-----------------------------------------------------------------------------------------------
De schooltijd
Deel 4
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 11: De fysieke ontwikkeling in de schooltijd ......................................................................1
Paragraaf 11.1 Het groeiende lichaam ................................................................................................1
Pararaaf 11.2 Invloeden op de fysieke ontwikkeling...........................................................................2
Paragraaf 11.3 Kinderen met speciale behoeften ...............................................................................3
Belangrijke begrippen hoofdstuk 11: ..............................................................................................3
HOOFDSTUK 12: De cognitieve ontwikkeling in de schooltijd ................................................................4
Paragraaf 12.1 De intellectuele en taalkundige ontwikkeling .............................................................4
Paragraaf 12.2 Intelligentie: het bepalen van individuele sterke punten ...........................................6
Paragraaf 12.3 Onderwijs: lezen, schrijven en rekenen (en meer) .....................................................8
Belangrijke begrippen hoofdstuk 12: ..............................................................................................9
HOOFDSTUK 13: De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de
schooltijd................................................................................................................................................11
Paragraaf 13.1 De ontwikkeling van het eigen ik ..............................................................................11
Paragraaf 13.2 Psychische problemen en gedragsproblemen ..........................................................13
Paragraaf 13.3 Relaties: vriendschappen in de schooltijd.................................................................14
Paragraaf 13.4 Het gezin in de schooltijd ..........................................................................................15
Belangrijke dingen: ................................................................................................................................18
STADIA'S PIAGET: ...............................................................................................................................18
FASES FREUD: .....................................................................................................................................18
NIVEAUS KOHLBERG: .........................................................................................................................18
STADIA'S ERIKSON:.............................................................................................................................19
HOOFDSTUK 11: De fysieke ontwikkeling in de schooltijd
Paragraaf 11.1 Het groeiende lichaam
Op 11-jarige leeftijd is de enige levensperiode waarin meisjes gemiddeld een fractie langer zijn dan
jongens -> komt door de iets snellere fysieke ontwikkeling van meisjes. In de schooltijd verdubbelen
kinderen hun kracht. Door hun grotere aantal spiercellen zijn jongens meestal sterker dan meisjes ->
botten worden harder -> proces ossificatie.
Grove motoriek - Spiercoördinatie
- Jongens beter
Fijne motoriek - Typen, aan elkaar schrijven, tekenen
- Verbetering door toename van myeline
-> beschermlaag rond delen van
zenuwcellen
- Meiden beter
,Als je fysiek goed kan presenteren word je vaak geaccepteerd en aardiger gevonden door
leeftijdsgenoten (ook middelbare school aanwezig) -> sterker bij jongens. Rijpingsproces relatief snel
-> beter in fysieke activiteiten. Jongens raken vaker gewond dan meisjes -> fysiek actiever en
mogelijk ook roekelozer.
Lichaam groeit nu langzaam en gestaag:
- Groei 5-7 cm per jaar
- Gewicht 2-3 kg per jaar
Pararaaf 11.2 Invloeden op de fysieke ontwikkeling
Voeding -> invloed op fysieke groei en gedrag. De hoeveelheid voedingsstoffen (stoffen die
onontbeerlijk zijn voor de groei en instandhouding van een organisme) die kinderen binnenkrijgen
hebben effect op verschillende sociale en emotionele aspecten. Meer voedingsstoffen -> meet
interactie leeftijdsgenoten, positieve emoties, minder angst, actiever, gezond gebit.
Groeiachterstand oorzaak -> (onder)voeding, stress, misbruik, verwaarlozing, groeistoornis,
groeihormonentekort (chronische nierinsufficiëntie), small for gestational age (te klein bij geboorte).
Zwaarlijvig kind -> meer kans op allerlei ziekten (diabetes, hart- en vaatziekten, kanker). Obesitas ->
slechtere schoolprestentaties, laag zelfbeeld, psychische problemen.
- Oorzaken: combinatie genetische en sociale factoren (bepaalde genen), aanleg, lastig
vetcellen verliezen, minder actief, eten uit verveling, medische factoren
- Aanpak: kinderen hun eetgewoonten zelf leren beheersen, hele gezin gezonde leefstijl,
vermijden fastfood
Chronische ziekte: een aandoening die lange tijd aanhoudt en waarbij er geen uitzicht is op volledige
genezing. 2 op de 5 kinderen van vijf tot veertien jaar. Astma: kenmerkt zich door periodieke
aanvallen van piepend ademhalen, hoesten en kortademigheid. Treedt op wanneer de luchtwegen
die naar de longen leiden samentrekken, waardoor de luchtaanvoer en –afvoer gedeeltelijk
geblokkeerd raken -> ademhalen wordt lastiger.
Astma-aanval uitlokken:
- Angst en stress
- Luchtweginfecties (verkoudheid, griep)
- Overgevoeligheid bepaalde stoffen (prikkels)
- Hooikorts
- Plotselinge verandering van temperatuur of luchtvochtigheid
Goede medicijnen -> inhalator (puffer).
Psychosomatische klachten: lichamelijke klachten waarbij psychische factoren een rol spelen.
Somatoforme stoornis: een psychische aandoening waarbij een persoon langdurig psychosomatische
klachten heeft. Beide hebben vaak een grote impact op het functioneren van kinderen. Zij kunnen
niet altijd alle normale dagelijkse activiteiten meer uitvoeren en voelen zich vaak onbegrepen en
machteloos -> zorgt voor spanningen binnen gezin -> psycholoog kan helpen.
, Paragraaf 11.3 Kinderen met speciale behoeften
Visuele beperking: als iemand niet of slechts gedeeltelijk kan zien -> oorzaak erfelijk.
- Slechtziend -> na correctie van < 30% zien of gezichtsveld < 30 graden
- Maatschappelijk blind -> na correctie van < 5% zien of gezichtsveld < 10 graden, kunnen nog
wel licht en donker onderscheiden en omtrek van mensen en objecten zien
- Blind -> helemaal niets zien, ook geen licht
Auditieve beperking: probleem met het gehoor, zoals slechthorend of doofheid
- Als het al vanaf babytijd aanwezig is -> effecten ernstiger
- Cochleaire implantaat (CI): (Een hoorapparaat). Bij ernstige slechthorendheid of doofheid
kan dit een mogelijkheid zijn. Hierbij brengt een arts in de cochlea (slakkenhuis) een flexibele
strip aan, waarop elektroden zitten die de zenuwuiteinden in de cochlea stimuleren.
Spraakstoornissen:
Wijkt het spraakvermogen van een kind zozeer af van het spraakvermogen van andere kinderen dat
communicatie moeilijk wordt of het kind onaangepast gedrag gaat vertonen.
- Articulatiestoornis: hier worden klanken vervormd, vervangen of weggelaten
- Taalontwikkelingsstoornis (TOS): hier wordt taal in de hersenen minder goed verwerkt. In
audiologisch centrum kan via logopedisch en psychologisch onderzoek bekeken worden wat
de oorzaak is -> soms geen duidelijke oorzaak (oorzaak van articulatiestoornis)
- Stotteren: een stoornis in het spreken, gekenmerkt door herhalingen, haperingen en stiltes,
meest voorkomende spraakstoornis, chronisch stotteren is een ernstig probleem ->
belemmert communicatie, schaamte en stress veroorzaken
Attention deficit hyperactivity disorder (ADHD): enorme energie en korte aandachtsboog, gebrek
aan aandacht, impulsiviteit en overbeweeglijkheid, deze gedragingen vormen een extra belasting
voor het functioneren thuis en op school. Te zien als uiterste op het continuüm van geconcentreerd,
rustig en beheerst gedrag naar ongeconcentreerd, druk en impulsief gedrag. 1 op 20 kinderen, vaker
jongens, ADHD is bron van controverse, bijwerkingen soms aanzienlijk
Symptomen:
− Niet in voldoende aandacht te geven aan details, maakt achteloos fouten op school
− Volgt aanwijzingen vaak niet op
− Raakt vaak dingen kwijt
− Beweegt vaak onrustig
− Staat vaak op
− Kan moeilijk rustig spelen
− Verstoort vaak bezigheden van anderen of dringt zich op
Belangrijke begrippen hoofdstuk 11:
Chronische ziekte Een aandoening die lange tijd aanhoudt en
waarbij er geen uitzicht is op volledige
genezing.
Astma Chronische aandoening die wordt gekenmerkt
door periodieke aanvallen van piepend
ademhalen, hoesten en kortademigheid.
Psychosomatische klachten Lichamelijke klachten waarbij de oorzaak niet
(alleen) lichamelijk, maar ook psychisch is.
Somatoforme stoornis Een psychische aandoening waarbij een
persoon langdurig psychosomatische klachten
heeft.
Visuele beperking Probleem met het gezichtsvermogen, zoals
blindheid of slechtziendheid.