INLEIDING
(PATHO)FYSIOLOGIE
A.T.M. Bernards, R.J. Keukens
Werkwijze:
In deze cursus pathofysiologie staat behalve de omschreven leerstof de zelfstandig lerende
student centraal.
Voorlopig bestaat het begeleide onderwijs uit één college per week (blokuur) waarvan een uur
tot een uur en een kwartier bestaat uit een zoveel mogelijk interactief hoorcollege waarin de
rode draad word aangegeven, gevolgd door een deel responsiecollege op vragen vanuit de al
middels zelfstudie en zelfstandige onbegeleide werkgroepen verwerkte leerstof en vragen
voortvloeiend uit de lopende OWE ‘s.
Voorafgaand aan de college’s zijn er studieopdarchten en veelal kennisclips die voorberieden
en oriënteren op de stof.
Als er een apart responsie college is geroosterd in een week word het gehele blokuur, 2x 45
min gebruikt voor hoorcollege en vind de responsie in het extra college plaats.
Naast het individueel, zelfstandig iets nieuws leren en kennisvragen te beantwoorden, wordt de
student uitdrukkelijk uitgenodigd zijn nieuwe kennis te verwerken en te koppelen aan lopende
OWE’s in studiegroepen (horizontale feed-back) en vervolgens, en dan pas, terug te koppelen
naar de inhoudsdeskundige (verticale feed-back).Voor het responsiedeel van het college
worden de overgebleven vragen zo veel mogelijk vooraf geplaastst op Han-scolar op het
discussieforum bij de leerlijn pathofysiologie.
Daar wordt eerst onderling geprobeerd de vragen te beantwoorden waarna de docent vragen
selecteerd ter bespreking in het responsiecollege of feedback geeft middels het discussiebord,
maar dat alleen als er minimaal twee inhoudelijke reacties van medestudenten zijn geweest.
De studietaken hebben zo veel mogelijk een consequente opzet:
1. (zins)oriëntatie op de leerdoelen en de leerstof middels hoorcolleges en zelfstudie: de studie-
opdrachten bestaan meestal uit het vooraf doorlezen en nadien bestuderen van de leerstof in de
leerboeken of de bijlagen op scolar. Ook zijn er kennisclips beschikbaar op scholar over
geselecteerde onderwerpen en zijn er opnames van bijna alle college’s om na te zien.
2. de uitvoering van deze (individuele) studie-opdrachten worden door de student zelf globaal
getoetst middels "ja/nee-vragen", waarvan de sleutel beschikbaar is: a is goed, b is fout.
3. daarna zijn er eventueel aanvullende studie-opdrachten, die naast de bespreking van de
goed/fout vragen uitgewerkt dienen te worden in de werkgroepen "zonder begeleiding" (hor-
izontale feed-back). Tijdens deze bijeenkomsten kunnen studenten de bij de zelfstudie ervaren
problemen aan de groep ter verheldering voorleggen.
4. in de responsiecolleges zal de docent de studenten feed-back geven op de uitgevoerde studie-
opdrachten (verticale feed-back). Ook worden in het college kennis-toepassings-opdrachten in de
groep besproken, waarbij de docent direct geraadpleegd kan worden (studiebegeleiding).
5. tenslotte toetst de student zichzelf of de stof voldoende is verwerkt middels de J/N-vragen. Als dat
niet het geval is gaat hij te rade bij zichzelf en zijn studiegroep.
De stof word getoetst middels kennistoets vragen aan het eind van elke onderwijsblok, tussentijds zijn
naast de goed/fout vragen opgenomen bij de weekopdrachten proeftoetsen beschikbaar op
scholar bij toetsing..
De onderverdeling in kernstof en achtergrondinformatie is wezenlijk bij een dergelijke scholingsconcept.
Deze is af te leiden uit de oriëntatie aan geboden in de rodedraadcolleges met de begeleidende PPP de
aangebeoden kenmnisclips en de geformuleerde studie-opdrachten.
Daarnaast biedt het werken in groepen en het integreren van de stof in de aanpalende OWE’s de
individuele student de mogelijkheid om te reflecteren over de (individuele) leerdoelen en de daarbij
,horende leerstrategie. Het verwoorden van je eigen problemen en gekozen oplossingen draagt bij tot de
ontwikkeling van een kritische attitude en het vermogen tot kritische zelfreflectie.
BRONNENLIJST
boek : Medische fysiologie .
schrijvers : L.N. Bouman en. J.A. Bernards (B&B) en H.W.G.M. Boddeke
editie : Bohn Stafleu Van Loghum, Houten tweede, herziene druk, 2008
ISBN: 978 90 313 4675 2
boek : Medische basiskennis,
schrijvers : Frans Verstappan
editie : uitgeverij lemma Den Haag, 3e (of 4e) druk ISBN:978 90 5931 325 5
boek : Dynamiek van het menselijk bindweefsel.
schrijver : J.J. de Morree.
editie : Bohn, Stafleu Van Loghum, 2008, vijfde herziene druk, ISBN 978 90 313 51978
boek : Inspanningsfysiologie oefentherapie en training.
schrijver : J.J. de Morree.
editie : Bohn, Stafleu Van Loghum, 2006, ISBN 90 313 4366 8
ook te raadplegen, aangeraden als alternatief voor Medische fysiologie B&B,
boek : Fysiologie (Leerboek voor paramedische opleidingen)
schrijvers : Burgerhout, van der Burgt, Alessie, Houwink.
editie : Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, achtste herziene druk, 2017
Zie ook: Documenten op Han-scholar , leerlijnen, leerlijnen propedeuse, onder pathofysiologie.
, INLEIDING
(PATHO)FYSIOLOGIE
en internationaal geaccepteerde
denkmodellen in de fysiotherapie
WEEK 1 EN 2 GEVEN EEN INLEIDING IN EEN TWEETAL SUBTHEMA’S
1. Internationaal geaccepteerde denkmodellen in de fysiotherapie
en een inleiding in de (patho)fysiologie.
- Inleiding pathofysiologie; de student neemt kennis van de basisbegrippen uit de
pathofysiologie . Hij leert termen uit het medisch-fysiotherapeutisch jargon te analyseren
en deze toe te passen in het klinisch redeneren (oa. gebruik ICD en ICF).
- De student leert te denken over gezondheid en gezondheidsproblemen vanuit een Bio-
Psycho-Sociale grondslag. Het meerdimensionaal belasting/belastbaarheids-model vormt
het leidende perspectief. Hierin wordt een mensbeeld gehanteerd waarin de mens in
voortdurende wisselwerking staat met zijn omgeving. Deze wisselwerking komt tot
uitdrukking door het vermogen van de mens tot adaptatie. Vanuit deze basisopvattingen is
fysiotherapie het optimaliseren van natuurlijke aanpassings- en herstelprocessen in een
systeemtheoretische benadering..
- Homeostasemodel en biologische regelprincipes algemeen;
- het systeem als probleemoplosser bij verstoringen, biologisch leren.
- inleiding in het Meerdimensionaalbelasting- en belastbaarheidsmodel, leren op elk nivo
van het systeem, functie maakt vorm
- homeostase microcirculatie met diffusie en osmose.
2. Fysiologie van de adaptatie.
A) Adaptatie op het niveau van cellen en weefsels.
Op welke wijze het menselijk organisme zich ook aanpast het zijn altijd cellen die hier voor
verantwoordelijk zijn. De student is in staat de globale bouw en functie van cellen en weefsels
te beschrijven en hoe en onder welke condities adaptatieprocessen plaatsvinden. Hij kan dit
aangeven voor bindweefsel, spierweefsel, zenuwweefsel en bedekkend weefsel. Hij betrekt
daarin de volgende begrippen adaptatie mogelijkheden cellen; restauratie-, regeneratie- en
reparatieprocessen; naar differentiatie en specialisatie: mitotisch, postmitotisch en
recurrentmitotisch;
Dynamiek van het menselijk bindweefsel (week 3) en bouw en functie van de spier (w 4,5,6).
B) Adaptatie als biologisch leerproces (wordt uitgewerkt in blok 2)
De student kan biologisch leren beschrijven en uitleggen. Hij is in staat adaptatie in gedrag en
adaptatie in de eigenschappen te expliciteren, dwz. de dynamiek van eigenschappen van
cellen, weefsels, orgaansystemen en individu, waaronder:
- de beïnvloedbaarheid van grondmotorische eigenschappen, mobiliteit, coördinatie,
kracht, snelheid en uithoudingsvermogen (waaraan moet een prikkel voldoen wil het
leiden tot adaptatie)
- trainbaarheid van de individuele sporter, voorwaardelijkheden en vegetatieve regulatie
- centrale trainingseffecten:adaptatie van het cardiovasculaire systeem bij inspanning als
gevolg van training
- perifere trainingseffecten: adaptatie van het neuromusculaire systeem bij inspanning als
gevolg van training.