samenvatting van nlt module "klimaatverandering, als het noordpoolgebied opwarmt...". Begrippen en technieken uitgelegd. Handig voor het leren van de toets of bij het maken van de opdrachten.
van 2.2 tot 3.3, want hoofdstuk 1 is de inleiding.
2.2 Klimaatreconstructie
Manieren om te bepalen hoe het klimaat vroeger was
Dendrochronologie
Archeologen gebruiken dendrochronologie om te bepalen hoe oud hout is. Deze methode is
tot enige duizend jaar terug betrouwbaar. Hiervoor wordt hout van een eik gebruikt. Elk jaar
groeit er een ring, dus door het tellen van de ringen weet je dus hoeveel jaar oud het hout is.
De jaarringen variëren in dikte: tijdens een warm seizoen met veel neerslag komt er een
dikke ring en tijdens een koud en te nat of een te droog seizoen een dunne ring.
Pollen
stuifmeelkorrels komen in grote getale voor, blijven goed bewaard en elke soort heeft een
karakteristieke vorm. Als je door middel van een boring kun je met een microscoop precies
zien welke vegetatie in welke periode overheerste, wat een indicatie vormt voor de natuur.
Dit kan tot tienduizenden jaren terug bekeken worden.
Ijskernen
tussen ijskristallen blijft altijd lucht zitten waarin het co2 en het methaangehalte te bepalen
zijn. Dit kan gemeten worden tot 740.000 jaar terug. Hier zagen ze 8 ijstijden (glacialen) elk
gevolgd door een warmere periode (interglaciaal).
Landschap
Periglaciale omstandigheden: de bodem is geheel of gedeeltelijk bevroren. zoals een
vorstwig die ontstaat doordat de bodem scheurt. Dit loopt vol met water wat weer bevriest en
uitzet wat de scheur groter maakt.
Een pingo ontstaat doordat in de ondergrond water bevriest en er een ijsklomp ontstaat. Zo
vormt er zich een ijsbult onder de bevroren bovenste meters van de bodem. Aan de
bovenkant barst de bult open en de bodem zakt in de zomer naar beneden. Dat wordt de
latere ringwal.
Fossiel Plankton
Sommige planktonsoorten maken kalkschaaltjes. De bouwstenen daarvoor halen ze uit
water en lucht. Van zuurstof bestaan er twee isotopen (atomen van hetzelfde element met
verschillend aantal neutronen). O18 en O16. In koude periode blijft de O16 achter in de
sneeuw en zit O18 in het water. het plankton legt de verhouding tussen O16 en O18 heel
nauwkeurig vast. door boringen kunnen we de kalkschaaltjes omhoog halen en de
watertemperatuur van vroeger bepalen —> paleothermometer. Temperatuur bepalen tot 65
miljoen jaar terug.
Schelpen
Uit schelpen kun je op dezelfde manier als bij plankton de temperatuur bepalen, maar dan
, ook nog de natheid van dat jaar. met het meetapparaat massaspectrometer wordt per
jaarring de isotopensamenstelling bepaald. Hiermee ook bepalen of een rivier is
overstroomd wat weer een indicatie is voor het Noord-Atlantische oscillatie, het
luchtdrukverschil tussen het hogedrukgebied boven de azoren en het lagedrukgebied bij
ijsland.
druipstenen
Ze groeien vooral aan in natte perioden. Ook hier zijn jaarringen zichtbaar met een verschil
tussen natte perioden (dikke ringen) en droge periode (geen ring, meestal organisch
materiaal). tienduizenden jaren terug.
Gesteenten
Door de fossielen en kalkafzettingen zien hoe het er vroeger uitzag. bijv hoe de zeespiegel
stond en welke temperatuur er heerste.
2.3 het verhaal van de aarde
aardwetenschappers = paleoklimatologen
De aarde is 4,6 miljard jaar oud. Het CO2 gehalte is de laatste tijd erg hard aan het stijgen,
mede dankzij menselijke invloeden.
2.4 Oorzaken van klimaatverandering
de aardkorst bestaat uit Lithosfeerplaten die ten opzichte van elkaar bewegen. deze
stroming is het gevolg van het afkoelen van het binnenste van de aarde.
De invloed van platentektoniek op het klimaat
- Na het uiteenvallen van het supercontinent werden de klimaten veel gematigder.
- De posities ten opzichte van de polen. er is een continent nodig om een aanzienlijke
ijskap op te kunnen bouwen.
- De posities van de continenten had ook invloed op het patroon van zeestromen.
Zeestromen verplaatsen enorme hoeveelheden energie. Dat kunnen ze alleen doen
als ze ongehinderd van de tropen naar de hogere breedtegraden kunnen stromen.
Hierdoor kan de rest van de wereld ijsvrij blijven.
Vulkanisme
Krachtige vulkaanuitbarstingen zorgen voor wolken van fijn stof en gas die in de atmosfeer
komen. Hierdoor kan er een aantal jaar minder zon bij het aardoppervlak komen wat zorgt
voor afkoeling.
Lange vulkaanuitbarstingen laten magma vloeien waarbij er veel CO2 in de atmosfeer komt
dat het broeikaseffect versterkt.
Meteoriet inslag
De eerste uren na een inslag komt er een enorme hitte puls waarbij al het landleven wordt
gedood. Er ontstaan branden met zuurstoftekort als gevolg. Daarna daalde de temperatuur
sterk omdat het zonlicht werd tegengehouden door al het stof en roet in de lucht. Ook heeft
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lonneschroder. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.