1. What does Justice mean for Plato? What, then, is Educational Justice in Plato?
In de ideale staat van Plato verwijst hij naar een evenwicht tussen de drie klasse van de
samenleving: de heersende klassen, de krijgersklasse en de werkende klasse.
Rechtvaardigheid in de ideale staat houdt in dat iedereen doet waar hij/ zij geschikt voor is,
elke klasse werkt voor het welzijn van de anderen en daarmee dus ook zichzelf. Omdat
iedereen een taak toegedeeld krijgt waarvoor hij/ zij geschikt is, is de samenleving
rechtvaardig.
De heersersklasse bestaat uit filosofen of wijze mensen die verantwoordelijk zijn voor het
bestuur van de staat. Zij zijn het meest geschikt om te regeren vanwege hun wijsheid, kennis
en deugdzaamheid.
De krijgersklasse, ook wel de strijdersklasse genoemd, bestaat uit mensen die uitblinken in
fysieke en mentale kracht. Zij zijn verantwoordelijk voor de verdediging van de staat en
handhaving van de wetten en orde
De werkende klasse bestaat uit de rest van de bevolking, degenen die verantwoordelijk zijn
voor de productie en levering van goederen en diensten die nodig zijn voor het dagelijks
leven. Deze klasse heeft geen politieke macht en wordt geleid door de heersersklasse
krijgersklasse.
Onderwijsrechtvaardigheid: ieder individu krijgt de mogelijkheid om zich te ontwikkelen op
basis van zijn of haar eigen capaciteiten en talenten.
Individuen krijgen op basis van hun natuurlijke vaardigheden de juiste plek in de
samenleving. Dit houdt in dat individuen met een natuurlijke aanleg getraind en geschoold
worden voor de juiste functies die aansluiten op deze talenten.
àOnderwijs moet niet alleen gericht zijn op het vinden van de juiste balans tussen het
ontwikkelen van individuele talenten en het bijdragen aan het algemeen welzijn van de staat.
Plato geloofde erin dat deze aanpak zou zorgen dat individuen hun rol effectief konden
vervullen en zo konden bijdragen aan de algehele harmonie van de staat. Als deze harmonie
er is, is er rechtvaardigheid volgens Plato.
2. Describe and discuss the various features of education in The Republic (Ideale
Staat)
In de ideale staat beschrijft Plato verschillende kenmerken van het onderwijs die nodig zijn
voor een harmonieuze (en rechtvaaridge samenleving)
1. de rol van filosofie en kennis
Voor Plato is kennis de basis van de staatsinrichting en het bestuur. In de ideale staat is het
onderwijs gericht op het ontwikkelen van deugden zoals moed, rechtvaardigheid en wijsheid.
De filosofie speelt hierbij een belangrijke rol omdat zij de basis vormt voor het begrijpen van
deze deugden.
2. Gespecialiseerde opleiding (afhankelijk van talenten en capaciteiten)
Plato pleit voor een gespecialiseerde opleiding voor burgers, afhankelijk van hun natuurlijke
1
,aanleg en talenten. Hij verdeelt de burgers in drie klassen: de heersende klasse, de
krijgersklasse en de arbeidersklasse. Het onderwijs is gericht op het voorbereiden van burgers
op hun rol en verantwoordelijkheid binnen deze klassen.
3. Brede opleiding (ontwikkeling ziel en lichaam)
Naast de gespecialiseerde opleiding, pleit Plato ook voor een brede en holistische opvoeding.
Het onderwijs is niet alleen gericht op kennis en vaardigheden, maar ook op de ontwikkeling
van deugden en karaktereigenschappen. Zo wordt er bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan
muziek en gymnastiek om de ziel en het lichaam te ontwikkelen.
4. Rol van de staat (financiering & ondersteuning)
Plato stelt dat de staat verantwoordelijk is voor het onderwijs van haar burgers. De staat moet
ervoor zorgen dat elk individu de mogelijkheid krijgt om zich te ontwikkelen op basis van zijn
of haar eigen capaciteiten en talenten. De staat moet ook zorgen voor de financiële middelen
om het onderwijs te bekostigen en ervoor zorgen dat de leraren voldoende kennis en
vaardigheden hebben om hun taak uit te voeren.
5. Nadruk op morele vorming (deugdzame burgers vormen)
Plato benadrukt dat het doel van het onderwijs is om deugdzame burgers te vormen die in
staat zijn om bij te dragen aan een rechtvaardige samenleving. Het onderwijs moet daarom
gericht zijn op morele vorming en het ontwikkelen van deugden zoals moed, rechtvaardigheid
en wijsheid.
6. Onderwijs voor vrouwen
In de ideale staat pleit Plato ook voor onderwijs voor vrouwen. Vrouwen moeten net als
mannen een opleiding krijgen, zodat zijn hun rol en verantwoordelijkheid in de samenleving
kunnen vervullen.
Onderwijs is een middel om individuen te vormen tot deugdzame burgers die in staat zijn bij
te dragen aan een rechtvaardige samenleving.
3. Why / How does the family aggravate injustice?
Volgens Plato kan het gezin enigszins bijdragen aan onrechtvaardigheid in de samenleving.
Dit komt volgens Plato omdat de familie gebaseerd is op een natuurlijke hiërarchie, waarbij
de vader de macht heeft over vrouw en kinderen. Deze natuurlijke hiërarchie is in strijd met
de principes van rechtvaardigheid volgens Plato, die stelt dat ieder individu op de juiste plek
in de samenleving moet worden geplaatst (op basis van zijn eigen aangeboren talenten en
vermogens). Plato was van mening dat mensen niet alleen op basis van hun afkomst of
familiebanden een bepaalde positie in de samenleving moeten hebben, maar op basis van hun
persoonlijke kwaliteiten en verdiensten.
Deze natuurlijke hiërarchie kan overgaan op andere aspecten van de samenleving en kan zo
de principes van de rechtvaardigheid verstoren. Dit kan gebeuren doordat mensen binnen de
samenleving deze hiërarchische structuur gaan internaliseren en deze als norm gaan
beschouwen. Deze natuurlijke hiërarchie kan daarnaast ook nog bijdragen aan de vorming van
vooroordelen en discriminatie. Als de vader alle macht heeft, kan dit leiden tot de overtuiging
dat mannen meer macht hebbend dan vrouwen.
2
,Ook kan het gezin ook een bron van ongelijkheid zijn, omdat de kinderen van rijke ouders
vaak betere kansen hebben om te slagen dan kinderen van minder rijke ouders.
In het ideale geval zou de staat volgens Plato verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van
kinderen en zou de familie als instituut worden afgeschaft. Hierdoor zouden kinderen op basis
van hun aangeboren talenten en vermogens worden opgeleid en geplaatst in de juiste sociale
klassen, ongeacht hun afkomst. Dit zou leiden tot een meer rechtvaardige samenleving waarin
individuen op basis van hun verdiensten en kwaliteiten vooruitgang kunnen boeken, in plaats
van op basis van hun familiebanden.
4. Examine the relationship between virtue and the political leadership in Plato
Deugd is nauw verbonden met politiek leiderschap. Volgens Plato mogen alleen de werkelijke
deugdzame regeren in zijn samenleving. Dit komt omdat Plato vindt dat het uiteindelijke doel
van politiek leiderschap is om een rechtvaardige samenleving te creëren en dat alleen zij die
de deugden van wijsheid, moed, matigheid en rechtvaardigheid bezitten, dit kunnen bereiken.
- Wijsheid: politieke leiders moeten wijsheid bezitten, omdat de ware aard van de
werkelijkheid te begrijpen en om beslissingen te kunnen nemen voor het algemeen
belang.
- Moed: politieke leiders moeten moed bezitten, oftewel het vermogen om te handelen
in tijden van gevaar en angst, om beslissingen te kunnen nemen die wellicht niet
populair zijn maar wel voor het algemeen belang.
- Matigheid: oftewel het vermogen om hun eigen verlangens en passies te kunnen
onderdrukken en te kunnen handelen in het belang van de samenleving.
- Rechtvaardigheid: het vermogen om alle leden van de samenleving eerlijk en
onpartijdig te kunnen behandelen.
Plato geloofde dat alleen degenen die deze deugden bezitten, te vertrouwen zijn om
rechtvaardig te regeren. In Plato zijn ideale staat is het onderwijssysteem ontworpen
om deze deugden te ontwikkelen bij toekomstige leiders. Politiek leiderschap moet
geworteld zijn in de deugd (wijsheid, moed, matigheid en rechtvaardigheid). Alleen
degenen die deze deugden bezitten, zijn in staat om een rechtvaardige samenleving te
creëren.
5. Describe in detail the features of Emile’s education
Natuur is goed, maatschappij is slecht. Rousseau richt zich in zijn boek op de
opvoeding en de vorming van de ideale burger. Het boek beschrijft de verschillende
stappen van de opvoeding van een jongen genaamd Emile, waarbij de nadruk ligt op
de ontwikkeling van zijn natuurlijke neigingen en deugden.
Natuur van het kindàde aangeboren eigenschappen, neigingen en verlangens. Kinderen
zijn van nature goed, maar kunnen verstoord worden door de samenleving.
Rousseau pleit voor een opvoeding die de natuurlijke ontwikkeling van het kind
respecteert, waarbij het kind wordt aangemoedigd om door middel van ervaring en
observatie zelf kennis op te doen. De opvoeding zou dus in overeenstemming moeten
zijn met de natuur van het kind (eigenschappen, neigingen, verlangens).
3
, Daarnaast benadrukt Rousseau het belang van fysieke activiteiten en beweging in de
opvoeding. Hij pleit voor een opvoeding die niet alleen gericht is op intellectuele
ontwikkeling, maar ook op lichamelijke ontwikkeling en gezondheid. Een gezond
lichaam = een gezonde geest
Belangrijk om sociale en morele waarden te ontwikkelen tijdens de opvoeding.
Rousseau benadrukt het belang van deugden als eerlijkheid, vriendelijkheid,
mededogen en respect voor anderen. Hij pleit voor een opvoeding die kinderen leert
om empathie te hebben voor anderen en om hun gedrag af te stemmen op wat het
beste is als samenleving als geheel.
Opvoeder = rolmodel. Zelf een voorbeeld zijn van deugdzaam gedrag en door het kind te
stimuleren kritisch te denken en zelfstandig te handelen.
6. What role does Emile's tutor play? Does he facilitate Emile’s freedom? How?
De tutor van Emile, Rousseau, speelt een cruciale rol in het bevorderen van de vrijheid van
Emile. Zijn vormelijkste verantwoordelijkheid is om Emile zijn opvoeding te begeleiden op
een manier die hem in staat stelt om uit te groeien tot een vrij en onafhankelijk persoon, die is
staat is om zijn eigen keuzes en beslissingen te nemen.
De tutor faciliteert de vrijheid van Emile door hem te laten ontdekken en experimenteren in
zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. In plaats van hem te dwingen om kennis op te
nemen uit boeken, laat de tutor Emile de wereld om hem heen ervaren en begrijpen door
middel van praktische ervaringen.
De tutor helpt Emile zijn eigen morele code en ethiek te ontwikkelen door hem aan te
moedigen om te reflecteren op zijn eigen ervaringen e door hem zijn eigen oordeel te laten
trekken. Dit helpt Emile zelfbewust te worden en verantwoordelijker te zijn, wat leidt tot
vrijheid en autonomie.
Kind moet zelf in staat zijn om de wereld te verkennen en door te leren door ervaringen. Tutor
begeleidt hem hierbij door hem begeleiding en ondersteuning te bieden, in plaats van regels of
ideeën op te leggen, Leren te reflecteren op zijn eigen ervaringen en zelf een oordeel te
maken.
7. How is Emile to be prepared for citizenship?
Rousseau stelt dat Emile moet leren om een actieve, betrokken burger te zijn die zich inzet
voor het algemeen belang.
Rousseau stelt dat het belangrijk is dat Emile inzicht krijgt in sociale verhoudingen en de
basisprincipes van moraal en rechtvaardigheid. Hij leert dit door middel van ervaringen en
praktijkvoorbeelden, en niet door abstracte theorieën uit boeken. Emile moet worden
opgevoed met een begrip van de wet en het belang van het naleven van de wetten van de
samenleving. Hij moet begrijpen dat de wetten zijn opgesteld voor het algemeen belang en dat
iedereen zich aan deze wetten moet houden om de veiligheid en het welzijn van de
samenleving te waarborgen.
4