DE BETROUWBAARHEID EN VALIDITEIT VAN DE SDQ
Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ):
De betrouwbaarheid en validiteit
Jente Dekker
Vrije Universiteit Amsterdam
Naam student: Jente Dekker
Studentnummer: 2809708
Naam tutor: Suzanne Stigter
Groep: 22
Datum: 31 Maart 2024
Studieonderdeel: Meten en Diagnostiek 1
, DE BETROUWBAARHEID EN VALIDITEIT VAN DE SDQ
Methode
Participanten
In totaal hebben ouders van 604 participanten de Strength and Difficulties Questionnaire
ingevuld. Onder de deelnemers waren 304 jongens (50.3%) en 300 (49,7%) meisjes. De
minimale leeftijd bedroeg 8 en de maximale leeftijd was 10 (M= 9.07, SD= .75).
Materiaal
De Strength and Difficulties Questionnaire (SDQ) is een instrument dat wordt ingezet in
onderzoek om psychosociale problematiek en de bijbehorende effecten te meten bij kinderen
en adolescenten in de leeftijdscategorie van 2 tot 16 jaar (Goodman, 1997). De SDQ-vragenlijst
bedraagt diverse varianten, waaronder twee versies voor zowel ouders als leerkrachten van
kinderen in de leeftijdscategorie van 2 tot 4 jaar, en van 4 tot 16 jaar, en ten slotte een
zelfrapportagevragenlijst voor jongeren tussen 11 en 16 jaar oud. Voor dit specifieke onderzoek
is gebruikgemaakt van de vragenlijst die bestemd is voor zowel ouders als leerkrachten van
kinderen in de leeftijdscategorie van 4 tot 16 jaar.
In dit onderzoek is er gebruik gemaakt van 25 items onderverdeeld in vijf
subcategorieën: Emotionele Problemen, Gedragsproblemen, Hyperactiviteit, Problemen in de
relatie met leeftijdsgenoten en Prosociaal Gedrag. De Totale Probleemschaal bestond uit alle
subschalen, behalve de schaal van Prosociaal gedrag, die werd niet meegenomen.
De categorieën bestonden elk uit een reeks van vijf items. De deelnemers werden
gevraagd om aan elk van deze items een score toe te kennen, variërend van 0 tot 2, waarbij 0
stond voor "niet waar", 1 voor "een beetje waar", en 2 voor "zeker waar". De Hyperactiviteit
score werd afgeleid door de items 2, 10, 15, 21 en 25. Een stelling die gevraagd werd in deze
schaal was bijvoorbeeld “Denkt na voor iets te doen”. De subschaal Prosociaal Gedrag werd
bepaald door items 1, 4, 9, 17 en 20. Een voorbeeld hiervan is ‘Behulpzaam als iemand zich
heeft bezeerd, van streek is of zich ziek voelt’. Voor beide categorieën varieerde de scores
tussen een minimum van 0 en een maximum van 10. De Totale Probleemschaal had een bereik
van 0 tot 40. Aan de hand van de scores is een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd.
Statistische analyse
Enkele items vereisten omgescoord te worden vanwege positieve formuleringen in contrast met
de negatieve formuleringen binnen de subschalen. Dit betrof de items 7, 11, 14, 21 en 25. Deze
omscoring werd uitgevoerd in het softwareprogramma SPSS. Vervolgens werd een
betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd op de items die behoren tot de Totale Probleemschaal,