Van Norden, S. (2014). Iedereen kan leren schrijven: schrijfplezier en schrijfvaardigheid in het
basisonderwijs. Bussum: Coutinho.
Nederlands – Iedereen kan leren schrijven, samenvatting
Theorie - Onderwijs in het schrijven van teksten
Hoofdstuk 1 Een stevige basis voor hedendaags schrijfonderwijs
1.1 Het belang van schrijfvaardigheid in het digitale tijdperk
Basisvaardigheden = leren lezen, schrijven en rekenen.
De kloof groeit tussen schools/formeel schrijven en dagelijks/informeel schrijven.
Leren schrijven: bewust worden van jezelf en je omgeving, nadenken over situaties om ze op papier
te krijgen.
Tegenwoordig veel informele taal via WhatsApp, E-mail, social media.
1.2 Waar moet het naartoe met het schrijfonderwijs?
Begeleiden van schrijfproces is erg belangrijk, wordt weinig gedaan. Stellessen schieten meestal
ergens tussen, laten leerkrachten weg.
Schrijven koppelen aan:
- Lezen; tekstopbouw duidelijk
- Spelling en grammatica; oefenmateriaal
- Woordenschatontwikkeling; zoeken naar juiste woorden
- Mondelinge taal; interactief over onderwerp praten
- Beginnende geletterdheid; bijschrijven bij taaltekeningen
Zaakvakkennis wordt sterk als ze er actief over spreken en schrijven; spreekbeurt van jezelf onthoud
je lang, rest van besproken onderwerpen op school minder goed onthouden.
Je leert taal pas bewust als je iets aan een ander moet uitleggen, mondeling of schriftelijk.
1.3 Hoe taal en inhoud samengaan in goed schrijfonderwijs
Communicatie van inhoud, interesse van kinderen belangrijk.
Inhoudsbronnen:
- Ervaringswereld
- Zaakvakken
- (kinder)literatuur en kunsten
Deze drie leveren onder andere:
- Stof voor gesprekken
- Aanknopingspunten voor woordenschatuitbreiding
- Inhoudelijke kennis
1.4 De werkwijze van taalvorming als basis en brug
Werkwijze van taalvorming
- Niet gaan twijfelen over de vorm van de tekst
- Inspiratie hebben
- Kennis hebben over je onderwerp
Taalvorming begint altijd bij de eigen ervaringen van kinderen.
Taalvorming stelt weinig vormeisen vooraf, maar bespreekt teksten vanuit de inhoud achteraf.
Het vertellen en schrijven over ervaringen bij taalvorming zorgt voor betrokkenheid van alle soorten
kinderen.
Basis voor schrijfgemak en -pleizer, een brug van spreektaal naar schrijftaal.
Kleuters: taaltekening = tekening met door de leerkracht bijgeschreven en voorgelezen tekst over
een ervaring. Gesproken schrijftaal = de voorgelezen tekst van de leerkracht navertellen, ‘voorlezen’.
Groep 3: losse woorden maken een zin. Een tekst bestaat uit meerdere zinnen.
Groep 4: schrijfplezier, teksten liggen dicht bij spreektaal.
, Van Norden, S. (2014). Iedereen kan leren schrijven: schrijfplezier en schrijfvaardigheid in het
basisonderwijs. Bussum: Coutinho.
Groep 5: inhoud van tekst in details kennen, er is een lezer die je tekst moet begrijpen. Zinsbouw,
interpunctie, woordkeus en tekstopbouw.
Groep 6: schrijven over niet-ervaringsonderwerpen, teksten bespreken/herschrijven/uitbreiden.
Groep 7+8: doelgericht schrijven koppelen aan kennis van taalgenres. Informatieve teksten,
kennisonderwerpen. Zakelijk schrijven.
Hoofdstuk 2 Functioneel schrijven: werken met tekstgenres en tekstsoorten
2.1 Schrijven en academische taalvaardigheid
Vaak wordt er een tekstje geschreven over de vakantie. Vinden ze dat wel leuk? Leren de kinderen
dan wel wat ze moeten leren om de basisschooldoelen voor schrijven te bereiken?
Schrijven is de meest complexe taalvaardigheid, Ook is schrijven de meest bewuste vorm van actief
taalgebruik: vorm en inhoud.
Sociale media: nieuwe vorm tussen spreek- en schrijftaal: halve zinnen, losse woorden, etc.
Schooltaal = taal die je nodig hebt om op school bij alle vakken en later in je opleiding vooruit te
komen.
Schrijftaal = taal van boeken, brieven, verslagen en handleidingen en van de miljoenen informatieve
teksten op internet. Moeilijk.
Er zijn vaak verhalende genres = verslagen van uitstapjes, verhaaltjes, etc. Er zijn weinig recepten,
reclameteksten en brieven.
Vanaf groep 5 schooltaal, zaakvakteksten en begrijpend lezen.
Strategieën leren.
Door veel te leren vergroot je je kennis van zinsstructuren en complexere schrijfvaardigheden.
Leesvaardigheden kun je toepassen bij het schrijven.
Vakantieverhalen: in belevingswereld van kinderen, ze weten waar ze over schrijven. Nadeel: geen
ontwikkeling in dit genre, het is steeds hetzelfde genre.
2.2 Van creatief en zakelijk schrijven naar functioneel schrijven
Van vertellen, chronologisch naar analytisch, gestructureerd schrijven.
Creatief schrijven = leuk, fantasieverhalen, gedichten. Wordt vaak niet beoordeeld.
Zakelijk schrijven = wordt lastig gevonden, methodes van stellen, werkstukken. Wordt wel
beoordeeld.
In groep 8 moet je kunnen schrijven:
- Verslag
- Werkstuk
- Verhaal
- Informatieve tekst
- Gedicht
- Briefje, kaart, e-mail
- Kort bericht (boodschap met eenvoudige informatie)
- Eenvoudige standaardformulieren
- Aantekeningen
Belangrijke schrijfdoelen van SLO
- Beschrijven
- Instrueren
- Betogen
- Vrije expressie
- Schrijvend lezen