ze de eerste dag met de rommelige omgeving terwijl ze andere
dag met de schone omgeving begonnen ect.
Nu we dit weten kunnen we nadenken over het onderzoek van Millgram, was dat echt een
experiment?
1. Manipulatie: Er is geen manipulatie in het experiment. Voor een manipulatie moet je
namelijk meerdere verschillende groepen maken en bij Millgram was er maar één groep van
participanten.
2. Meting: ja ze meten op hoever mensen zouden gaan in het pijn doen van anderen. Dit
gebeurde op de maat van schokken.
3. Vergelijking: nee er is geen vorm van vergelijking. Als de onafhankelijke variabele niet
gemanipuleerd wordt en er dus niet meerdere groepen zijn dan kan er ook geen vergelijking
zijn.
4. Controle: dit is lastig om te zeggen. We weten namelijk al dat het geen experiment was
doordat er geen manipulatie en vergelijking was dus controle heeft dan eigenlijk geen nut.
Maar er waren wel factoren die gecontroleerd werden in dit onderzoek. Ze gebruikten
namelijk een gestandaardiseerde doorzettingsvermogen van de experimenteer om tegen de
leraar (de participant) te zeggen. Hij had een bepaald aantal zinnen die hij altijd zei, zodat hij
tegen iedereen hetzelfde zei. Daarnaast zei de student (het bandje) tegen iedere leraar
2
, Hoorcolleges Experiment
(participant) hetzelfde. Er was dus wel een bepaalde mate van controle. Maar omdat het
geen experiment was had dit eigenlijk geen nut.
Het Millgram experiment was dus eigenlijk geen experiment.
Dit vak is handig voor later in de studie maar ook om kritischer te worden. Bijvoorbeeld het artikel
over het verliezen van tanden wanneer mensen ouder zijn gelinkt aan mentale gesteldheid. Echter
komt het tanden verliezen puur door het ouder worden het heeft het met niks mentaals te maken.
De wetenschappelijke methode (The Scientific Method)
De wetenschappelijke methode is een aanpak voor het verwerven van kennis die betrekking heeft op
- Het formuleren van specifieke vragen
- Het systematisch vinden van antwoorden
De wetenschappelijke methode is een proces dat nooit stopt, je bent nooit klaar met onderzoeken,
er zijn altijd nog onbeantwoorde vragen.
Stap 1: het vinden van een onderzoekidee
- Vaak gebaseerd op alledaagse gebeurtenissen en nieuwsgierigheid
- Relatief klein aantal specifieke observaties vormen de basis van het vormen van een generale
uitspraak over een groter aantal mogelijke observaties (inductie)
Bijvoorbeeld: hoe kan je mensen bereiken die geen interesse hebben in traditionele advertenties?
Bijv. door te laten lijken alsof een bruin bakje een kitkatreep is. Dit is de eerste stap, je ziet dat deze
manier van adverteren steeds meer wordt gebruikt door marketing adverteerders in ons dagelijks
leven.
Stap 2: het formuleren van een hypothese
- Wat zijn je verwachtingen?
- Het identificeren van de factoren, of variabelen, die geassocieerd zijn met je observaties
- Variabelen zijn karakteristieken of condities die veranderen of verschillende waarden hebben
voor verschillende individuen
- Formuleer een hypothese, of een mogelijke verklaring, van je observatie
Bijvoorbeeld de kitkatreep. Je denkt dat de kitkatreep (onafhankelijke variabele (IV)) met het bruine
bankje een positieve invloed heeft op merkoproeping en merkhouding (afhankelijke variabelen (DV)).
Een je denkt dat een gewone kitkatreclame in een bushokje een minder positieve invloed op
merkoproeping en merkhouding heeft. Dit is wat je verwacht.
Stap 3: definieer en meet de variabelen
- Hoe kan je de onafhankelijke variabelen manipuleren?
o Verschillende groepen maken. Dit deed je al door een traditionele en creatieve
manier van adverteren te gebruiken.
- Hoe kan je afhankelijke variabelen meten?
o Door een schaal of door een survey. Of door mensen te observeren.
- Welke andere variabele zijn erbij betrokken?
o Bijv. eerdere houding tegenover het merk, wat voor merk het is, leeftijd van de
mensen.
Stap 4: het identificeren en selecteren van participanten
- Hoeveel participanten zijn nodig?
o Voor een experimenteel design heb je 30 mensen nodig voor elke conditie. Dus
wanneer je een experiment creëert met veel condities, dan heb je veel mensen
nodig.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper amberhofwegen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.