IP hst 8 – vormen van bewustzijn
CENTRALE VRAAG: HOE KUNNEN PSYCHOLOGEN DROMEN EN ANDERE
SUBJECTIEVE MENTALE TOESTANDEN OBJECTIEF BESTUDEREN?
Het hebben van dromen representeert een van vele bewustzijnstoestanden die mogelijk zijn
voor de menselijke geest. Achter deze bewustzijnstoestanden vindt een groot deel van het
werk van de hersenen ‘offline’ plaats, buiten het bewustzijn.
KERNVRAAG 8.1: OP WELKE WIJZE IS HET BEWUSTZIJN AAN ANDERE GEESTELIJKE
PROCESSEN GERELATEERD?
Kernconcept 8.1: de hersenen werken op vele niveaus tegelijk, zowel bewuste als
onbewuste.
Door de combinatie van nieuwe hulpmiddelen en problemen ontstond een multidisciplinaire
wetenschap: cognitieve neurowetenschap – hierin doen cognitief psychologen,
neurowetenschappers, computerwetenschappers en onderzoekers uit andere vakgebieden
onderzoek naar het verband tussen mentale processen en de hersenen. Het begon te
ontrafelen hoe de hersenen informatie verwerken en bewuste ervaringen creëren.
De bewuste geest concentreert zich steeds op een ding tegelijk.
Onbewuste processen: processen in de hersenen die binnen het bewustzijn om gaat,
bijvoorbeeld de regulering van de hartslag, de ademhaling en de controle over de interne
organen en klieren. Kunnen WEL verschillende activiteiten tegelijk aansturen.
Ofwel: het bewustzijn moet informatie serieel (na elkaar) verwerken en onbewuste
hersencircuits zijn in staat tot parallelle verwerking van vele informatiestromen, oftewel tot
het tegelijkertijd verwerken van meerdere informatiestromen.
Bewustzijn: het proces waarmee de hersenen een mentaal model creëren van onze
ervaringen. Is dynamisch en continu en is gekoppeld aan andere processen, zoals
geheugen, leren, sensatie en perceptie. Alles wat in ons bewustzijn verschijnt, gaat door ons
werkgeheugen. Veel gedragsmatig leren, vooral leren dat plaatsvindt volgens het
mechanisme van klassieke conditionering, zoals het verwerven van een fobische respons,
sterk afhankelijk van processen die buiten het bewustzijn kunnen plaatsvinden.
Bewustzijn is ook gekoppeld aan aandacht: een proces waarbij het bewustzijn zich
concentreert op 1 item of ‘chunk’ in het werkgeheugen. Het is een kenmerk dat ervoor zorgt
, dat iets opvalt te midden van andere zaken in het bewustzijn. Het stelt je in staat om een
gesprek te volgen terwijl op de achtergrond allerlei andere stemmen klinken (selectieve
aandacht). Het hangt weer nauw samen met sensatie en perceptie.
Het bewustzijn helpt je om realiteit en fantasie te combineren en creëert een soort continue
film in je hoofd.
De nieuwe medische technieken voor brain imaging zoals MRI, fMRI en CT-scan vormen
nieuwe vensters waardoor wetenschappers in de hersenen kunnen kijken om te zien welke
gebieden bij verschillende mentale taken actief zijn; ze tonen ons het ‘wat’ van bewustzijn.
Bewuste verwerking gaat gepaard met gelijktijdige activiteit in vele hersencircuits, met name
in de hersenschors en in de banen die de thalamus met de hersenschors verbinden.
Sigmund Freud: onze geest opereert op een aantal niveaus tegelijk. Het menselijk
bewustzijn is slechts het topje van de ijsberg en de belangrijkste motieven en drijfveren doen
zich onbewust gelden. Hij zag het onbewuste als een reservoir van behoeften, verlangens,
wensen en traumatische herinneringen en hij meende dat verwerking in het onbewuste onze
bewuste gedachten, gevoelens, dromen, fantasieën en daden kan beïnvloeden.
Voorbewuste: het idee dat de geest een speciale onbewuste opslagruimte heeft voor
informatie waarvan we ons momenteel niet bewust zijn, maar die wel in het bewustzijn
beschikbaar is. Is in de moderne, cognitieve betekenis bijna hetzelfde als het LTG.
Seriële verwerking: werkwijze waarbij slechts 1 ding tegelijkertijd en achtereenvolgens
verwerkt kan worden.
Het bewustzijn
Parallelle verwerking: hierbij vinden twee of meer activiteiten tegelijkertijd plaats.
Het voorbewuste
Het onderbewuste
Onbewuste: het deel van de geest waarvan een individu zich niet bewust is, waar zich
onderdrukte impulsen, drijfveren en conflicten bevinden die geen toegang hebben tot het
bewuste.
Een deel van het bewustzijn waarvan we nog niet precies weten wat het inhoudt of
hoe het werkt.
Het bewustzijn is een geheel van processen en herinneringen op verschillende
niveaus, waarvan de meeste in het onbewuste zijn gelokaliseerd. Dat kunnen
voorbewuste herinneringen zijn, of hersenactiviteiten die fundamentele
lichaamsfuncties reguleren, maar ook processen die op de achtergrond aan het werk
zijn wanneer we een perceptie vormen van bijvoorbeeld een tafel of een opmerking.
Zulke onbewuste processen zijn subtiel en kunnen wellicht, zonder dat we het
beseffen, tot nervositeit of depressie leiden.
Priming: techniek waarmee impliciete herinneringen worden voorzien van een label
(cue) dat het terughalen van die herinneringen stimuleert, zonder dat de
(proef)persoon zich bewust is van het verband tussen het label en de teruggehaalde
herinnering.
o Geeft psychologen de kans om de onbewuste processen te bestuderen.
William James (1890) had een andere metafoor voor bewustzijn, waarin hij het gewone
wakkere bewustzijn vergeleek met een vloeiende stroom vol continu veranderende
sensaties, percepties, gedachten, herinneringen, gevoelens, motieven en verlangens. Deze
‘stroom van bewustzijn’ omvat het bewustzijn van onszelf en van prikkels uit onze omgeving.
Het kan ook fysieke sensaties, zoals honger en pijn, bevatten.
Het bewustzijn bestond volgens hem uit twee niveaus:
o Focusbewustzijn: alles waar we onze aandacht op een gegeven moment op
richten.
o Perifeer bewustzijn: omvat de gevoelens en associaties die datgene waarop
we ons concentreren betekenis geven en in een context plaatsen.