[Draw your reader in with an engaging
abstract. It is typically a short summary of
the document. When you’re ready to add
your content, just click here and start
typing.]
Ook handig voor je ASSOCIATIE examen!
LOONHEFFINGEN
Samenvatting Loonheffingen 2018/ 2019
Marloes Perenboom
,Inhoudsopgave
1. Inleiding ......................................................................................................................................... 2
1.1 Instanties sociale zekerheid .................................................................................................. 3
1.2 Basis loonbelasting .................................................................................................................. 3
1.3 Ontstaan van de loonheffingen ......................................................................................... 4
2. Salarisadministratie .................................................................................................................... 4
2.1 Loonheffingen aangeven en afdragen ........................................................................... 7
3. De loonheffingen ..................................................................................................................... 10
3.1 De werknemersverzekeringen ........................................................................................... 11
3.2 Loonstaat ................................................................................................................................. 13
3.3 Berekeningen.......................................................................................................................... 15
3.4 Eigenrisicodrager werknemersverzekeringen ................................................................ 17
4. Werkgever en werknemer ..................................................................................................... 18
5. Bijzondere arbeidsrelaties ...................................................................................................... 22
5.1 Bijzondere arbeidsverhoudingen ...................................................................................... 22
5.2 Directeuren.............................................................................................................................. 26
6. Loon ............................................................................................................................................. 27
6.1 VCR-methode ........................................................................................................................ 30
7. Werkkostenregeling ................................................................................................................. 30
7.1 Vergoedingen en verstrekkingen ..................................................................................... 32
7.2 Fiscale vrijstellingen ............................................................................................................... 32
8. Vergoedingen en verstrekkingen ........................................................................................ 37
9. Tabellen en heffingskortingen .............................................................................................. 52
9.1 Heffingskortingen ................................................................................................................... 52
9.2 Tabellen voor de loonbelasting/ premies volksverzekeringen ................................. 53
10. Eindheffing, afdrachtverminderingen en WTL ............................................................. 56
10.1 Eindheffing............................................................................................................................. 56
10.2 Afdrachtverminderingen .................................................................................................. 57
10.3 Wet tegemoetkomingen loondomein .......................................................................... 59
11. Als zaken niet in orde zijn ................................................................................................... 63
11.1 Boetestelsel ........................................................................................................................... 63
12. Bezwaar .................................................................................................................................. 65
1
, 1. Inleiding
Walvis/ Wet administratieve lastenverlichting in de sociale verzekeringen: de heffing
van de premies werknemersverzekeringen is overgedragen van UWV naar de
Belastingdienst. De Belastingdienst valt onder het ministerie van Financiën en bestaat
uit vier organisatieonderdelen:
∙ Fiscaal/ belastingen: heffen en innen van verschillende belastingen en premies,
zoals omzetbelasting, loonbelasting, premies werknemersverzekeringen (kleur:
blauw). Taken:
- Heffen van belastingen en premies: toegewezen aan de inspecteur
- Innen van de belastingen: dit gebeurt door de ontvanger
- Controleren van de belastingaangiften van burgers en bedrijven
∙ Douane: voornamelijk invoerrechten en accijnzen, controleren van invoer, uitvoer
en doorvoer van goederen, onder meer op het gebied van veiligheid, gezondheid,
economie en milieu (kleur: groen).
∙ Toeslagen: het uitkeren van huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en
kindgebonden budget (kleur: rood).
∙ FIOD: het tegengaan van fiscale, financiële en economische fraude, het
waarborgen van een integer beroeps- en bedrijfsleven en de bestrijding van de
georganiseerde criminaliteit; de FIOD is de opsporingsorganisatie van de
Belastingdienst.
De belangrijkste organisaties binnen de sociale zekerheid in Nederland zijn: UWV,
SVB, zorgverzekeraars, CAK, Belastingdienst (Toeslagen) en gemeenten.
Het huidige besturingsmodel wordt gekenmerkt door lijndirecties voor de aansturing
van de segmenten:
∙ Grote Ondernemingen – GO
∙ Particulieren, Dienstverlening en Bezwaar – PDB
∙ Midden Klein Bedrijf – MKB: onderverdeeld in starters, ZZP’ers en zelfstandigen
zonder personeel/ MKB+
∙ Semi-Massaal Proces – SMP: kan iedere onderneming mee in aanmerking komen,
bijvoorbeeld in het geval bij naheffingsaanslagen of bij bezwaarzaken.
∙ Caribisch Nederland
Ondersteunende diensten:
- De Centrale Administratie - De Belastingtelefoon
- Facilitaire dienstverlening
∙ Heffing: de hoogte van de belastingschuld wordt vastgesteld.
∙ Inning: de ontvanger zorgt voor de invordering bij de belastingplichtige. Vrijwel alle
premies worden door de Belastingdienst geïnd. Uitzonderingen:
- UWV int de premie voor de vrijwillige werknemersverzekeringen;
- De SVB int de premie voor de vrijwillige volksverzekeringen;
- De zorgverzekeraars innen de nominale en aanvullende premie voor de Zvw.
Bij de volgende sociale voorziening worden geen premies geïnd, maar worden de
kosten en uitkeringen uit de algemene middelen van het Rijk betaald: de
Toeslagenwet, de Wajong, de AKW en de Participatiewet.
∙ Collecterende functie: heffen en innen van premies.
2
,∙ Distribuerende functie: verstrekken van uitkeringen, voorzieningen en toeslagen.
1.1 Instanties sociale zekerheid
Taken UWV:
∙ Premies vrijwillige werknemersverzekeringen
∙ Zorgt voor de uitkeringen ingevolge de werknemersverzekeringen: WW, WAO, WIA
en ZW
∙ Verzorgt de uitkeringen conform de Wajong, de Toeslagenwet en de IOW
∙ Re-integreren van arbeidsgehandicapten en werklozen
∙ Verzorgt de Polisadministratie. Het dienstverband en loongegevens hiervoor krijgt
UWV van de Belastingdienst, die hiervoor als bron de periodieke loonaangiften
gebruikt.
∙ Arbeidsbemiddeling
De SVB zorgt voor de uitkeringen ingevolge de volksverzekeringen: AKW, Anw en
AOW. Ook is de SVB verantwoordelijk voor de beoordeling van de sociale
verzekeringsplicht bij grensoverschrijdende arbeid.
De gemeenten verstrekken, via hun sociale diensten, o.a. voorzieningen in het kader
van de Pw, de IOAW, de IOAZ en de Wmo. Middelgrote en kleine gemeenten
hebben vaak een gezamenlijke sociale dienst.
De zorgverzekeraars/ ziektekostenverzekeraars voeren de Zvw uit. Bijzondere
ziektekosten worden uit de Wlz bekostigd, die ook door de zorgverzekeraars wordt
uitgevoerd. Per regio wordt voor de gezamenlijke zorgverzekeraars een Wlz-
uitvoerder aangewezen, het zogenaamde zorgkantoor. De nominale en
aanvullende premies voor de Zvw worden rechtstreeks aan de zorgverzekeraar
betaald. De zogenoemde ‘inkomensafhankelijke bijdrage’ en de premie voor de Wlz
worden door de Belastingdienst geïnd.
Het CAK – Centraal Administratie Kantoor int de bijdrage voor Wmo en Wlz en is
verantwoordelijk voor de financiering van de Wlz-instellingen. Ook voert het CAK de
zogenoemde burgerregelingen uit in het kader van de zorg: regelingen voor
wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en onverzekerbare
vreemdelingen (zonder verblijfsvergunning), en de buitenlandregeling.
De Belastingdienst (rood) is verantwoordelijk voor de uitkeringen ingevolge de
inkomensafhankelijke regeling: zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en
kindgebonden budget.
1.2 Basis loonbelasting
Loonheffingen:
- Loonbelasting - Inkomensafhankelijke bijdrage
- Premies volksverzekeringen Zvw
- Premies
werknemersverzekeringen
∙ AWR – Algemene wet inzake rijksbelastingen: basisprincipes van alle
belastingwetten.
∙ Wet LB – Wet op de loonbelastingen 1964: heffing en inning van de loonbelasting.
3
,∙ WFSV – Wet financiering sociale verzekeringen: regels voor de inning van premies
en volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
∙ ZVW: nominale premie en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw.
Bovenstaande wetten hebben een langdurig traject doorlopen via de Tweede en
Eerste kamer. Regelgeving die sneller moet worden vastgesteld, kan via een Besluit/
Algemene Maatregel van Bestuur – AmvB, bijvoorbeeld het wijzigen van een
belastingpercentage. Hieraan komt alleen de Ministerraad te pas. In sommige
gevallen kan het via een regeling, die door de Minister kan worden vastgesteld.
Samenvattend vinden we de wet- en regelgeving in:
- Wetten; - Internationale verdragen;
- (Uitvoerings)besluiten; - Jurisprudentie (uitspraken van
- (Uitvoerings)regelingen; rechters).
1.3 Ontstaan van de loonheffingen
Aanleiding is invorderingsproblemen. In oorsprong is de loonbelasting een
voorheffing op de inkomstenbelasting. Dit had ermee te maken dat de
inkomstenbelasting een tijdvakbelasting was en achteraf geheven werd. Voor
sommige werknemers is de loonbelasting meteen een eindheffing, zodat er geen
‘eindafrekening’ via de inkomstenbelasting meer volgt. Bij anderen wordt via de
inkomstenbelasting alles ‘rechtgetrokken’, bijvoorbeeld als er naast de
dienstbetrekking nog andere inkomsten of aftrekposten zijn.
Voordelen:
∙ Heffing komt sneller en voordeliger binnen;
∙ Op moment van uitbetaling vinden de inhoudingen plaats, zodat de
belastingplichtige precies weet waar hij aan toe is.
De loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Dit houdt het
volgende in:
∙ De verstrekker van het loon of de uitkering houdt de loonbelasting in. De verstrekker
noemen we de inhoudingsplichtige.
∙ De ontvanger van het loon of de uitkering hoeft door deze inhouding een of minder
inkomstenbelasting te betalen. De ontvanger noemen we de werknemer.
Voorlopige aanslag: op basis van een geschatte winst draagt de belastingplichtige
in de loop van het jaar periodiek inkomstenbelasting af. Na afloop van het jaar
wordt het definitief berekend en volgt er een eindafrekening.
2. Salarisadministratie
Wanneer bij de start van een nieuwe onderneming personeel in loondienst komt,
dan moet de ondernemer zich tijdens zijn inschrijving bij de KvK direct aanmelden als
werkgever met het formulier Voorbereiding Gemeenschappelijke Inschrijving en
Melding Loonheffingen Aanmelding. Wanneer de ondernemer later werknemers in
loondienst neemt, dient hij alleen de Melding Loonheffingen Aanmelding in te vullen.
Na de aanmelding krijgt de werkgever van de Belastingdienst:
∙ Een loonheffingennummer om aangifte loonheffingen te kunnen doen en om op
de correspondentie aan de Belastingdienst te vermelden;
4
,∙ Een mededeling, waarin staat over welke tijdvakken de werkgever aangifte moet
doen;
∙ Indien premies werknemersverzekeringen aan de orde zijn:
- Een melding waarin staat bij welke sector de werkgever is aangesloten;
- Een overzicht met het percentage voor de gedifferentieerde premie Whk.
Let op! Na aanmelding als werkgever moet de ondernemer aangifte doen, zelfs als
er nog geen personeel in dienst is.
Als de rechtsvorm van de onderneming verandert, krijgt de werkgever een nieuw
loonheffingennummer. Melding kan via het formulier Melding loonheffingen
overdracht activiteiten.
In bijzondere situaties kunnen ook de volgende formulieren worden gebruikt i.p.v.
Melding Loonheffingen Aanmelding:
- Melding loonheffingen premies werknemersverzekeringen betalen;
- Melding loonheffingen aangifte doen voor artiesten en beroepssporters;
- Melding loonheffingen werkgever van personeel aan huis;
- Melding loonheffingen werkgever van personeel aan huis;
- Melding loonheffingen werkgever van meewerkende kinderen;
- Melding loonheffingen overdracht van activiteiten; deze melding moet
plaatsvinden bij fusie en overname van de onderneming en bij verandering
van rechtsvorm.
Bij het in dienst treden van een nieuwe werknemer moet aan drie verplichtingen
worden voldaan:
De werknemer moet de gegevens voor de loonheffingen inleveren: elke
medewerker moet voor de eerste werkdag een aantal gegevens schriftelijk
doorgeven:
- Naam en voorletters; - Bij een buitenlandse werknemer:
- Geboortedatum; woonland en regio;
- BSN; - Of de loonheffingskorting wel of
- Adres; niet moet worden toegepast;
- Postcode en woonplaats; - Datum ondertekening;
- Handtekening.
De Opgaaf gegevens voor de loonheffingen is vormvrij.
Bewaarplicht loonheffingen: vijf volle kalenderjaren na het eind van de
dienstbetrekking. Dit wijkt af van de meeste gegevens uit de loonadministratie die
een bewaartermijn van zeven jaar hebben.
De werkgever moet de identiteit van de werknemer vaststellen voor de eerste
werkdag. Bij nieuwe uitkeringsgerechtigden is dit niet verplicht. Een kopie of rijbewijs
is niet toegestaan. De volgende identiteitsbewijzen zijn toegestaan:
- Nederlands paspoort/ ID
- Gemeentelijk ID
- Verblijfsdocument van de Vreemdelingendienst I t/m IV of de EU/ EER
- Nationaal paspoort of ID van een land van de EER
- (elektronisch) w-document
- Nationaal paspoort van een land buiten de EER met een door de
Vreemdelingendienst aangetekende vergunning tot verblijf (aanmeldsticker)
5
, - Vluchtelingen- of vreemdelingenpaspoort
- Diplomatiek of dienstpaspoort
Identificatieplicht:
∙ Verificatieplicht: controleren van het ID op echtheid en geldigheid.
∙ Bewaarplicht: kopie van de belangrijkste pagina’s van het ID bewaren bij de
salarisadministratie tot vijf volle kalenderjaren na uitdiensttreding. Bij een
uitzendkracht uit de EU is het niet toegestaan een kopie te bewaren.
∙ Zorgplicht: bij indiensttreding de werknemer in de gelegenheid stellen aan de
identificatieplicht te voldoen en de werknemer erop wijzen dat te allen tijde een
geldig ID bij zich heeft.
Anoniementarief:
∙ De werkgever moet het maximale loonheffingspercentage inhouden, momenteel
52%.
∙ De werkgever mag geen rekening houden met de loonheffingskorting.
∙ Bij de premieberekening voor de werknemersverzekeringen mag de werkgever
geen rekening houden met het maximumpremieloon.
∙ De werkgever mag voor de werkgeversheffing Zvw of de werknemersbijdrage Zvw
geen rekening houden met het maximum bijdrageloon.
Toepassing anoniementarief:
∙ Als de werknemer geen (juiste) loonbelastingverklaring heeft ingeleverd;
∙ Als de identiteit van de werknemer niet op de juiste manier is vastgesteld (bij loon
uit tegenwoordige dienstbetrekking);
∙ Als de werkgever de gegevens niet op de juiste manier bij de salarisadministratie
bewaart;
∙ Als de werknemer onjuiste gegevens heeft verstrekt en de werkgever dit
redelijkerwijs moet weten;
∙ Bij buitenlandse werknemers: als de verblijfsvergunning of tewerkstellingsvergunning
ontbreekt;
∙ Als werknemer niet in de salarisadministratie is opgenomen, dient voor de
werknemer verplicht voor zes maanden volgens het anoniementarief loonaangifte
te doen.
Voor elke (nieuwe) werknemer moet de inhoudingsplichtige een loonstaat
aanleggen. Hierop komen de gegevens die van belang zijn voor de loonheffingen.
Het bevat de volgende rubrieken:
- Werknemer;
- Inhoudingsplichtige/ werkgever, waaronder het loonheffingennummer;
- Gegevens voor de tabeltoepassing, waaronder wel/ geen
loonheffingskorting.
Bij veel bedrijven wordt de loonstaat beschouwd als een stamkaart, waarop
relevante zaken worden vermeld: pensioennummer, telefoonnummer bij
calamiteiten e.d.
Voorheen bestond er de Opgaaf eerstedagsmelding. Dit wordt nu alleen door de
Belastingdienst opgelegd voor maximaal vijf jaar als verplichting, als de werkgever
∙ Een vergrijpboete heeft gekregen voor het niet of te laat betalen van
loonheffingen
6
,∙ Strafrechtelijk wordt vervolgd, omdat hij illegale werknemers in dienst heeft, niet bij
het Handelsregister is ingeschreven of de verplichtingen voor de loonheffingen niet is
nagekomen
∙ Een boete heeft gekregen, omdat hij illegale werknemers in dienst heeft
∙ Een naheffingsaanslag heeft gekregen, omdat hij werknemers niet in de
loonadministratie heeft opgenomen
De werkgever is verplicht een loonstrook uit te reiken als de werknemer voor de eerst
keer zijn salaris ontvangt. Wanneer de volgende salarissen niet afwijken van de
eerste, is de werkgever niet verplicht nogmaals een loonstrook uit te reiken. In de
Wet Aanpak Schijnconstructies - WAS (2016) is omschreven wat verplicht op een
loonstrook moet staan. Niet verplichte gegevens zijn BSN, aantal verloonde uren etc.
2.1 Loonheffingen aangeven en afdragen
Er zijn drie manieren waarop een inhoudingsplichtige de loonaangifte kan indienen:
- Met het aangifteprogramma van de Belastingdienst;
- Met een speciaal aangiftesoftware;
- Door een accountant, belastingadviseur of salarisbureau.
De loonaangifte bestaat uit drie soorten gegevens die moeten worden aangeleverd
bij de belastingdienst:
∙ Identificerende gegevens, zoals datum loonaangifte, naam contactpersoon, naam
inhoudingsplichtige, loonheffingennummer, datum aanvang en einde tijdvak.
Meestal worden de identificerende gegevens na eenmalige invoer automatisch
aangeleverd door het salarispakket.
∙ Collectieve gegevens/ werkgeversgegevens: totale loonbedragen en
loonheffingsbedragen van alle werknemers samen, totaalbedragen van
eindheffingen en afdrachtverminderingen.
∙ Werknemersgegevens: persoonsgegevens, loongegevens en loonheffingen per
individuele werknemer. Van de meeste werknemers moeten het contractloon en
contracturen per week worden opgegeven.
Bij de loonaangifte wordt een inkomstenverhouding gekenmerkt door de
combinatie van loonheffingennummer, BSN/ personeelsnummer en nummer van de
inkomstenverhouding.
Afwijkend aangiftetijdvak:
- Binnenschippers 0,5 jaar
- Meewerkende kinderen 1 jaar
- Personeel aan huis, waaronder personeel via een persoonsgebonden budget
voor zorg 1 jaar
Aan het eind van elk jaar stuurt de Belastingdienst een Aangiftebrief loonheffingen,
waarin de aangiftetijdvakken, de uiterste data voor het volgend kalenderjaar en het
betalingskenmerk dat bij de betaling moet worden opgegeven staan vermeld.
Genietingstijdstip: het tijdvak waarin de loonheffingen moeten worden ingehouden
en afgedragen. ‘Loon-in’-methode: het loon wordt in de loonaangifte verwerkt op
7
,het moment van genieten. Het loon wordt genoten op één van de volgende
momenten:
- Tijdstip van loonbetaling;
- Tijdstip van verrekening van loon;
- Tijdstip van ter beschikking stellen van het loon;
- Tijdstip waarop het loon rentedragend wordt;
- Tijdstip waarop het loon vorderbaar en inbaar wordt.
Bijzonderheden genietingsmoment:
∙ Loon, overwerkloon en kostenvergoedingen die door nacalculatie alsnog loon zijn,
kunnen in de laatste aangifte van het vorige jaar worden aangegeven.
∙ Wanneer een dga zijn loon op een ongebruikelijk tijdstip ontvangt, dan is het
genietingsmoment toch het tijdstip waarop hij het loon normaal gesproken zou
genieten.
Loon-over-methode: een nabetaling mag via een correctie worden verwerkt in de
periode waarop deze oorspronkelijk van toepassing is. Een veel voorkomende is bij
cao-loonsverhogingen met terugwerkende kracht.
Nihilaangifte/ nul aangifte: er is geen loon uitbetaald in het aangiftetijdvak. Wanneer
aan de Belastingdienst schriftelijk wordt gemeld dat de komende twaalf maanden
geen loon zal worden betaald, ontvangt de werkgever van de fiscus een
Mededeling Intrekking aangiftebrief. Hierin staat vanaf welke periode geen aangifte
meer gedaan hoeft te worden.
De Belastingdienst houdt drie controles over de loonaangifte:
∙ Binnen 24 uur na binnenkomst controle of de aangifte aan de technische eisen
voldoet. Als dat niet het geval is dient dit te worden hersteld en opnieuw de aangifte
te worden gedaan.
∙ Binnen 72 uur na binnenkomst controle op logische fouten, zoals:
- Bestaat het aangiftetijdvak?
- Staan er letters in velden waarin alleen cijfers horen?
- Zijn er uitsluitend toegestane coderingen gebruikt?
- Zijn de inkomstenverhoudingen uniek?
- Bestaan de ingevulde datums?
- Zitten er telfouten in de aangifte?
- Liggen de aanmaakdatum en –tijd van het bericht binnen 24 uur na het
tijdstip waarop de Belastingdienst de aangifte heeft ontvangen?
∙ Binnen 2 weken na afloop van de aangiftetermijn controle op de
werknemersgegevens. Bij fouten wordt een correctieverzoek gedaan.
Wanneer een onderneming € 3.000 loonheffingen moet afdragen, maar over deze
periode recht heeft op een btw-teruggaaf van € 4.000, kan er via het formulier
Verzoek Loonheffingen verrekenverzoek teruggaaf btw een verrekening worden
opgevraagd. Het schrijven van een brief is ook toegestaan. In het verzoek moet het
volgende genoemd worden:
∙ Loonheffingennummer, aangiftetijdvak en bedrag van de loonheffingen;
∙ Aangiftenummer, aangiftetijdvak en bedrag van de teruggaaf btw;
∙ Machtiging aan de Belastingdienst om de btw-teruggaaf te gebruiken als betaling
voor de loonheffingen.
Let op! Verrekening kan alleen als de twee aangiftetijdvakken voor loonheffing en
omzetbelasting in dezelfde maand eindigen. Zowel de loonaangifte, de eventuele
8
, deelbetaling als het verzoek tot verrekening moeten op de uiterste aangiftedatum
binnen zijn bij de Belastingdienst.
Polisadministratie UWV: een authentiek gegevensregister van alle
inkomstenverhoudingen: arbeidsverhoudingen, sociale uitkeringen, lijfrentes en
pensioenen. Alle relevante gegevens worden door de Belastingdienst naar UWV
verstuurd. Hiermee kan het recht, de hoogte en de duur van uitkeringen worden vast
gesteld.
Correctiemogelijkheden voor aangiftedatum:
∙ Het is mogelijk om tijdig voor uiterlijke aangiftedatum de hele loonaangifte opnieuw
te versturen, mochten er fouten zijn ontdekt.
∙ Aanvullende aangifte: wanneer van één werknemer gegevens opnieuw wordt
verstuurd. Belangrijk om duidelijk aan te geven dat het om een aanvullende
aangifte gaat, zodat overige gegevens niet worden overschreven en gewist. Het
collectieve deel dient te allen tijde opnieuw te worden ingevuld.
Correctiemogelijkheden na aangiftetermijn:
∙ Correctiebericht bij een loonaangifte
Voorbeeld: bedrijf ontdekt begin september dat over de maand mei € 500 te veel loonheffingen is
afgedragen. De loonaangifte over de maand augustus is nog niet verstuurd. Over de maand mei
moet een correctiebericht worden ingediend, tegelijk met de loonaangifte over augustus. Als in
totaal € 10.000 aan loonheffingen is aangegeven, mag € 500 hier meteen van worden afgetrokken. In
september wordt dus € 9.500 overgemaakt aan de Belastingdienst.
∙ Los correctiebericht:
- Als de inhoudingsplicht beëindigd is
- Bij (half) jaaraangifte
- Als de correctie betrekking heeft op een vorig kalenderjaar (en de
aangiftetermijn is verstreken)
Voorbeeld: de vergissing van € 500 wordt pas in januari ontdekt. De aangifte van december is al
gedaan. De aangiftetermijn is nog niet verstreken. Er wordt opnieuw een loonaangifte over
december ingezonden met een correctiebericht over de maand mei. Als het in februari zou worden
ontdekt, kon het alleen als los correctiebericht worden verstuurd.
Vormen van aansprakelijkheid: ketenaansprakelijkheid, inlenersaansprakelijkheid en
bestuurdersaansprakelijkheid.
Bewaartermijn volledige administratie is zeven jaar. Uitzondering tot vijf volle
kalenderjaren: kopie ID, loonbelastingverklaring, bijlage studenten- en
scholierenregeling en kopie beschikking of verklaring.
Wanneer alleen personeel in de AOW-leeftijd in dienst is, eindigt de inhoudingsplicht
niet, maar wel de verplichting tot het afdragen van premies voor de
werknemersverzekeringen.
Consequenties loon uit vroegere dienstbetrekking (behoud auto van de zaak):
- De groene tabel moet worden toegepast voor de inhouding van loonheffing
- De inhoudingsplichtige is werkgeversheffing Zvw verschuldigd
- Er hoeven geen premies werknemersverzekeringen te worden afgedragen
9