DE RELATIE TUSSEN
EMOTIEREGULATIE EN VEILIGE
HECHTING VAN PUBERS MET
HUN OUDERS
PB0802171822 - Onderzoekspracticum
cross-sectioneel onderzoek
Student:
Studentnummer:
,Samenvatting
Emoties en de manier waarop een kind en adolescent gehecht zijn aan de ouders zijn belangrijke
aspecten van hun bestaan. In dit onderzoek wordt onderzocht hoe de veilige hechtingsstijl met zowel
de moeder als de vader samenhangt met de emotieregulatie voor pubers en dan vooral met focus op de
cognitieve herwaarding en expressieve onderdrukking. De participanten waren 120 pubers van 12 jaar
waarbij geen onderscheid werd gemaakt tussen geslacht van de deelnemers. Er werd gebruik gemaakt
van de "Inventory of Parent and Peer Attachment" en de "Emotion Regulation Questionnaire". Deze
werden gemeten met in totaal 22 items die samen de veilige hechting bij zowel de moeder als de
vader, de emotionele herwaardering en het onderdrukken van emoties meten. Uit de resultaten van het
onderzoek bleek dat een veilige hechting met de moeder geen positief effect had op de cognitieve
herwaardering terwijl een veilige hechting met de vader wel een positief effect had op de cognitieve
herwaardering van de puber. Er werd echter geen enkel significant verband gevonden tussen de veilige
hechting met de ouders en expressieve onderdrukking op basis van deze data.
,De invloed van emotieregulatie en de relatie tot hechting bij pubers
Volgens Geestelijke Gezond Vlaanderen (2015) heeft 31,4% van de pubers in Vlaanderen psychische
problemen. Dit is een sterke stijging t.o.v. 5 jaar geleden. Het aantal psychische problemen loopt in
stijgende lijn vanaf de adolescentie (Kovacs & Devlin, 2003, pp. 47-63). Het is dus belangrijk om niet
enkel naar de gevolgen maar ook naar de risicofactoren te kijken van psychische problemen bij pubers
(Velez et al., 1989). Naast de genetische factoren, het temperament en de opvoedingsstijl, is ook
bekend dat gehechtheid en emotieregulatie behoren tot de risicofactoren om een psychopathologie te
ontwikkelen (Nunes et al., 2012, pp. 617-625).
Emotieregulatie kan gedefinieerd worden als het proces dat gericht is op het bijsturen en in
balans brengen van emoties (Koole, 2009). Emotieregulatie blijft zich doorheen de volledige
levensloop ontwikkelen en kan niet gescheiden worden van de sociale omgeving (Cole, 2014, pp. 203-
207). De emotieregulatie speelt een belangrijke rol in het algemeen welzijn van de puber en het
onderhouden van sociale relaties. Disfunctionele patronen in de emotieregulatie kunnen leiden tot
psychopathologie (John & Gross, 2004, pp. 1301-33). Een ontregeling van emotieregulatie kan
paniekaanvallen, persoonlijkheidsstoornissen en aandachtsproblemen teweegbrengen (Sheppes et al.,
2015, pp. 379-405). Er kunnen twee belangrijke emotieregulatie strategieën onderscheiden worden:
het herwaarderen van emoties (cognitive reappraisal) en het onderdrukken van emoties (suppression)
(Gross & John, 2003, pp. 348-362).
Cognitieve herwaardering wordt gedefinieerd als de poging om een emotie-opwekkende
situatie opnieuw te interpreteren op een manier die de betekenis en de emotionele impact ervan
verandert (Gross & John, 2003, pp. 348-362). Zo bijvoorbeeld kan wenen van verdriet opgevat worden
als wenen van geluk (Dennis & Hajcak, 2009, pp. 1373-83). Cognitieve herwaardering is een
adaptieve strategie die op een doeltreffende manier emoties kan sturen. Deze cognitieve techniek is te
verkiezen boven strategieën als ruminatie of vermijding (Aldao et al., 2010, pp. 217-37). Zo is
onderzocht dat het gebruik van ruminatie en vermijding een grotere kans voorspelt op depressie,
middelenmisbruik en bepaalde eetstoornissen (Nolen-Hoeksema et al., 2007, pp. 198-207). Het
, vermogen om emoties efficiënt te reguleren neemt in de adolescentie nog toe en wordt nauwkeuriger
afgesteld (Zeman et al., 2006, pp. 155-68).
Expressieve onderdrukking wordt gedefinieerd als de poging om emotie-expressief gedrag te
verbergen of te verminderen (John & Gross, 2003, pp. 348-362). De onderdrukking van emoties wordt
beschouwd als een onaangepaste strategie van emotieregulatie die negatief geassocieerd wordt aan
welzijn (Berking & Wupperman, 2012, pp. 128-34). Naarmate pubers meer ervaring opdoen en zich
verder ontwikkelen in een veilige hechtingsstijl met de ouders, gaan adolescenten meer gebruik
maken van gezonde, adaptieve strategieën zoals cognitieve herwaardering en gaan ongezonde
methoden zoals vermijding minder frequent hanteren (John & Gross, 2004, pp. 1301-33). Het gebruik
van “suppression” en het te weinig gebruik van “cognitieve reappraisal” zijn meermaals gelinkt aan
psychopathologie (Aldao et al., 2010, pp. 217-37).
De relaties die mensen met elkaar hebben zijn een bron voor de individuele verschillen in de
emotieregulatie (Mikulincer et al, 2003, 77-102). Elk kind ontwikkelt een hechtingsrelatie met de
ouders en bij elk individu hoort een bepaalde hechtingsstijl. Hechting verwijst naar het proces van het
verkrijgen van een emotionele band met de ouders. Deze band zorgt ervoor dat men zich goed voelt in
de nabijheid van de ouders en de personen waar ze naartoe kunnen bij moeilijke momenten (Sroufe,
2005, pp. 349-67). Zo is er gevonden dat goed contact tussen de ouders en het kind de hechtingsrelatie
beïnvloedt (Bakermans-Kranenburg, et al., 2004, pp. 545-549). Bovendien toont onderzoek aan dat de
relatie tussen het kind anders is bij de moeder dan bij de vader. De moeder zorgt meer voor de
veiligheid van het kind en de vader zorgt voor interactieve uitdagingen, uitdagend spel en de
autonomie van het kind (Newland, & Coyl, 2009, pp. 25-32).
Het proces van emotieregulatie kan verklaard worden vanuit de hechtingstheorie van Bowbly.
Deze onderscheidde een veilige, vermijdende, angstige en een gepreoccupeerde hechting. Wanneer
ouders op een consistente manier responsief reageren zijn kinderen geneigd een veilige hechtingsstijl
te ontwikkelen. Zo is al bewezen dat een veilige hechtingsstijl een protectieve factor is voor het
ontwikkelen van psychopathologie (Fergusson et al., 2012, pp. 303-310).
Er is nog maar weinig onderzoek gebeurd naar de emotieregulatie in relatie met hechting. Uit
onderzoek van Gentzler et al. (2010) werden de emotionele reacties op negatieve en positieve