Inleiding in de wetenschap: Wat is wetenschap? En hoe doe je wetenschap?
Een factor dat de coauteurs niks merkten van de oplichting van Diederik Stapel: Een factor die
speelde was het gebrekkig functioneren van de wetenschappelijke kritiek, de hoeksteen van de
wetenschap. De theorieën van Stapel werden steeds geverifieerd, dit had argwaan moeten wekken
bij collega’s.
Falsificatie is een grondbeginsel van de wetenschap. Dit speelde echter nauwelijks een rol in de
onderzoekscultuur rondom Diederik Stapel. In deze onderzoekcultuur telde alleen verificatie. Bij
falsificatie ga je kijken of de theorie wel klopt en of er kritiek is op de theorie.
Replicatiecrisis kijkt of het onderzoek opnieuw kan worden gedaan. Ze keken hiernaar bij 100 studies
in 3 psychologisch wetenschappelijke tijdschriften in 2008. Hier vonden ze dat maar 36% van de
onderzoeken opnieuw kon worden gedaan, dit resultaat is dus significant.
0-100 replicatie: Hierin is 100% natuurkunde, scheikunde. 0% astrologie. Psychologie is 36%.
Logisch positivisme (L-P):
Lange tijd standaard theorie over wetenschap
Is gebaseerd op de natuurwetenschap
Heeft effect op de psychologie
Heeft nog steeds invloed (o.a. Methoden en Technieken)
Hoe doe je wetenschap?
Aan de hand van voorbeelden van wetenschap zoals bedoeld in L-P (natuurwetenschap)
Aan de hand van de logica van L-P: Categoriale Logica
Voorbeeld van wetenschappelijk onderzoek:
Een behandeling van kraamvrouwenkoorts door Ignaz Semmelweis (1844-1848). Een assistent in
Eerste kraamafdeling van het Algemene Ziekenhuis in Wenen. Hij onderzocht of je je handen niet
alleen normaal moet wassen, maar ook chemisch moet reinigen (met bleekwater). Hij testte dit bij 2
afdelingen: Afdeling 1 waren artsen en studenten en afdeling 2 waren zusters en vroedvrouwen. Op
afdeling 1 was er hogere sterfte dan bij afdeling 2. Aan de hand van het onderzoek van Semmelweis
ging Joseph Lister het chemisch ontsmetten introduceren bij operaties en in 1890 werd chemisch
ontsmetten de algemene ingang.
Semmelweis wilde een verklaring zoeken. Wat zijn verklaringen en waar moeten ze aan voldoen?
Niet pseudo-verklaringen zoals: Opium maakt slaperig, omdat het slaapkracht bezit
Pseudo-verklaringen: Selecteren geen toetsbare voorspellingen
Hypothese en voorspellingen: Een hypothese selecteert relevante feiten (voorspellingen).
Conclusie Semmelweis: Handen moeten niet alleen normaal gewassen worden, maar ook chemisch
gereinigd met bleekwater. Het resultaat hiervan is dat de sterfte van 18% in mei, daalt naar 1% in
augustus. Zijn conclusie was daarom dat Wondkoorts ontstaat door een infectie. Weerstand tegen
zijn ideeën: De methode van herhaaldelijk wassen met bleek water is pijnlijk, het idee dat juist artsen
de oorzaak zijn van de ziekte wekt weerstand op. Semmelweis wordt in 1848 ontslagen, zogenaamd
,wegens zijn liberale denkbeelden (1848 is een revolutionair jaar in Europa), maar in werkelijkheid
door rancune (wraak) van zijn chefs en Weense artsen. In 1861 publiceert hij ‘’Die Antiologie, der
Begriff und die Prophylaxis des Kindbettfiebers’’. Dit boek wordt slecht ontvangen door persoonlijke
aanvallen. In 1865 krijgt hij zelf Wondinfectie en overlijdt.
De geschiedenis van het Positivisme:
1600: Francis Bacon: Empiristisch wetenschapsmodel. Wetenschap door observatie en ordening van
feiten (‘spreadsheet model’). Voorbeeld: Gaswet: PV= constant bij bepaalde T.
1700: Empiristen (Locke, Hume): Kennis komt uitsluitend voort uit ervaringen.
1850: Positivisme van Compte: Wetenschap en maatschappij op een ‘positieve’ manier: Geen
metafysica en speculaties.
1900: Positivisme van Mach: Wetenschap op een ‘positieve’ manier. Alleen uitgaan van
observeerbare feiten. Geen metafysica, speculaties, theorieën of modellen (bijv.: geen atomen of
moleculen: niet observeerbaar).
Bedoeling: Demarcratie criterium: Onderscheid tussen echte kennis en wetenschap versus onechte
kennis/wetenschap (onzin)
1900-1920: Wel theorieën en (atoom) modellen in de fysica (Relativiteitstheorie en Kwantumfysica).
1920: Neo-positivisme ofwel Logisch Positivisme, Wiener Kreis (Carnap, Neurath, Schlick): Wel
theorieën en (atoom) modellen, als die logisch en volledig kunnen worden afgeleid uit observeerbare
feiten.
Dus: Combinatie logica en observatie geeft nu demarcratie criterium voor echte kennis. Dit geldt voor
alle wetenschappen (unificatie van methode).
Dus: Onderscheid tussen wetenschap en niet-wetenschap (pseudowetenschap). Ofwel: tussen kennis
en pseudokennis (onzin).
De Basis van Logisch Positivisme:
Empirisme:
Observaties (feiten) zijn de basis voor kennis (wetenschap).
Positivisme:
Feiten zijn objectief (onmiddellijk gegeven, onveranderlijk en voor iedereen hetzelfde).
Feiten zijn onafhankelijk van theorie (dus zeker van metafysica).
Theoretische concepten: Altijd herleiden tot observatie. Bijvoorbeeld: door operationalisatie.
Operationalisatie: Definitie van een begrip in termen van de manier waarop je het observeert.
Bijvoorbeeld: Intelligentie = IQ-score. Voordeel: Hierdoor is intelligentie een observeerbare grootheid
en dus een zinvol begrip volgens het Logisch Positivisme.
Logisch Positivisme gebruikt inductie en deductie:
Inductie: Algemene uitspraak uit individuele gevallen. Voorbeeld: kraaien zijn zwart.
Toepassing inductie: Formuleren van algemene wetten (theorieën). Voorbeeld: Alle vloeistoffen
stromen naar beneden.
, Deductie: Individuele uitspraak (conclusie) logisch afgeleid uit andere uitspraken (premissen).
Conclusie: Waar als premissen waar zijn.
Toepassing deductie: (1) geven van verklaringen/voorspellingen (Categoriale Logica). (2) toetsen van
hypothesen. Vooral: verificatie (Propositie Logica).
Verklaringen volgens Logisch positivisme:
Deductief-Nomologische (D-N) verklaringen:
Algemeen geldende wet 1
Algemeen geldende wet 2
…. Explanans (= ‘het verklarende’)
Observatie (begin conditie) 1
Observatie (begin conditie) 2
….
Observatie (gebeurtenis die verklaard wordt). Explanandum (= ‘wat verklaard moet worden’)
D-N verklaring geeft verklaring en voorspelling en de oorzaak van het explanandum.
Bijvoorbeeld: DSM IV zegt dat alle mensen met MDD een slaapstoornis hebben (Major Depressive
Disorder).
Bevestigend: A Alle MDD zijn ST.
Ontkennend: E Geen MDD zijn ST.
Bevestigend: I Deze MDD is een ST (Sommige MDD zijn ST).
Ontkennend: O Deze MDD is geen ST (Sommige MDD zijn niet ST).
A en E beweringen zijn algemene uitspraken (generalisaties) en I en O beweringen zijn observaties.
Deductie met Categoriale Beweringen:
Syllogisme:
(Major) Premisse: Alle MDD (MT) zijn ST (P).
(Minor) Premisse: Sommige schrijvers (S) zijn MDD (MT).
Conclusie: Sommige schrijvers (S) zijn ST (P)
Minor Term: Subject (S) van conclusie
Major Term: Predikaat (P) van conclusie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper justinejonker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.