Dit bestand bevat uitgebreide aantekeningen uit de onderwijsgroepen van het vak Onrechtmatige Daad en Schadevergoeding. Tevens vind je het antwoord van de casus. Alle relevante informatie t.a.v dit onderdeel voor het tentamen staat erin vermeld!
Bijeenkomst 6 Onrechtmatige Daad en Schadevergoeding
Week 6 Bijeenkomst
6 Invloed van verzekeringen en regres
Lees: noot Hartlief Verhaeg / Jenniskens
Bijeenkomst 7 aanvulling:
Verhaeg is de werknemer en deze werkt bij Jenniskens. Verhaeg komt klem te zitten
met zijn arm. Wie is hiervoor aansprakelijk? Jennsikens op grond van werkgevers
aansprakelijkheid ex. art. 7:658 BW. Dit moet worden vergoed. Jenniskens is daarvoor
verzekerd bij twee verschillende aansprakelijkheidsverzekeraars. Dit is, zoals we in
het eerste bijeenkomst hebben besproken een AVB (aansprakelijkheidsverzekering
voor bedrijven, zie B1). Deze is niet verplicht, zoals de WAM verzekering. De
dekkingsgraad is groot, dus de meeste hebben een dergelijke verzekering. De
dekkingsgraad is 85 à 90% van de bedrijven. Die verzekering gaat uitkeringen ten
hoogte van de schade van Verhaeg.
Wat heeft Jenniskens daarnaast nog voor een verzekering?
Een ongevallenverzekering bij AM-EV. De ongevallenverzekering is een
sommenverzekering.
Aegon + Fortis vragen zich af of dit in mindering moet worden gebracht.
Wat is hier nog niet meer relevant? Het was een onverplichte ongevallenverzekering.
Het was betaald door Jenniskens. Dus eigenlijk is hij een goede werkgever.
Verschil IBC Derkx Sommenverzekering gaat de dader niet aan. Verreken je wel,
dan profiteert hij. Hier gaat het om of de aansprakelijkheidsverzekering mag
profiteren, niet de dader.
Anders dan de schadeverzekeraar, kan de sommenverzekeraar niet subrogeren. Hij
kan zich niet verhalen op de aansprakelijke persoon. Schadeverzekering is subrogatie
962. Bij schadeverzekering moet je onthouden dat er twee benaderingen zijn;
1) klassieke benadering; door schadeverzekeringsuitkering wordt de schade nihil /
verminderd. In dit arrest brengt de Hoge Raad het toch onder artikel 100. In de
klassieke leer is het geen vraag van voordeelstoerekening. Hier heb je het wel. Als je
zegt dat voordeel kan worden toegerekend, dan profiteert de dader.
Wat vraagt Verhaeg? Wat is de inzet van de procedure?
Verhaeg zegt dat het niet als voordeel wordt toegerekend. Dat vordert Verhaeg.
Rechtbank: wel een voordeelstoerekening.
Hof: is het eens met de rechtbank en zegt dat er wel voordeelstoerekening is.
Waarom zegt het Hof dat?
Het is onverplicht, er is betaald. Het maakt niet uit dat vervolgens de
aansprakelijkheidsverzekeraars profiteren van de voordeelstoerekening. Dit vind je in
r.o. 3.2. Verhaeg vordert kort gezet geen voordeelstoerekening. Rechtbank
afgewezen. Hof vindt het redelijk om te verrekenen.
De Hoge Raad is het er niet mee eens. Ze vernietigen de uitspraak van het Hof. Het is
niet op voldoende gemotiveerde gronden aangenomen. ze geven een lijst met subs
waarop ze het hebben genomen (sub a tot en met f). Zie het college! Zie de noot
van Hartlief bij het arrest. Hij zegt dat de dominante factor f is. Als er een
aansprakelijkheidsverzekering is, dan is er in principe geen voordeelstoerekening. Dus
de eerste vraag moet zijn; is de aansprakelijkheid van de aansprakelijke persoon door
een aansprakelijkheidsverzekering gedekt. Is dat het geval, dan is er geen
voordeelstoerekening. Ze willen niet dan aansprakelijkheidsverzekeraars profiteren
van de verzekering. Net als de dader (dit bleek uit IBC/ Derkx).
Is het antwoord nee? (dus 10 1a 15% van de gevallen). Dan wordt het relevant wie de
aansprakelijkheid heeft afgesloten. Bij uitzondering is dat anders; aard van de
aansprakelijkheid, aard van de gevolgen…
1
, ken de noot. En weet dat in de meeste gevallen er sprake is van een
aansprakelijkheidsverzekering.
Tenett / ABB
Het gaat hier om een medededingingszaak. Tenett heeft van ABB een zaak gekocht,
maar ABB bleek lid te zijn van een kartel. Ze hielden de prijs omhoog samen met
concurrenten. Tenett zegt meer te hebben betalen dan dat ze anders hadden moeten
doen. Ze claimen dit als zaken. ABB voert de doorverrekeningsverweer (passing on
verweer) en zeggen; je hebt geen schade geleden, want de hogere prijs die je hebt
betaald heb je doorgerekend aan je afnemers. Daardoor is je schade nihil. Hoe moeten
we dit doorverrekeningsverweer duiden. Wat is de invloed van de voordelen bij
schadevaststelling? Dit kun je op twee manieren benaderen.
Is de stelling: er het een vraag van schadebegroting (art. 6:97) of
voordeelstoerekening (6:100)? Je kan dus op deze twee manieren kijken naar de
doorverrekeningsverweer.
Voordeelstoerekening; de voordelen die je hebt gekregen moeten in mindering
worden gebracht op de schade.
Wat zegt de hoge raad hierover, maakt het uit welke methode je kiest?
Nee, zolang de uitkomst maar hetzelfde is. Het was een stevig debat. Waardoor je zou
kunnen denken dat het een relevante vraag is. De Hoge Raad geeft dan aan dat het
niks uit maakt. De regimes zijn hetzelfde, dat betekent dat ook de uitkomst hetzelfde
is. Dan is het nog belangrijk dat in het arrest er ook wat wordt gezegd over artikel
100. Tot dit arrest hebben we een strenge leer gehanteerd. Voor artikel 100 is vereist
dat het voortvloeit uit eenzelfde gebeurtenis. Hiervoor geldt een vrije strenge leer die
de Hoge Raad in dit arrest heeft verlaten. De Hoge Raad zegt; om ervoor te zorgen
dat de regimes hetzelfde zijn, doen we het nu op een andere manier. vanaf dit arrest
moet je dat kennen. Hoe wordt het aangepakt om te kijken of voordeel schade
voortvloeien uit een zelfde gebeurtenis?
Eerst moet je door de poort van CSQN-verband. Ben je door de poort heen, dan vloeit
er een inhoudelijke toets. Dus alles wat je hebt gezien bij toetsing naar de leer van de
redelijkheid. De inhoudelijke toetst wordt ingevuld door art. 6:98 BW.
Hartlief zegt in 225: daarbij dient men te bedenken dat de richting die wordt gewezen
door deze factoren verschilt of het voordelen of nadelen betreft. De ruime toerekening
zorgt voor terughoudendheid bij de voordeelstoerekening. Minder ruime toerekening
wordt eerder toegerekend. Dus het moet gepaard gaan met terughoudende
voordeelstoerekening. Een minder terughoudende voordeelstoerekening ligt meer
voor de hand. Het is een arrest van 2017, dus we weten niet hoe de HR hiermee om
zal gaan. We moeten kijken hoe het zich verder zal ontwikkelen. We weten ook niet
hoe partijen een probleem presenteren aan de rechter. Dus het kan nog steeds op
grond van voordeelstoerkening gebeuren.
Dus partijen kunnen ook de grondslag van 97 kiezen. Maar dit is ook relevant voor
artikel 100.
Handig: algemene kader nr. 225 Rode boek.
Voordeelstoerekening
Het speelt bij de vraag wat de invloed is van de voordelen op de schade. Een voordeel
kan op 2 manieren aan de orde worden gesteld:
Art. 6:97 BW: schadebegroting: er is een uitkering van een schadeverzekering
die ziet op de vergoeding van de schade. Is er geen vergoeding van schade,
dan hebben we ook geen voordeel.
Art. 6:100 BW: voordeelstoerekening: De Hoge Raad zegt dat het niet uit maakt
voor welke optie je gaat, ze bieden hetzelfde resultaat.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maastrichtuniversiteit1996. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.